×

Nieuws

04 september 2015

In de gaten houden: Nathaniel Rateliff (& The Night Sweats)

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Stax

Als je van (h)eerlijke en opwindende soul met blazers houdt moet je dit najaar Nathaniel Rateliff en The Night Sweats in de gaten houden. Hun gelijknamige debuutalbum biedt een fijn opwindende collectie soulsongs die met veel passie gespeeld worden en de band komt ook live spelen. Absoluut middelpunt in de band is trouwens Rateliff zelf die niet alleen alle songs schreef maar ook nog eens gezegend is met een geweldige soulstrot. In combinatie met zijn heerlijk no-nonsense uitstraling imponeert hij nog harder.

WiM: Je officiële debuutalbum Memory Of Loss kwam zo’n vier jaar geleden uit (in 2010 in de USA en 2011 in de rest van de wereld) en het onverwacht uitgebrachte vervolg Falling Faster Than You Can Run twee jaar geleden. Het nieuwe album betekent een flink breuk met dat album.
Ik begon als songschrijver die, zoals zoveel anderen, muzikaal op zoek was. Ik dacht dat mijn stem het beste naar voren kwam als ik rustiger, meer introspectieve songs speelde met puur een akoestische gitaar. Ik ben trots op mijn eerste albums maar ondervond bij het toeren dat ik het liefst met meerdere muzikanten in een band samenspeel en reis. Daarnaast houd ik erg van de energie van met een band spelen en ontdekte ik al snel dat de soul mij meer ligt dan het singer-songwriterschap. De energie van soul zit al van jongs af aan in mijn bloed. Ik draaide vroeger bij mijn ouders de albums van Wilson Picket en Sam Cooke en later ook Marvin Gaye en James Brown volledig grijs. Maar als blanke man soul zingen, tja het blijft toch een apart geval (lacht).

WiM: Het album klinkt lekker fris en de band lekker gedreven. Je moet tijdens de opnamen toch zeker het gevoel gehad hebben dat je op het juist spoor zat?
Dat is goed om te horen! Ik denk dat onze producer Richard Swift hier een heel belangrijke rol inspeelde. Swift is zelf niet alleen een super gedreven muzikant (onder meer als gastmuzikant in The Black Keys en The Shins maar ook als vaste sidekick naast Dan Auerbach in The Arcs) maar hij geloofd ook in een puur geluid. Op zijn indicatie besloten we alle instrumenten in één ruimte te duwen en alle songs tegelijk met elkaar op te nemen. Juist die live-feel maakt het album, denk ik, zo sterk. Je proeft de chemie en energie die we hadden toen we de songs opnamen.

WiM: Je teksten klinken persoonlijk en direct, je manier van zingen sluit daar nogal hard op aan.
(lacht) Ik denk dat je daar een punt hebt. Vanuit mezelf ben ik nogal gesloten. De meeste relaties die ik heb gehad gingen kapot op het feit dat ik moeite heb om mezelf uit te spreken, te zeggen wat ik voel. In mijn muziek heb ik daar vreemd genoeg helemaal geen moeite mee en weet ik alles duidelijk te benoemen. Dat mag vreemd klinken en dat is het natuurlijk ook. Erg onhandig ook. Gelukkig is de muziek mijn leven en omdat ik me bewust ben dat ik in mijn muziek er alles uit kan gooien hoop ik dat een toekomstige partner al mijn gevoelens maar uit mijn muziek haalt. Al is dat misschien een beetje te hoog gegrepen (lacht).

WiM: Je noemt The Band en Van Morrison als grote invloeden voor je nieuwe album, eigenlijk voor al je werk.
Ik groeide op met hun muziek en ik denk nog steeds dat The Band één van de meest onwaarschijnlijke bands is. Vooral drummer Levon Helm en bassist Rick Danko vormden een fabuleuze ritmetandem. De manier waarop zij een groove neerleggen, zelfs in die van folk doortrokken songs, zijn zo beangstigend goed. En als ze dan een Motown classic als Baby Don’t You Do It spelen, vooral die versie op The Last Waltz, man…..dat is zo ongelooflijk! Van Morrison is altijd inspiratie, vooral zijn vroege werk. Die stem en die prachtcomposities brengen altijd weer volop emoties bij me teweeg.

[youtube_sc url= iDAELXSDRrE]