×

Interview

07 januari 2017

Daisy Correia’s eerbetoon aan Amália Rodrigues

Geschreven door: Rik van Boeckel

daisy-correia1De Nederlands/Portugese fado zangeres Daisy Correia brengt met haar nieuwe album Uma Casa Portuguesa een eerbetoon aan Amália Rodrigues, de grootste fadozangeres aller tijden. Afgelopen seizoen bracht ze dit eerbetoon al in de theaters. De waardering door de Amália en fado fans voor deze tour en Daisy’s interpretatie van de meesterstukken van Amália was groot. Zo ontstond het idee om van dit repertoire een CD op te nemen. Ze nam het album live met publiek op in de Pouwer Sound Studio met een voornamelijk Nederlandse band. Na Fado do Norte (2013) laat Daisy horen dat ook in Nederland saudade gevoeld kan worden. Ze zingt voornamelijk in het Portugees maar ook in twee fado’s deels in het Nederlands met teksten van wijlen Herman Pieter de Boer. Daisy Correia ontdekte de fado op jonge leeftijd. Als serious talent bij 3FM had ze eerst een andere voorkeur maar na het bijwonen van een fadoconcert in Portugal sloot ze de fado in haar hart. Niet verwonderlijk aangezien dit ook gebeurde bij de zeer populaire Portugese fado zangeres Ana Moura die begon als rockzangeres. In Nederland was Fernando Lameirinhas onder de indruk van Daisy en vroeg haar voor twee van zijn theaterprogramma’s. Tien jaar later is ze acht theatertournees en drie cd’s rijker. In Portugal is ze regelmatig op TV te bewonderen en deelde het podium met onder andere Ana Moura.

Written in Music sprak met haar over haar nieuwe album en uiteraard ook over Amália.

WiM: Wat is de reden dat je dit eerbetoon aan Amália hebt gemaakt?
Als je Fado zingt dan zing je ook altijd een beetje Amália, zij is de basis in deze stijl muziek. Zij heeft deze stijl muziek gevormd zoals we die in de traditionele vorm goed kennen. Eigenlijk was het het belangrijkste dat ik voor mezelf achter de basis aan ging van deze stijl muziek. Niet dat ik niks wist, maar ik wilde nog meer weten. Wie was deze vrouw, waarom zong ze zoals ze zong etc.. Na het ondervinden van haar verhaal, heb ik zoveel waardering voor haar gekregen en is zij een grote inspirator geworden.

WiM: Amália heeft heel veel uitgebracht. Het lijkt me niet eenvoudig een keuze uit haar repertoire te maken. Hoe ben je uiteindelijk tot de keuze van de nummers op de cd gekomen?
Ik heb mijn publiek gevraagd of zij mij hun favorieten van Amália door wilden doorgeven. De keuze viel een beetje samen met wat het publiek had aangegeven, met wat ‘ik’ mooi vind van Amália en met haar verhaallijn. Bij het maken van het programma vond ik het belangrijk dat het niet te veel alleen verteld zou worden, maar dat de liedjes vertellen hoe en waar zij zich op dat moment van haar leven bevindt. Maar ik vind ook dat ik de liedjes pas kan zingen als ik er zelf achter staat, vandaar dat ik de definitieve liederen ook heb uitgekozen op mijn smaak..

WiM: Kun je per nummer toelichten en omschrijven waarom je voor deze hebt gekozen?
a) Grito (Schreeuw). Een nummer dat aan het einde van haar carrière is uitgebracht en ook het enige lied dat is gedraaid tijdens haar begrafenis. Een nummer dat vertelt dat ze klaar is met het lijden, de pijn, verdriet, de ‘saudade’. Ze schreeuwt het uit, ze wil het liefst sterven.

b) Foi deus (het was God). Dit nummer is gearrangeerd door mijn bassist Marko Bonarius. Hij heeft het lied nog meer lading gegeven: Het was God die mij deze stem gaf, een rozenkrans van verdriet op mijn borst legde om deze liedjes te zingen.

c) Com que voz (met welke stem). Dit is mijn lievelingslied. ‘Met deze stem zing ik de trieste fado’. Op het moment dat zij dit lied uitbracht, was denk ik het punt dat ze op haar sterkst was. Ze zong dit lied zo zuiver, zo goed, zo krachtig, zo sterk. Heerlijk om naar dit lied te luisteren. De tekst is trouwens geschreven door Luis Camoēs. Portugees, grootste dichter. In het begin werd dit lied en plaat verboden omdat men vond dat je geen muziek op gedichten van Luis Camoēs kon maken.

d) Coimbra. Dit is een lied dat wij al jaren spelen en elke keer leuker lijkt te worden. Het lied gaat over de mooie stad Coimbra. Een plek waar je geweest moet zijn, een plek waar ik nog steeds graag kom omdat ik zo van hun fado hou.

Mijn bassist speelt vooraf de meest geweldige eervolle solo voor deze prachtstad, en daarna komen mijn andere gitaristen er bij en kijk ik altijd naar mijn Portugese gitarist (Antonio Carlos Costa) die in deze stad heeft gewoond en gestudeerd.

e) DAM (Daisy’s Amália Medley). Een arrangement van mijn gitarist Joeri de Graaf. Geweldig dat hij deze 3 liederen tot 1 lied maakte. “Zo zei hij: dit is jouw eerste medley”! En wat voor één, dacht ik. Spaans, Frans (speciaal door Charles Aznavour voor Amália geschreven) en Italiaans. Drie talen van landen waar Amália erg groot was. Ze sprak de talen dan ook vloeiend en zong graag de fado of volksliederen uit dat land tijdens optredens. Ze heeft heel veel platen opgenomen in andere talen, ik ben gewoon op mijn gevoel af gegaan en ben daar erg blij om. Het is een top medley geworden!

f) Estranha forma da vida (Rare manier van zijn). Deze tekst, dit lied, is zo bloot, zo naakt, zo echt… dat het mij keer op keer weer raakt. Eigenlijk heb ik bij dit lied keer op keer weer een brok in m’n keel als ik me realiseer hoe intens verdrietig zij is. Zij vertelt hier over het weten dat ze anders is dan de rest. Dat het gek is dat zij juist energie krijg van verdriet & saudade. Dat ze weet dat dit raar is, maar dat dit haar maakt tot wie ze is.

g) Canção da Beira Baixa. Dit is een volkslied uit Fundão, dat ligt in Beira Baixa. Fundão ligt tegen de Serra da Estrela aan. Daar komt de familie van Amália vandaan. Dit is een lied dat haar moeder vaak zong en dat Amália altijd met haar moeder wilde opnemen op de plaat. Maar helaas, haar moeder wilde niet de studio in om dit te zingen. Met onze eigen interpretatie vind ik dit lied één van lievelingsliedjes, misschien wel omdat de band de kans krijgt om even te laten zien wat ze allemaal in petto hebben door de solo’s. Elke keer weer een feest om naar te luisteren. Wat ben ik toch bevoorrecht om met deze mannen te mogen spelen. denk ik dan altijd..

h) Lágrima (traan). Is mijn 2de fado de ik ooit in mijn leven zong. Dit nummer is voor mij een heel persoonlijk lied geworden. Dit lied heeft ook een speciale betekenis gekregen voor mij toen ik op de begrafenis van een zeer dierbaar iemand dit lied probeerde te zingen. Dat is niet gelukt, na 2 zinnen barstte ik in snikken uit. Maar sindsdien heb ik juist meer kracht gekregen om dit lied te zingen. Het verdriet dat je in dit lied mag uiten blijft elke keer weer intens. Prachtig…

i) Ó gente da minha terra (mensen van mijn volk). Dit een hele mooie tekst die geschreven is door Amália. De tekst vertelt dat ze haar volk, haar mensen wil bedanken. Ze is hen dankbaar voor de muziek die ze door hen kan maken. Het is tevens ook z’n populair nummer geworden dat je dit de topper van alle fado’s kan noemen. En werd ook door Mariza gezongen. Dit nummer zal iedereen op zijn manier aanspreken. Dat is de kracht van deze fado. De muziek is geschreven door Tiago Machado die mijn eerste 2 cd’s heeft geproduceerd en ook voor mij een aantal nummers schreef. Het is een persoonlijke vriend geworden en hoe geweldig was het om dit nummer tijdens mijn huwelijk in Portugal te zingen waarbij hij mij op de piano begeleidde.

WiM: In Fadista zing je dat je haar 1 keer hebt gezien. Wie heeft haar 1 keer gezien? Ik denk dat dit nummer het een en ander zegt over Amália’s betekenis voor jou. Is dat zo?
Herman Pieter de Boer die de tekst schreef heeft Amália één keer live gezien. Ik heb haar nooit mogen ontmoeten of live gezien. Ik was te laat! Te laat heb ik haar prachtige muziek ontdekt. Ik was natuurlijk nog jong. Toen zij overleed ontdekte ik pas de fado.

WiM: Hoe heb je Portugese lente van Herman Pieter de Boer kunnen verweven met Amália ‘s  Uma Casa Portuguesa?
Twee jaar geleden ben ik door Lenny Kuhr gevraagd om bij een hommage aan Herman Pieter de Boer (1 jaar na zijn dood) fado’s die hij voor Lenny Kuhr had geschreven te zingen. Toen kwam bij mij het idee om als kind van deze twee culturen het lied in twee talen te zingen. Daardoor kreeg het vanzelf een Daisy Correia stijl. Ook zong ik daar Fadista en ik wist gelijk dat dit nummer in mijn tournee opgenomen moest worden.

daisy-correia2

WiM: Wat zijn de bijdragen van jouw bandleden geweest mbt de arrangementen?
Frank Keijzer uit Volendam is mijn mattie en mijn eerste bandlid. We hebben niks gemeen behalve de liefde voor muziek, in het speciaal de fado. Ik zat met Frank op de muziekopleiding van het ROC. We speelden al samen en toen ik een fado voor Radio 3FM moest zingen (waar ik Serious Talent was) vroeg ik hem of hij mij op de piano bij Ó gente da minha terra wilde begeleiden. Hij kreeg het de dag van te voren te horen en heeft de hele nacht zitten studeren. Het ging heel goed en hij was eigenlijk meteen verkocht. Vanaf dat moment spelen we onafgebroken met elkaar samen. Ik heb nog nooit een invaller nodig gehad voor de piano. Hij is er gewoon altijd! Het zo juist genoemde moment, was het moment waarop ik inzag dat ik iets meer met de fado moest gaan doen. Zoals Barbara Karel van 3FM die het programma presenteerde zei: “je pop is prachtig maar als je dit staat te zingen krijg ik kippenvel”.

Mark de Jong: is de energie van de band. letterlijk en figuurlijk. Bij hem voelt iedereen zich thuis en iedereen vindt bij hem een basis. En dat is dus zowel persoonlijk als in de muziek. Hij is het skelet van de band.

Marko Bonarius: ‘de’ muzikant in de band met mijn lievelingsinstrument. Hij speelt deze subliem en ik geniet elke keer weer als ik weer mag luisteren naar hem. Zijn muzikale brein daar zou ik wel een stukje van willen jatten.  Samen met Mark zijn zij een geweldig team. Zowel privé als muzikaal.

Joeri de Graaf: Joeri (is mijn tweede bandlid). Hij geeft mij rust op de moment dat dit nodig is. Hij is mijn redder in de muziek. Hij is mijn basis en zonder hem muziek maken kan ik me niet voorstellen. Hij is de rust van onze band maar ook de altijd werkende perfectionist. Door Joeri blijven we alert & wakker.

Antonio Costa: speelt bij ons in de band sinds het seizoen dat we toerden met Amália – Uma casa Portuguesa. Onze samenwerking is bizar gegaan. Maar oh oh oh, wat ben ik toch blij met onze Antonio. Hij past in de band op persoonlijk gebied, iedereen vindt Antonio leuk en Antonio vindt iedereen leuk. Maar muzikaal leek er wel een puzzel samen te vallen op het moment dat hij zijn eerste klanken liet vallen. Eigenlijk gek dat iemand uit Coimbra de fado uit Lissabon zo is gaan waarderen. Ik ben blij dat ik hem andere fado’s heb laten spelen, maar ook dat hij daar open voor stond en dat hij ze geweldig is gaan vinden.

WiM: Amália Na Gente heb je zelf geschreven. Wat kun je hierover vertellen?
Teksten schrijven is nog een zwak punt maar muziek schrijven niet. Ik ken vele tekstschrijvers die mooie teksten kunnen schrijven en dit ook doen voor andere fado artiesten in Portugal zoals Ana Moura, Mariza etc.  Ik vroeg Amélia Muge of zij een tekst voor mij wilde schrijven op basis van mijn gedachten over Amália. Ik vind namelijk dat iedereen eigenlijk een beetje Amália zingt. Door de fado te zingen houden we Amália toch nog een beetje in leven. Of in ieder geval de fado. Maar de fado zing ik (net als Amália dat op haar manier deed) op een vernieuwende manier, op mijn manier. Ik ben blij dat Amélia mij goed begreep en deze prachtige tekst heeft geschreven waar ik samen met Frank Keijzer de muziek op heb gemaakt.

daisy-correia3

WiM: Wat is voor jou de meerwaarde geweest van het live met publiek opnemen van dit album?
Ik (+de band) proberen onszelf altijd uit te dagen. Wij vonden dit een mooie en eervolle uitdaging. Ik wilde de liederen van Amália niet te netjes inspelen, niet te mooi maken. Dan vind ik dat je ze juist lelijk maakt. Live spelen leek voor deze muziek & Amália’s repertoire  een perfecte combinatie te zijn. De sfeer zit er meteen goed in, we spelen met z’n allen en het wordt nooit ‘te’ mooi..

WiM: Wat is jouw beeld van en visie op de fado van dit moment in Portugal en ook daarbuiten? In Nederland o.a. want fado is nog altijd zeer populair in Nederland! En hoe sta je daar zelf in?
In Portugal zie je op dit moment dat er een jonge generatie is opgestaan die de fado oppakt. Na het overlijden van Amália (1999) durfden jonge fadistas weer de fado te gaan zingen, denk aan Cristina Branco, Camané en Mariza.  Daarvoor durfden ze het niet omdat ze bang waren dat de fadokoningin deze niet goed zou keuren. Nadat in 2011 de fado als immaterieel cultureel erfgoed van Unesco is benoemd is een nieuwe jonge generatie opgestaan die de fado omarmt omdat ze trots zijn op hun traditie en deze willen voortzetten. De fado is in Portugal onder de jongeren “in de mode geraakt”. Je hebt wel de strijd tussen de oudere fadoliefhebbers die vinden dat de fado zoals deze bekend is zo hoort te zijn en men er niet aan mag komen en je hebt de jongeren die de fado vernieuwen. Eigenlijk is de strijd die nu gevoerd wordt hetzelfde als de strijd die Amália voerde toen zij de fado op haar manier veranderde. Vanaf het begin van mijn fadocarrière heb ik altijd de fado op mijn manier gebracht, dus ook vernieuwend. Ik denk dat je hiermee ervoor zorgt dat de fado blijft bestaan.

Commercieel gezien is de fado in Nederland op dit moment minder populair dan zo’n 10 jaar geleden ; het is een niche markt. Het lijkt ook wel of het publiek een beetje fado moe is en deze niet meer zo bezoekt. De crisis heeft natuurlijk ervoor gezorgd dat er minder mensen naar theaters gaan, de zalen minder gevuld zijn en men niet zo snel iets avontuurlijks zoals de fado zoekt om te gaan zien. Theaters hebben op dit moment veel aanbod van  fado artiesten uit Portugal omdat deze daar niet veel werk hebben en ze graag in het buitenland willen optreden. De fadoliefhebbers waar er veel van in Nederland zijn, willen natuurlijk graag dat er veel fadista’s deze kant op komen. De zalen zijn ook bij grote namen minder gevuld dan voorheen.

Het Nederlandse volk houdt van fado. Nederland is na Portugal, niet voor niets het tweede land waar de fado zeer geliefd is. Apart is dat het niet de Portugezen zijn die massaal naar een optreden komen, maar juist de Nederlandse fado liefhebbers. Het is heel jammer dat de Portugezen in Nederland hun eigen fado in Nederland niet erg omarmen.

Zelf ga ik lekker in de fado, ik maak mooie programma’s op mijn manier en heb nog vele uitdagingen in de fado voor de boeg.

WiM: Ga je het album ook in Portugal zelf live brengen?
Wat een goed idee! Ik zou wel willen, maar ik denk dat het er voor dit album niet opzit. Dit album is een bijzonder album. Ik zit in een bijzonder bloeiende periode van mijn leven, ik ben namelijk in verwachting van ons tweede kindje. Ik kan niet eens meer vliegen! Maar ik hoop in de toekomst weer wat te kunnen gaan doen in Portugal.

WiM: Wat zijn de toekomstplannen?
Door een aantal jaren op zoek te zijn geweest naar ‘wie ben ik in de fado’ ben ik er achter gekomen wat ik wil uitdragen. Waarom ik de fado zing die ik wil zingen en spelen. Mijn wil is om te doen wat ik wil doen, met mijn eigen muziek en eigen teksten, met mijn versie van de fado. Het is super moeilijk om in deze wereld te doen wat je het allerliefste zou willen doen en er niet voor te kiezen om commercieel te gaan. Ik voel om me heen dat mijn publiek het heel leuk vindt als ik zowel in het Nederlands als het Portugees zing. Dus in combinatie met mijn eigen ding doen, wil ik ook het publiek een beetje meer Nederlandse fado brengen. Dat zal ik vanaf oktober met mijn nieuw theaterprogramma gaan doen. Ik treed nog tot midden maart op en daarna ben ik met zwangerschapsverlof. We zijn dan al midden mei aanbeland en hoop in de zomer met mijn man en twee kinderen van de mooie tijd samen te kunnen gaan genieten.