Met zijn eerste solo album Diam (2004) maakte de Afrikaanse Daby Toure gelijk grote indruk. Rijke singer-songwritersongs met heerlijk kabbelende ritmes en Toure’s prachtstem als fijne sensatie.

Geboren in Mauritanië en gedeeltelijk opgegroeid in Senegal verbood zijn vader Daby de muziek in te gaan maar getriggered door het verbod wist Daby toch stiekem gitaar te leren spelen. In 1989 verhuisde Daby naar Parijs om in Toure Kunda, de band van zijn broers, te gaan spelen. Niet lang daarna startte hij met zijn neef Omar de band Toure Toure.

Op zijn eerste soloalbum Diam vindt Daby zijn excellente vorm. Zijn singer-songwriter kwaliteiten, zijn prachtige stem en geweldige gitaarspel komen in 10 songs volledig tot hun recht. Sober opgenomen, met alle aandacht op gitaar en stem en slim geplaatste percussie en heel soms een extra instrument als toevoeging, komen zijn Afrikaanse/Senegalese/Malinese roots in fraai ritmische patronen perfect in de soms regelrecht poppy songs volledig tot wasdom. Producer Cyrille Dufay weet steeds met slimme productionele vondsten het uiterste uit de songs te halen zonder de simpele structuur van de songs te veranderen.

Openingssong Iris heeft gelijk die mooi transparante benadering die Toure in zijn songs voorstaat. Prachtige melodie en zang, heerlijk gitaarspel en prachtig kabbelende ritmes. Ook songs als Yaw, fijn onderbouwd door slimme samples, is een prachtig voorbeeld van Toure’s kunnen. Het zeer fraaie Dendecuba en het halverwege met een fijn steviger ritme opgebouwde Hammadi, het prachtig melancholische Fabe en Bary zijn van grote klasse. Diam is een rijk album en wat voor niet World kenners een prachtige kennismaking is met Afrikaanse muziek. Voor World kenners is Diam een album dat met elke draaibeurt zijn aparte klasse steeds weer openbaart.