×

Concert

19 mei 2014

Beatriz Aguiar zingt kleurrijke liederen van de zee

Geschreven door: Rik van Boeckel

De al sinds de jaren negentig in Nederland wonende Uruguayaanse zangeres Beatriz Aguiar bracht twee albums uit waarop ze de luisteraar meeneemt op een reis langs een divers Latijns-Amerikaans muzieklandschap; en niet alleen dat want na haar debuut Mi Cancíon (2006) kwam op het in 2012 verschenen Nomade haar fascinatie voor de muziek van de Middellandse Zee (Sardinië, Spanje) tot uiting. In de muziekvoorstelling Cantos de Mare ( Liederen van de Zee) brengt ze haar muzikale inspiratie ten tonele op een boeiende ingetogen wijze; subtiel, lyrisch en kleurrijk.

In Theater Ludens in Voorburg werd ze begeleid door Daniel de Moraes (Uruguay) op gitaar en Jaime Rodriguez (Colombia) op percussie; met de laatste speelde ze in het verleden ook samen in Rumbatá (Big Band). Speciale gast was de Italiaanse accordeonist Riccardo Tesi die speciaal voor dit concert was ingevlogen.

Het bijzondere aan de muziek van Aguiar is dat je muziek hoort uit Latijns Amerika die niet vaak voor het voetlicht treedt in Europa: uit Uruguay, Argentinië, Peru en Colombia. En hoewel ze wel beïnvloed is door tango, zijn ook Argentijnse muziekstijlen als chacarera en zamba ( niet te verwarren met de Braziliaanse samba) te horen. In de eerste nummers hoorde je als het ware het geluid van de zee, de titel Agua (water) zegt al genoeg.

“De muziek van Latijns Amerika heeft zo veel verschillende kleuren, wij komen van verschillende rivieren, verschillende zeeën” legde Aguiar tussen de liederen door uit. “Daniel de Moraes woonde ook in Portugal, Jaime Rodriguez aan de andere kant van de Atlantische Oceaan en ik in Montevideo aan de Rio de la Plata, de zilveren rivier. En Riccardo Tesi uit Toscane aan de Middellandse Zee.”

Tesi voegde met de diatonische accordeon een bijzondere klankkleur toe aan de nummers van Beatriz. Hij ontdekte deze accordeon op Sardinië en begon er op te componeren; op het onlangs uitgebrachte album Maggio, opgenomen met Banditaliana, is de variëteit van zijn spel goed te horen. Hij kreeg van Aguiar een solomoment waarin hij een mooie soms percussieve demonstratie gaf van wat er op dit instrument mogelijk is; associaties met traditionele Italiaanse volksmuziek liggen voor de hand maar aan de andere kant moet je constateren dat dit instrument ook een geheel eigen muzikaal universum herbergt.

Met Daniel de Moraes bracht Beatriz Aguiar een subtiele uitvoering van Carlos Gardel’s Volver ten gehore, heel mooi, intiem en ingetogen. Met alleen Jaime Rodriguez op de Colombiaanse bombo drum zong ze het enerverende Mi Cumbia; Rodriguez gaf een mooie traditioneel klinkende solo op de bombo, bij verschillende liederen bespeelde hij andere percussie instrumenten zoals de cajón en de conga.

Aguiar zong liederen van haar eerste album Mi Cancíon zoals het van de Peruaanse zangeres Susana Baca bekende Xanahari, en van Nomade bijvoorbeeld El Bailarin de los Montes en El tragico naufragio de la nave Sirio, over een schip vol emigranten dat vanuit Genua naar Zuid-Amerika vertrok en midden op zee ten onder ging. Mooi waren ook de liederen die Beatriz schreef bij de muziek die Jaime Rodriguez componeerde bij een film over een onder water levend zoogdier uit het Amazonegebied. Liederen van componisten als  Hugo Fattoruso ( Uruguay) en Orlando Mino ( Argentinië) passeerden de revue. Het publiek luisterde zeer aandachtig naar dit concert vol kleurrijke nuances. Aguiar sloot af met de Afro-Uruguyaanse candombe, een drumstijl die is ontstaan onder de slaven in Montevideo en is gebaseerd op Afrikaanse bantu ritmes.