×

Interview

05 augustus 2010

Mafalda Arnauth; Bloem van de fado

Geschreven door: Rik van Boeckel

Hoewel ze minder bekend is als Mariza of Cristina Branco, heeft fadozangeres Mafalda Arnauth in Nederland het publiek in het Concertgebouw al meerdere malen betoverd met haar vrolijke bloemrijke fado. Ze is gezegend met een prachtige stem en verbindt de fado met de tango, de Franse chanson en op haar laatste album Flor de Fado met de muziek van Brazilië.  15 augustus staat ze weer in het Concertgebouw in het kader van de Robeco Zomerconcerten.

Mafalda Arnauth

Op haar vorige album Diario (2005) vroeg ze zich af wat haar fado is. ‘Als fadista leg ik mezelf geen beperkingen op,’ zegt ze. ‘Ik ben een fadista in mijn hart, maar ik waag het ook fado in andere talen te zingen, in het Frans, in het Spaans. Ik heb altijd veel naar andere muziek geluisterd en zoek de fado in liederen die geen fado zijn. Op Diario zong ik een chanson van Charles Aznavour: La Boheme. Charles Aznavour was volgens mij diep van binnen als een fadista. Ik zong ook een tango. De teksten van de tango hebben in wezen veel gemeen met die van de fado: passie, droevenis, lijden.’

Was Diario nog een soort beschrijving van haar leven, Flor de Fado is een album over schoonheid, over liefde. Mafalda: ‘Niet alleen de liefde tussen man en vrouw, maar ook die voor je familie, voor je land. In Entre A Voz e o Oceano zing ik met Olivia Byington uit Brazilië een lied uit liefde voor Maria Bethania, een zangeres die we beiden zeer bewonderen.’

Flor de Fado‘Muzikaal gezien is Flor de Fado gebaseerd op de klassieke gitaar, gespeeld door de Argentijnse gitarist Ramón Maschio’ voegt Mafalda hier aan toe. ‘En niet zoals gebruikelijk bij fado-albums op de Portugese gitaar. Ramón brengt echt een ander geluid in, klassiek en Zuid-Amerikaans.’

In tegenstelling tot de meeste fado-artiesten schrijft Mafalda veel van haar teksten zelf. ‘Dat heb ik vanaf het begin gedaan omdat ik niet wilde beginnen met ’t louter vertolken van repertoire van Amália Rodrigues. Gelukkig heb ik de gave om te schrijven, het heeft als voordeel is dat je dichterbij jezelf blijft en dat is mooi want ik heb zoveel te vertellen over ’t leven. Daarnaast zing ik gedichten van Tiago Torres da Silva zoals O Mar Fala de Ti, een lied over de symboliek van water. Hij schrijft wat ik wil vertellen.’

Op Flor de Fado zingt Mafalda ook een lied dat oorspronkelijk door Amália werd gezongen: Povo Que Lavas No Rio. ‘Het is een eerbetoon aan de Portugezen, die hun kleren in de Taag wassen. Mijn interpretatie is heel anders dan die van Amália, ik zing ’t als een gebed.’ Mafalda vindt het jammer dat veel mensen denken dat Portugezen dramatisch of triest zijn. ‘Dat komt wellicht door de fado, maar dat is niet zo. Fado hoeft niet altijd melancholiek te zijn. Ik wil de vrolijke kant van fado laten horen.’

Mafalda voelt het als een privilege in augustus weer in het Concertgebouw te staan. ‘Het is een van de mooiste concertzalen ter wereld,’ zegt ze. ‘Het eerste deel van het concert wordt gezongen door Helder Moutinho. Hij was mijn manager, maar is ook een geweldige fadozanger, het wordt tijd dat hij zich laat horen aan de wereld. Ik zal repertoire van Flor de Fado zingen maar ook materiaal van een nieuw album met klassieke fado’s, niet van Amália, maar van Erminia Silva en Fernanda Batista. Het album komt eind 2010 uit.’