×

Interview

01 augustus 2014

Cristina Branco: Idealiste in woord en zang

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Op de zonnige laatste dag van een lange Nederlandse tournee die haar van A (Arnhem) tot Z (Zaandam) in exact 26 Nederlandse theaters en schouwburgen bracht, nam Cristina Branco de tijd om in gesprek te gaan over haar muziek en de betekenis daarvan voor haar, in meerdere opzichten. De tour stond in het teken van de overzichtsboxset Idealist. Naast de tour waren er meer dan genoeg onderwerpen voor een gesprek in Amsterdam, haar huidige woonplaats.

WiM: Je hebt een lange Nederlandse tour nu afgerond. Hoe kijk je daarop terug?
Het was een lange tour maar zeker ook een geslaagde tour. De 26 concerten waren naar mijn beleving erg goed. Ja, 26 concerten zijn er veel, zeker. En dat is best zwaar. Maar het was mooi om te zien dat er ondanks de crisis kun je spreken van een geslaagde tour. De zalen waren steeds goed vol en mijn verwachtingen van het publiek kwamen helemaal uit.

WiM: Zoveel verschillende concerten, zoveel zalen. In hoeverre ben je zelf betrokken bij de keuze van de zalen?
Dat ligt helemaal buiten mij. Zoals ik het zie, hebben de theaters gereageerd naar de boeker die hen had aangegeven hoe lang ik in Nederland zou zijn. Daar hebben de zalen vervolgens data in geprikt.

WiM: We zagen twee concerten van je tijdens deze tour. In Alkmaar in een grotere schouwburg, naderhand in Waalwijk in een wat intiemere setting. In hoeverre beïnvloedt de zaal je tijdens je optredens?
Voor mij is dat niet de zaal waarop wij reageren op het podium, het gaat altijd om het publiek en de interactie die ervan de mensen in de zaal naar ons komt. Soms reageert een zaal ingetogen en dat merken wij. Alkmaar en Waalwijk waren beide enthousiaste zalen.

Cristina Brancow & band

WiM: Het optreden in Waalwijk leek speelser. In hoeverre speelt het dan mee dat je het einde van de tour nadert?
Nee, dat heeft daar niets mee te maken. Zo spelen we wel vaker. Dat heeft te maken met de stemming die we hebben als we het podium opkomen. Natuurlijk, de interactie met het publiek speelt daar een grote rol in, maar zeker ook onze eigen stemming. Het is de interactie die maakt dat het wordt wat het wordt.

WiM: Hoe bereid je je voor op een tour? Er staan immers nog meer concerten gepland.
Ja, er staan er flink wat op de rol. In juli zijn we weer hier in het Concertgebouw, maar eerst een aantal internationale data. Wat ik doe? Niets bijzonders eigenlijk. Ik zorg er vooral voor dat ik genoeg slaap krijg en uitgerust ben, goed eet en me niet ergens aan te buiten ga. Dat is het wel zo’n beetje. Als wij veel spelen, is het niet nodig te repeteren want we spelen dan altijd al. Dan is het vooral een kwestie van doorgaan en gezond blijven.

WiM: In je inleidende woorden bij Idealist zeg je dat het moeilijk was terug te gaan in de tijd die je muziek maakte. Toch heb je die stap uiteindelijk gezet. Hoe was het dan op basis van Idealist je setlist te maken? Zou je je setlist nu een ‘Best of’ willen noemen?
Ja, ik zou het wel een ‘Best of’ noemen. Bij het maken van de setlist heb ik me gericht op de band (Portugese gitaar, dubbele bas, piano) zoals die nu is en hoe we samen het beste uit die nummers kunnen halen. Dat is de basis van de setlistkeuze. Natuurlijk spelen we onze favorieten en de nummers die voor het publiek heel erg aansprekend zijn. Daarnaast proberen we vrolijke en treurige liedjes af te wisselen en we laten zien wat we in al die jaren zo’n beetje gedaan hebben.

WiM: Als je kijkt naar je gewone albums, hoe gaat dat dan in zijn werk? Je gebruikt immers vaak poëzie als tekst. Zoek je dan poëzie op die jou inspireert bij de muziek of brengt de muziek je tot bepaalde poëzie?
Het komt wel voort uit mijn inspiratie. Dan sluiten teksten daarbij aan. Het komt ook voor dat ik mensen vraag voor mij te schrijven en dan vragen we soms wel de vrijheid hier en daar iets te veranderen. Dat werkt ook goed. Het komt echter ook vaak voor dat ik poëzie gewoon ontdek. Dat gebeurt zeker ook. Ik schrijf zelf niet. Althans niet om te zingen.

WiM: Er is wel tenminste één tekst van jouw hand. Hoe werkt dat dan?
Ik heb de tekst wel geschreven, uit mijn gevoel. Ik zing dat zelf niet. Degene die het las, vond het mooi en vond dat ik er iets mee moest doen. Voor mij is het raar. Ik ben gewend om me de teksten van anderen eigen te maken. Ook qua gevoel. Het voelt niet prettig om eigen teksten te zingen.

WiM: Komt dat dan te dichtbij?
Misschien komt het te dichtbij, maar, wat is dan de betekenis van mijn teksten? Wie ben ik als schrijver in vergelijking met grote dichters? Voor mij werkt dat niet. Het voelt ook ergens ongepast.

WiM: Dat is geen bescheidenheid?
Nee, dat is geen bescheidenheid. Ik schrijf graag. De begeleidende teksten schrijf ik graag zelf. En ik kan dat zeker ook. Ik heb een achtergrond in de journalistiek. Maar dat is niet hetzelfde als poëzie schrijven. Voor mij komt er dan iets bij kijken waar ik niet achter sta. Ik laat dat graag aan echte dichters over.

WiM: Als je een album maakt, waar begin je dan mee? Met de muziek of met de tekst?
Het begint altijd bij mij. En dus de teksten. Een gedicht dat ik wil zingen, is vaak het vertrekpunt. Daar start voor mij ook het overzicht van een nieuw album. We hebben wel eens een enkele keer de muziek als vertrekpunt genomen, maar dat komt minder vaak voor. Misschien, misschien heeft het wel te maken met mijn voorliefde voor teksten. Maar ik ontken niet dat het ook wel eens fijn is om met muziek te starten vóór ik de teksten heb. In het merendeel van de albums werkte het echter zo dat ik de teksten, thema’s van een album al klaar had vóór de muziek. Misschien is het goed om eens het vertrekpunt andersom te nemen en me te laten leiden door de muziek. Gewoon eens zien waar dat ons brengt.

WiM: Je gaat altijd erg op in je muziek en in de teksten. Hoe gaat dat dan in zijn werk?
Ik ga altijd erg op in de muziek en ik merk het de ene keer meer op het podium dan het andere. Vooral omdat ik soms een heel intense en hoorbare zucht uit. Maar het is echt de beleving van muziek en naarmate je langer optreedt, is dat wel een heel bewuste mentale en fysieke ervaring.

WiM: Door de jaren heen, hebben we je meerdere keren live in Nederland zien optreden. Wat opvalt, is dat je met deze band erg veel speelplezier hebt. Nu was die interactie er met de mensen om je heen er altijd wel maar het lijkt nu meer dynamisch dan ooit tevoren. Soms lijken jullie wel te jammen. Hoe kijk je daarnaar?
Het klopt wel wat je zegt. Toen ik begon, was ik erg het middelpunt van een optreden en waren mijn begeleiders mijn begeleiders. Er stond een groot gezelschap te spelen als je naar ons kwam kijken. We zijn nu nog met vieren, drie mannen en ik, we zijn veel meer een eenheid. In zo’n klein team komt het er veel meer op aan dat we allemaal scherp en goed moeten zijn. Verstoppen achter het geluid van een ander kan niet. Goed, ik ben dan wel de zangeres maar we staan er echt samen. Wij treden op. Het is niet zozeer Cristina en haar begeleiders. We werken echt samen als een hecht team. Zo maken we graag muziek. We halen het beste uit elkaar naar boven en als je zo op elkaar ingespeeld bent als wij zijn, is er ook niet veel nodig. Het is heel anders dan jaren geleden; we zijn erg verbonden met elkaar.

WiM: Nu ben je ook minder introvert op het toneel? Je komt ook sprankelender over op de bühne.
Ja, dat zeker. Dat heeft echt te maken met de manier waarop we samen spelen. Het heeft er ook veel mee te maken dat ik gegroeid ben in de beleving van de muziek. Dat is veranderd door de tijd.

WiM: De titels van je cd’s zijn meestal één woord lang, misschien hooguit twee. Is dat voor jou een bewuste keuze?
De titels moeten een internationaal publiek kunnen aanspreken. Of het nu gaat om herkenbaarheid in het Engels, Frans, Portugees. Daarom werk ik vaak met Latijnse titels zoals ‘Sensus’ of ‘Corpo Illuminado’ of woorden die direct aanspreken in Frans of Engels. Dit laatste album kreeg overigens de naam van de platenmaatschappij. Ik had mijn hoofd er al over gebroken en kwam er niet uit. Toen stelden ze deze titel voor: ‘Ideal list’.

WiM: Nog even terug in de tijd, naar Allegria. Je hebt vaak lichte liedjes en dat kun je van Alegria niet zeggen. Dat zijn twaalf liedjes over het leven met sociale kritiek erin verwerkt. Hoe ben je daar toe gekomen?
Het was een uitdaging en een gevaarlijke onderneming, Maar ik neem graag risico. En als ik straks terugkijk op mijn carrière, dan wil ik terug kunnen kijken en trots zijn op wat ik gedaan heb. Daar hoort het benoemen van mijn gedachten, mijn gevoelens ook bij. Daar loop ik niet voor weg. Ik denk dat veel componisten of liedjesschrijvers onderwerpen pakken die voor de luisteraar makkelijk in het gehoor liggen. Ik heb geprobeerd het moment te pakken om mensen na te laten denken. Muziek mag ook prikkelen. Allegria ging over mijn eigen, langzame revolutie. Niet alleen Portugal, heel Europa verandert. En muziek heeft de kracht om je daar over te laten nadenken. Muziek mag ook over sociale en maatschappelijke onderwerpen gaan, over het dagelijks leven. En nu was er voor mij het moment gekomen om te zeggen: dit is verkeerd. Zo gaat het niet goed. Ik heb dat poëtisch ingekleed in een verhaal over twaalf mensen. Die twaalf mensen hebben namen en levens gekregen en ik heb een aantal tekstdichters gevraagd die levens in tekst te vatten. Er zijn twee liedjes die covers zijn en die passen in het geheel. Van de schrijver van Alice No Pais Dos Matraquilhos, Sergio Godinho, heb ik misschien wel de meeste liedjes in mijn repertoire gezongen. Van mijn eerste album Murmurios tot Allegria: ik zing zijn liedjes graag. Toen Sergio Allegria hoorde, vond hij het een mooi maar ook gevaarlijk album.

WiM: Op wat voor manier werd het album in Portugal dan ontvangen?
Met angst, feitelijk. Mensen vinden het mooi, het is een soort conceptalbum en iedereen kent het verhaal wel, maar mensen willen liever niet in de spiegel kijken. Als je naar een concert gaat, wil je plezier hebben en niet geconfronteerd worden met zorg, met twijfel, met angst. Dat beeld heb ik in elk geval.

WiM: Bij veel van je albums zijn je teksten vertaald in meerdere talen. De manier waarop jij vertelde over Allegria bij de concerten maakte dat ik nieuwsgierig werd naar de teksten. Helaas zijn die in het boekje van dit album niet te vinden. Wat kun je er verder dan over vertellen?
Je kunt natuurlijk proberen de teksten te vertalen via Google. Weet je zeker dat de teksten niet zijn vertaald? Ik dacht dat deze nu toch ook wel vertaald waren. Ze zijn meer dan de moeite waard. Jammer, heel jammer dat ze er niet bij zitten. Dit zijn toch wel erg wezenlijke teksten. Misschien zal ik ze dan alsnog publiceren. Ik had echter wel verwacht dat ze erbij zaten. Misschien dat de platenmaatschappij nu heeft willen bezuinigen in verband met de crisis. Een andachtsverschuiving binnen de platenmaatschappij is wel merkbaar; geld is belangrijker geworden.

WiM: We hadden het al over Alice No Pais Dos Matraquilhos. Hoe kwam het arrangement tot stand: jullie uitvoering is immers wezenlijk anders dan het origineel.
De mannen in de band hebben zich erover ontfermd. Ik hoefde enkel te zingen. Ze hebben er een mooi arrangement van gemaakt.

WiM: Waar gaat juist dit lied over?
Alice is een jong meisje en haar moeder is een prostituee, haar vader werkloos, haar broer in het leger maar het gaat niet goed met hem. Hun leven is aan de zelfkant van het bestaan. Alice wordt uiteindelijk gered door Leonor, zij is een buurvrouw of een bekende en let op haar manier voor Alice. Alice vecht voor haar leven, vecht voor haar bestaan. Ze neemt alles waar en ze is verdrietig over wat ze ervaart. Het leven gaat maar door buiten haar om en zij observeert en beschrijft het. Iets verder in het lied ontmoet ze een jongen uit het asielzoekerscentrum en hij ziet haar in het café en hij zegt: “Alles hier is op zijn plaats. Wil je met mij meekomen?”. En ze worden verliefd. Aan het einde van het lied laat ze de foto’s van hun kinderen zien aan Leonor. De cirkel is dan dus rond. De titel laat zich vertalen als een donkere “Alice in wonderland” maar dan vertaald als “Alice in het land van tafelvoetbal”. Die zag ze natuurlijk in het café waar ze werkte. Zij speelde veel tafelvoetbal.

WiM: Op welke manier denk je dat muziek kan bijdragen aan het leven, aan de ontwikkeling van de wereld? Hoe wil je dan dat die wereld eruit ziet?
Niet roze, zeker niet. Er is altijd donker en licht maar het leven heeft veel kleuren. Met Allegria heb ik geprobeerd het leven te beschrijven en tegelijk ook hoop te geven. Alle twaalf verhalen op Allegria gaan over beroerde situaties. Of het nu gaat om O Palhaco E Ministro met zijn satire, het leven van een prostituee, een drugsdealer, een immigrant. Al die verhalen spelen zich af aan de zelfkant. Ik noemde het album Allegria, blijdschap, juist vanwege het scherpe contrast. We leven niet in een gelukkige tijd. Maar we moeten wel doorgaan en ervan uitgaan dat er hoop is voor mensen.

WiM: Als we het hebben over muziek die jou inspireert, wat zijn voor jou dan inspiratiebronnen?
Jose Afonso, Chico Buarque, Sergio Godinho en Amalia Rodriques, die vier zijn dan voor mij wel de belangrijkste bronnen.

WiM: En buiten de Portugese muziek en fado dan? Je noemt op Idealist ook Joni Mitchell?
Dat is een heel andere vorm van inspiratie. Eigenlijk kun je er dan nog wel veel meer noemen. Jacques Brel, Nina Simone, Sarah Vaughan, Cole Porter, Gershwin. Ik pak heel veel invloeden uit verschillende muzieksoorten op. Ik noemde Amalia omdat zij voor mij de vonk bracht die mij deed zingen. Maar voor ik haar ontdekte luisterde ik vol enthousiasme naar Sergio Godinho, Chico Buarque en natuurlijk Jose Afonso. Even goed luisterde ik naar Billie Holiday, Edith Piaf, Janis Joplin. Janis vond ik geweldig.

WiM: Allemaal artiesten vol passie…
Ja, maar kun je zingen zonder passie? Dan is toch niet echt? We zijn als maatschappij erg gericht op consumeren en ook veel muziek neem je tot je om weer snel te vergeten. Althans, dat gebeurt. Misschien druk ik me te sterk uit, maar veel hedendaagse muziek is erg vluchtig, misschien veel meer een hype. Hoeveel blijft er van hedendaagse muziek hangen? Hoe lang blijft een hit bekend? Heel vaak is muziek enkel en alleen een product dat uit een computer komt en niet meer? Als het om muziek gaat, dan is de passie daarvoor, het maken van muziek wat voor muzikanten en artiesten waar het om gaat. Je wilt je als muzikant uiten, je geest laten klinken. Waar is de menselijke geest in de huidige muziek?

WiM: Je gebruikt veel Portugese teksten. Wat kun je lezers aanraden om zich in de Portugese geest te verdiepen, om bijvoorbeeld ook fado te begrijpen?
Fernando Pessoa zou ik dan zeker aanraden, maar ook Luis de Camoes. En zoek je het dichterbij fado, dan denk ik aan David Mourão-Ferreira. Hij is wel een van mijn favoriete auteurs op het gebied van fado. En nieuwere namen die je mag verbinden aan Portugese muziek of aan fado, die misschien nog nooit een boek schreven, maar wel belangrijk zijn in het schrijven van teksten voor zangers of zangeressen, zijn er ook. Miguel Farias, een vriend van mij die doceert aan Oxford, is zo iemand. Hij schrijft erg vanuit de beleving van saudade, het missen van thuis, hij mist Portugal en de oude taal. Als hij schrijft, gaat hij terug naar het verleden. Ik schrijf graag vanuit het perspectief dat hij hanteert. Longe Do Sul en A Laurindinha zijn twee van zijn prachtige teksten. A Laurindinha vind ik heel erg mooi. Dat staat op Fado Tango. Het gaat over een jonge, ongehuwde moeder die in een verlaten dorpje in het Noorden van Portugal woont en haar contact met de buitenwereld heeft via Facebook.

WiM: Op wat voor manier komen jij en bijvoorbeeld de andere jonge Fadozangeressen, Misia en Mariza ooit bij elkaar, om te praten of om samen iets op te nemen?
Dat gebeurt niet. (Lacht.) Misia heeft nooit iets gedaan met Portugese zangeressen of zangers voor zover ik weet. Met Mariza en ook Ana Moura werk ik wel eens samen aan projecten. We hebben nu alle bijgedragen aan een album van Carlos do Carmo. Zowel Mariza, Ana Moura als Carminho doen allemaal mee. Maar tijd om met elkaar bijeen te komen om over muziek te praten, nee, dat is er nog niet van gekomen. We volgen wel wat we doen onderling. En ja, (lacht) we komen elkaar tegen in luchthavens.

WiM: Voelt het wel voor jullie dat jullie allemaal deel uitmaken van een en dezelfde muziekstroom?
Nee, dat geloof ik niet. We verschillen onderling veel. Er is ruimte om dat alles te kunnen doen, maar onze aanpakken zijn heel verschillend. Zij zullen ongetwijfeld hetzelfde zeggen. Ik heb al helemaal geen commerciële inslag in mijn muziek. Of in mijn leven, eigenlijk. Sommige van mijn collega’s houden zich tegelijkertijd strikt aan de oude uitgangspunten van fado. Het is mooi om te zien dat we dat tegelijk ook nodig hebben.

WiM: Als je kijkt naar jouw beleving als je live speelt, je gaat er helemaal in op, zegt dat dan iets over jouw benadering van fado?
We hebben wel diverse arrangementen die anders zijn dan de traditionele arrangementen maar in de zanglijnen en de expressie die ik erin leg, dat is puur fado. De zanglijnen dansen met de muzikale arrangementen maar blijven overeind. Ik volg daarin heel trouw de oude zanglijnen. Dat voelt goed voor mij.

WiM: Wat kun je vertellen over je publiek?
Vroeger was mijn publiek ouder dan het nu is. 50, 60 waren leeftijden die je veel zag toen ik net startte. Nu zie ik, om te beginnen in Portugal, wel een verandering. Ook twintigers komen nu. Langzaam maar zeker zie ik dat ook in Nederland gebeuren. Als mensen zich laten verrassen door dat ze naar een optreden komen en zich opeens realiseren dat een optreden veel universeler klinkt dan wat hun verwachting was van fado, dan is dat heel mooi. Dat is iets dat ik wel nastreef.

WiM: Hoe kijk jij naar jezelf als Portugese vertegenwoordiger in het buitenland, in hoeverre neem je de Portugese ziel mee naar optredens in het buitenland?
Ja, dat laatste is voor mij vanzelfsprekend. Dat kan bijna niet anders. De cultuur draag ik uit, dat zeker. We merken ook wel dat mensen interesse krijgen in de Portugese cultuur, in de taal of naar het land komen, door het contact met onze muziek. Dat vind ik belangrijk. Ik ben echter zeker niet de vertegenwoordiging van Portugal als staat. Ik ben niet zo trots op hoe we het in sociaal-economisch opzicht deden of doen. Dat gaat niet zo goed. Maar de cultuur? Ja! Die is prachtig. Een mooie taal, geschiedenis en ja, ik kan er alleen trots op zijn. Het is mooi om te merken dat we dat gevoel voor de cultuur kunnen overbrengen.

WiM: Kun je je een leven voorstellen zonder fado of saudade?
Nou ja, saudade is eigenlijk overal. Het is niet enkel en alleen voorbehouden aan Portugezen. Je mist je land als je er niet bent. Het is wel iets dat wij ons eigen gemaakt hebben, onze kijk op het leven. We zijn het laatste Europese land grenzend aan het water, met de rug naar Europa toe. Het is een gevoel dat bij ons diepgeworteld is. Zonder dat gevoel leven? Nee, dat kan niet. Ik wil met poëzie leven en dit gevoel is zo poëtisch. In feite betekent het een voortdurende afwisseling van blijdschap en zorg. We zijn gewoon rusteloos als volk. In feite, we willen begrijpen en tegelijkertijd ontdekken en die twee dingen, als je nadenkt omdat je wilt begrijpen, heb je geen tijd om te ontdekken.

WiM: Misschien is het de behoefte aan onbalans om in balans te zijn?
(Lacht.) Ja, dat zou wel kunnen. Maar het is iets moois. Mooi omdat het ook iets is dat je niet uitlegt.

WiM: Kwam Slauerhoff in de buurt van het doorvoelen, het begrijpen?
Ja, dat kun je wel stellen. Hij had het gevoel dat hij niet aansloot in zijn eigen omgeving en vond in Portugal meer een thuis. Maar zijn beleving is donkerder dan de onze, vind ik. Wij nemen een zekere lichtvoetigheid en humor mee. Hij was wel romantisch, ook de periode waarin hij leefde.

WiM: De laatste paar vragen, dan nu. Als we nu Idealist even vergeten, welk album geeft jou dan het beste weer?
Moeilijke vraag. Ik denk Fado Tango. Of Abril. Alhoewel, Abril gaat eigenlijk om Jose Afonso, zijn teksten. Dan is het toch Fado Tango, het album dat voortvloeide uit Ulysses. Ulysses zou ik eerder in de tijd gezegd hebben. Nu toch Fado Tango.

WiM: Wat haal jij uit muziek?
Het is voor mij misschien ook wel een vorm van exorcisme. Ik ben door de jaren heen heel erg gegroeid, rijper geworden op het podium. Durf mijn angsten aan te gaan. Muziek, het is mijn leven. Mijn leven. Zo kun je het wel zeggen.

WiM: Laatste vraag, wat wil je overbrengen met je muziek?
Er is altijd een boodschap. Voor mij is de boodschap: muziek heelt. Er zit meer in muziek dan je op het eerste oog denkt. Het is de combinatie van tekst en muziek, het is de interactie met het publiek, het is wat het daarna met je doet. Het is een heel mooi en intens moment van delen. Ik zou niet zonder leven kunnen zeggen.

WiM: Obrigado, dank je wel voor je tijd, voor dit interview. Veel succes met de Idealist-tour.
Dank je wel!