×

Interview

23 december 2012

Fado: De ziel van Portugal

Geschreven door: Rik van Boeckel

Terwijl Portugal zucht onder de economische crisis, gaat het fado voor de wind. Zij is door de UNESCO erkend als World Heritage. Nieuwe zangeressen en zangers, allen met een eigen stijl, verschijnen: de traditie verdwijnt niet. Fado-ster Mariza en de 72-jarige zanger Carlos do Carmo zijn ambassadeurs van een muziekstijl die twee eeuwen geleden ontstond in Alfama en Mouraria, de oude wijken van Lissabon. Cuca Roseta staat voor de jonge generatie, haar fado is nieuw en fris. Ze begon in de Clube de Fado van Mario Pacheco, de meester op de Portugese gitaar die Amália Rodrigues nog begeleidde en voor Mariza schreef. Drie generaties fadista’s laten horen hoe fado leeft, zich vernieuwt en verbintenis aangaat met andere stijlen. Zonder haar karakter te verliezen.

Mouraria | Lissabon

Lissabon ademt fado. Als we van Rossio, het centrale plein van Lissabon, via trappetjes Mouraria ingaan en door zo’n smal steegje wandelen waar de geur van oud verval te ruiken is, is het alsof we een andere tijd binnenwandelen toen fado hier ontstond: wijken bewoond door zeelui, dronken zwervers, dieven en hoeren. Slenterend door Alfama komt de fado je soms tegemoet zoals in het restaurant op de hoek van de Largo São Rafael waar de oudere fadozangeres Henriqueta haar fado recht uit ‘r hart laat komen.

Mario Pacheco’s Clube de Fado

Mario PachecoIets verderop ligt Mario Pacheco’s Clube de Fado dat we een avond later bezoeken. Pacheco selecteert streng op fadista’s die in de Clube de Fado optreden. “Ik krijg heel veel aanvragen maar leg de lat hoog,” zegt hij. ” Ik ga voor kwaliteit. Dit is de beste plek in de wereld voor fado. ” Er zijn optredens van Ana Sofia Varela, Maria Ana Bobone en Rodrigo Costa Félix. Niet alleen Mario Pacheco begeleidt op de Portugese gitaar, maar ook Marta, Rodrigo’s vrouw. “Het is niet gebruikelijk dat vrouwen Portugese gitaar spelen,” zegt Pacheco. “Ze leert het van mij. Tijdens optredens geef ik haar aanwijzingen wat ze bij een fado-lied moet spelen.” Tijdens de guitarrada, het instrumentale intermezzo, schittert Mariza’s gitarist en producer Diogo Clemente met Pacheco aan zijn zijde, elkaar uitdagend en volgend in golvende improvisaties. Clemente overtuigt sterk als hij gaat zingen, de zang komt direct uit zijn ziel, meer nog dan bij de anderen.

Erkenning van de fado: Carlos do Carmo

In Carlos Saura’s beroemde film Fados (2008) worden beelden getoond van de dagen na de Anjerrevolutie van 1974. De 72-jarige fado legende Carlos do Carmo heeft die tijd bewust meegemaakt. In de film zingt hij over het leven in Lissabon in die jaren. We ontmoeten hem in restaurant O Matos vlakbij een van de vele avenida’s van Lissabon. Als we binnenkomen, begroet hij ons hartelijk. Do Carmo is een bevlogen man met grote interesse in politiek en een wegbereider voor fado. Zo maakte hij zich sterk om fado erkend te krijgen als World Heritage door de UNESCO en adviseerde hij Carlos Saura voor de film Fados. “Ik zing al 50 jaar fado,” vertelt hij even later onder het genot van een glas rode Douro wijn . “Ik zong tijdens de dictatuur, het was een harde grauwe tijd, na bijna veertig jaar vrijheid zijn we er nog niet los van. Het had invloed op alles, ook op fado, de dictatuur gebruikte fado voor haar eigen doeleinden.” Carlos’ moeder Lucilía was fadozangeres en tijdgenote van de grootste fadista die Portugal gekend heeft: Amália Rodrigues. “ Mijn moeder was een grote naam in haar tijd. Er zijn altijd veel fadista’s (benaming voor zowel fado zangeressen als zangers) geweest, maar aan de top waren er maar weinig: Amália, Alfredo Manceneiro, Herminía Silva, Carlos Ramos. Dat is nu niet anders. Nu zijn er veel nieuwe fadista’s maar sommigen zijn in het buitenland bekender dan in Portugal. Er is hier niet genoeg werk voor alle fadista’s.”

Triest of vrolijk

“Fado is emotie,” zegt Do Carmo. “En elke keer als we fado zingen, vertellen we een verhaal: triest of vrolijk. Het ontstaan van fado is een mysterie, maar het is een bijzondere liedvorm. We zijn er trots op dat het zelfs de ziel bereikt van hen die geen Portugees spreken. Carlos do CarmoPoëzie is een van de sleutels van fado. Een dichter moet een goed verhaal kunnen vertellen. Portugal kent veel goede dichters. Ik neem nu een album op met dichters die nooit voor fado hebben geschreven. En we hebben de klassieke dichters zoals Fernando Pessoa”. Do Carmo houdt niet van purisme, zelf heeft hij jazz gezongen en Frank Sinatra. “Wat Sinatra zong, was als fado. Er zijn fadista’s die iets anders proberen zoals Cristina Branco en Mariza. Als Mariza optreedt zie je haar Afrikaanse achtergrond in haar fado. Mensen kunnen beweren dat dit geen fado is, maar dat hebben ze over mijn fado’s ook eens gezegd in 1973. Maar nu beschouwt men ze als klassiek.”

Traditioneel en helemaal ‘nu’

Ook Amália kreeg in haar tijd kritiek op haar fado’s, op het feit dat ze poëzie van de 15e eeuwse dichter Camões zong, nu worden die fado’s als traditioneel beschouwd, horen we in het Museo do Fado, in Alfama. Bezoekers pikken daar de geschiedenis van fado op via oude schilderijen, boeken, LP’s, fadomagazines, opnames van oude en nieuwe fadista’s en filmbeelden van fadohuizen. In het museum wordt ook les gegeven in fado, en je kan er Portugese en Spaanse gitaar leren spelen. “Het fadomuseum is een museum vol leven,” zegt Mariza, de fado koningin van dit moment. We ontmoeten haar in het prachtige hotel Palacio Belmonte boven in Alfama. Vanaf het dakterras van dit hotel is de Panteão Nacional goed te zien waar Amália Rodrigues begraven ligt. Niet alleen in het fadomuseum wordt les gegeven, ook leert Mariza kinderen van 13, 14 jaar over fado, over haar geschiedenis. “De meeste jongeren houden van hiphop of R&B. Ik leg ze uit dat fado vroeger onze ‘hiphop’ was omdat er net als in raps verhalen over het leven in de stad werden gezongen. En fadista’s kwamen uit de lagere klassen. Fado is ook van het ‘nu’.”

Mariza

Mariza’s comeback

Sinds de release van Fado Tradicional (2010) is er veel veranderd in Mariza’s leven. In 2011 beviel ze van een zoon: Martim. “Hij is te vroeg geboren en heeft vier maanden in een couveuse gelegen en gelukkig, nu gaat het goed met hem.” April dit jaar stond ze voor het eerst weer op het podium, in Porto en Lissabon. En daarna in het buitenland. Mariza straalt als ze over haar baby en het moederschap praat. “Voor mij is dit een nieuwe start. Ik heb nieuwe gevoelens ontdekt waarvan ik niet wist dat ik ze had. Het is nu anders als ik optreed, het is geweldig die gevoelens op het podium te onderzoeken. Ik beleef muziek nu op een heel andere manier: zachter en minder fel. Het is ongelooflijk, tijdens mijn laatste concerten had ik de behoefte nog dichterbij het publiek te zijn. Ik voelde de behoefte aan meer intimiteit. Ik ben zo blij weer op het podium te staan. En ik kijk uit naar mijn warme weerzien met het Nederlandse publiek”.

Amália en Mariza

Tijdens haar laatste concerten zong Mariza repertoire van al haar albums: van Fado Em Mim (2001) tot Fado Tradicional. Met dat album keerde ze terug naar de traditionele fado waarmee ze opgroeide in de taverna van haar ouders in Mouraria. “Ik zing de nummers van dat album midden in het concert, alleen met Portugese gitaar en viola.” In 2011 won ze een Edison met Fado Tradicional in de categorie World. “Op dat album zing ik vooral fado’s die ik hoorde in mijn kindertijd. Met mijn producer en gitarist Diogo Clemente richtte ik de studio in als een kleine taverna met weinig licht. Ik begon te zingen met mijn ogen dicht, wilde het liefst naar een fadohuis want al mijn herinneringen aan vroeger kwamen naar boven.” Mariza nam Ai, Esta Pena De Mim op van Amália. “Op al mijn albums wil ik een fado van haar. Zo breng ik haar een tribute. Ze schreef dit lied volgens mij toen ze erg verdrietig was. Ik zong het zonder muziek in de studio toen ik me triest voelde. Iedereen zei: dit moet je opnemen. Dus nam ik het op, met alleen een paar akkoorden van de Portugese gitaar, meer stem dan gitaar.” Over de bewering dat Mariza de nieuwe Amália zou zijn, zegt ze het volgende: “Nee, nee dat ben ik zeker niet. Amália was uniek, we hebben zulke verschillende levens, zij leefde in een andere tijd. Ik denk dat ik nog een lange weg te gaan heb om maar bij haar in de buurt te komen”.

Saudade als werelderfgoed

Toen Mariza Fado Tradicional opnam, zette ze zich samen met Carlos do Carmo in voor de erkenning van fado als World Heritage (werelderfgoed) door de UNESCO. Dat is inmiddels gebeurd. “Het was daarom heel belangrijk voor mij om Fado Tradicional te maken in die tijd omdat er werd gedacht dat ik met de release van Terra (2008) de traditie had verlaten.” Ze mixte op Terra fado met flamenco, Kaapverdische, Cubaanse en Braziliaanse muziek. ” En ook al ben ik opgegroeid met traditionele fado, de kenners dachten dat ik een andere weg wilde inslaan. Toen ik met Fado Tradicional kwam, was iedereen heel blij omdat ik de traditie niet vergeten ben.” Mariza’s vrijages met andere muziekstijlen zijn vrij natuurlijk door haar Portugees/Afrikaanse achtergrond. Haar Mozambikaanse moeder leerde haar luisteren naar Afrikaanse en Braziliaanse muziek. “Zonder het te beseffen bracht ze me een begrip van verschillende muziekstijlen bij. Zo kreeg ik later de kans te zingen met Cesaría Evora en met Tito Paris, een van de beste stemmen van Portugees Afrika. Ik hield ervan naar morna’s te luisteren, voelde dat de morna dichtbij fado ligt, al is de muziek totaal anders. Beiden hebben saudade, vertellen over de mysteries van het leven, drukken gevoelens als verdriet en liefde uit.”

Eerste fado

Mariza: “Ik zing al fado zo lang ik me herinner. Ik herinner me mijn eerste fado beter dan mijn eerste speelgoed. Er was een tijd dat ik slechts thuis zong. Ik schaamde me ervoor omdat ik dacht dat ik niet goed genoeg was voor de traditie. Iemand had eens gezegd dat mijn manier van zingen anders was, dus dacht ik: ik ga voor niemand zingen want ik heb een groot respect voor fado.” Ze deed dat dus wel en met groot succes. Terugkijkend op haar carrière, zegt ze: “Het lijkt alsof het een ander persoon is overkomen, kan niet geloven dat al die dingen gebeurd zijn met mij. Toen ik mijn eerste album uitbracht, verwachtte ik niks, was al blij als ik op bruiloften en feesten kon zingen. Ik voel me vreemd, al die Awards, al die plekken waar ik geweest ben. Als mijn tijd is gekomen, zou ik graag willen dat wat er met mij gebeurt wat er met Miriam Makeba is gebeurd: ze stierf op het podium. Ik bewonder haar zeer en had het geluk met haar te zingen.” Mariza beseft heel goed dat ze het vanwege haar moederschap rustiger aan moet doen. Gelukkig is ze weer terug!

Rijzende ster: Cuca Roseta

Cuca RosetaEen fadista van de nieuwe generatie is de 30-jarige Cuca Roseta. Sinds ze in 2011 haar debuut A Mais Rara Verdade uitbracht, rijst haar ster in Portugal. Om haar te ontmoeten rijden we naar het aan de Spaanse grens gelegen prachtige vestingstadje Monsaraz, 180 km ten oosten van Lissabon. Voordat Cuca met fado begon, zong ze in een rockband. “Ik hoorde fado voor het eerst op mijn 18e en het raakte me. Ik bezocht daarna veel fadohuizen om me te laten inspireren, om te schrijven.” Ze werd natuurlijk muzikaal ook sterk gedragen door haar fantastische begeleiders, onder wie de Kaapverdische percussionist Miroca Paris die jarenlang met Cesaria Evora en Sara Tavares werkte en ik nu voor het eerst bij Cuca zag. Hij speelde op de cajón en een zelf gebouwde drumset, speelde vooral met brushes en voorzag Cuca’s fado’s vaak van een subtiele groove zoals in het gevoelige Tanto dat afkomstig is van haar nieuwe album. Van Riu zong ze ook Amor Ladraõ. Over dit album zegt ze in mijn interview met haar (december 2015): “Riû heeft 2 betekenissen,” vertelt ze. “De eerste is rivier. Er zit altijd een element van de natuur in mijn albums. Ik hou van de schoonheid en puurheid van de natuur. De tweede betekenis is lachen. Men denkt dat fado alleen maar triest is. Maar fado kan ook blij en hoopvol zijn.”

Dit is de enige manier om jezelf te blijven. Fado gaat over waarheid en staat geen leugens toe. Het gaat er om hoe de fadista de woorden zingt. Iedere fadista heeft een andere stijl; mijn stijl is fris, kleurrijk en niet zo zwaar.” Cuca begon met fado zingen in Clube de Fado. Ze ziet Mario Pacheco als haar leermeester, samen waren ze te zien in de film Fados. Pacheco componeerde een aantal fado’s voor haar debuut zoals É Lisboa a Namorar. Omdat het album is geproduceerd door de Argentijnse producer Gustavo Santaolalla, zingt ze een fado in het Spaans. Cuca zingt een marcha, feestmuziek uit Lissabon. “Amália zong ook veel marchas , het is de vrolijke kant van fado, elke fadista zingt een marcha”. Tijdens het optreden in Monsaraz brengt ze onder andere Marcha de Mouraria. Ze zingt soms met ingehouden spanning om daarna te laten horen welk enorm bereik ze heeft. Cuca’s fado’s sprankelen terwijl blauw, rood en geel licht de witte kerk van Monsaraz kleuren als in een film. Fado leeft!

Foto’s Mariza & Cuca Roseta: Hans Speekenbrink