×

Recensie

World

15 oktober 2016

Vieux Kanté

The Young Man's Harp

Geschreven door: Philippe De Cleen

Uitgebracht door: Sterns

The Young Man's Harp Vieux Kanté World 4 Vieux Kanté – The Young Man’s Harp Written in Music https://writteninmusic.com

In 1974 geboren en getogen in Niesmala, de Sissoko regio in Mali, zo schrijft Banning Eyre, editor van afropop.org en auteur van In Griot Time: An American Guitarist in Mali over Vieux Kanté wiens echte naam Noumoussa Soumaoro is. Mali, de thuisstad van menig artiest.

De van jongsaf blinde muzikant die de kamalé n’goni (de ‘young man’s harp’) bespeelt stierf in 2005 echter onverwacht op 31-jarige leeftijd, net op het moment dat hij zijn langverwachte opnames op de markt wil brengen. Al op zeer jonge leeftijd wordt Kanté, net als vele andere kinderen aangetrokken door muziek en dan meer bepaald de djembe drum. Maar al gauw werd zijn muzikaal talent duidelijk herkenbaar en begon hij de kamale n’ goni (een zessnarige harp) van zijn broers te gebruiken om liedjes die hij op de radio en de discotentjes hoorde en die niet zelden gebaseerd waren op harpmelodieën, te spelen.

Het gebruik van het hoofdzakelijk voor ceremonies bedoelde instrument liet zich niet beperken door de geheimzinnigheid en taboe van een jagerscultuur (met donson ‘n goni, een uitgebreidere versie van de kamale ‘n goni) en ontstond begin jaren zestig, waarna het verder verfijnd werd. Op nog geen paar jaar tijd won het instrument aan populariteit, zeker voor wat betreft vrijetijdsbesteding in de Wassoulou regio. Vieux Kanté raakte dus een wel zeer gevoelige snaar als hij al n’ goni bespelend en praktiserend een status als jonge, vernieuwende meester-speler bereikt.

Naar het einde van de jaren negentig reist hij doorheen Europa, maakt opnames met saxofonist Hans Dulfer evenals met de pionierende bigband Fra Fra Sound en werkt samen met Lester Bowie. Het leverde hem een cameospotje op ‘Mali Jazz’ waar hij geaccrediteerd wordt als Moussa ‘Vieux’ Kanté. Eens teruggekeerd naar Bamako ontdekt hij dat het instrument niet langer zes, maar dubbel zoveel snaren aankan. Dit zorgde ervoor dat hij de “jazz notes” kon spelen. Het voelde voor Kanté aan als een bevrijding: “zelfs al waren ze niet op het instrument, hij kon de jazz notes spelen”, al ‘moest je dat zelf doen’, zei hij – door je eigen hoofd te gebruiken. Met andere woorden : hij vond een nieuwe speelstijl uit voor het instrument door creatief om te springen met noten en harmonische schalen waardoor een jazzy, bluesy sound mogelijk werd.

Kanté wint aan populariteit, eerst en vooral met zijn zeskoppige band in de Bamako clubs en de Wassoulou regio in Mali maar niet gek veel langer ook ver daarbuiten. Liedjes werden ter ere van hem gespeeld en opgenomen en – om het wat gemakkelijk te maken – begonnen ook andere artiesten onder dezelfde naam de kamale n’ goni te bespelen (nvdr: het is er overigens niet zo ongewoon dat meerdere mensen aan de haal gaan met dezelfde naam). Eyre schrijft echter neer dat op het moment dat hij Vieux Kanté ontmoette, deze laatste over een waanzinnig technisch inzicht in het instrument beschikte en het snel duidelijk was dat hij een van de meest dynamische en vooral meest volwaardige muzikanten van het land was. Op dat moment deden geruchten de ronde dat hij een (onuitgebrachte) cassette opgenomen had met zijn groep. Het is die tape die nu uitgebracht wordt door Sterns Music en hopelijk de aandacht van een internationaal publiek weet te genereren.

Zijn meesterschap en zijn skills op het instrument worden al duidelijk van bij opener Sans Commentaire, dat zijn titel meer dan waarmaakt. Muziek die buigt op traditie, maar ook qua sound enorm rijk is. Doorheen zijn speelstijl schittert jazz en vooral veel blues. Kanté brengt de bluesy licks van John Lee Hooker in herinnering bijvoorbeeld. Al trachtte Kanté tijdens zijn muzikale leven vanzelfsprekend vooral nieuw en onbekend terrein aan te boren, wat hoorbaar is aan de vele harp slides, de gebogen noten en de percussieve aanpak.

Iets verderop is er Lambanco, waarin african vocals en chants opduiken en qua feel wat neigt naar vrolijke afropop, zeker door de aandacht voor het samengaan van kamale n’ goni (harp) en drums. Het is het lichtste en meest vrolijke moment op dit album.

Op drie van de zeven composities, meer bepaald Fatoumata, Sinamon en het afsluitende Kono, duikt Kabadjan Diakate (vocal) op, wat erop zou kunnen wijzen dat Vieux Kanté nog geen definitieve muzikale richting gevonden had en deze opnames dus ‘werkdemo’s’ waren. En ondanks hun ruwe, onafgewerkte karakter weten deze opnames te begeesteren.

Het verhaal achter dit album is meer dan de moeite om te ontdekken, maar het is vooral de heerlijke, feestelijke muziek die de aandacht opeist. Vieux Kanté mag er dan zelf niet meer zijn, zijn songs krijgen met wat dank aan Sterns Music hernieuwde aandacht. Het heeft dan elf jaar geduurd, maar we zijn blij dat deze historische opnames nu eindelijk de wijde wereld in kunnen.



  1. Sans Commentaire
  2. Lambanco
  3. Fatoumata
  4. Saradia
  5. Sinamon
  6. Nafolo
  7. Kono