×

Interview

11 april 2017

Tussen New Orleans en Europa: Dayna Kurtz

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Haar live album Here, volume 1 nam ze op tijdens een tournee door Nederland en in maart van dit jaar was ze voor een uitvoerige tournee terug in het land om op geheel eigen wijze haar muziek, samen met Robert Maché te brengen. Hoe een concert van Dayna en Robert beleefd wordt? Written In Music was erbij toen Dayna en Robert naar Nijmegen kwamen en in Lux speelden. Voor Written aanleiding om met haar in gesprek te gaan tijdens de tour. We spraken haar voorafgaand aan het optreden in Hengelo. In het gesprek toonde Dayna zich naast een open mens een bevlogen én geëngageerd zangeres en muzikante.

WiM: Mooi om je te spreken na een bijzonder concert in Nijmegen. Je wist daar het publiek zowel te betrekken als stil te krijgen bij een concert van bijna magische sfeer. Wat is ervoor nodig om zó een concert te spelen? Mooi te horen. Spelen met iemand als Robert Maché. (Lacht.) Spelen met iemand met wie je een goede band en chemie deelt. Ik kende hem voor we samen gingen spelen en hij is een van de mensen op wie ik het meeste gesteld ben. Ik was een fan van zijn spel lang voor we ooit met elkaar speelden. Hij zat in de Continental Drifters en zijn echtgenote en hij waren de eerste muzikanten die ik leerde kennen in New Orleans. Ik was een groot fan van die band en ik ging naar heel veel optredens van de band, vanuit New York waar ik toen woonde. We raakten bevriend vanuit dat fan zijn.

WiM: Geen korte afstand toch tussen New York en New Orleans? Dat is waar, maar ik kwam er graag, tourde er ook meer dan in het noorden waar ik eigenlijk vandaan kwam. Ik had er publiek en ja, het was wel ongebruikelijk ten opzichte van andere muzikanten en zangers. De meesten verdienden goed in het noorden; voor mij was dat net andersom. Ik denk dat mijn muziek daar makkelijker opgepakt werd. Daarnaast kwam New Orleans als stad meteen bij mij binnen. Ik kwam er naar aanleiding van een tour. Eigenlijk was dat niet eens een tour die de stad aandeed, New Orleans lag ergens tussen twee steden die ik aandeed, maar ik ben er naar toe gegaan, vijf dagen lang in de jaren negentig. Ik had wat tijd over tijdens de tour en de stad pakte mij. Toen de tour voorbij was, ben ik er nog even teruggekomen en gebleven. Dat gebeurde met de daaropvolgende tours steeds meer. En steeds langer. De stad heeft alles. De mensen hebben voor mij iets heel bijzonders. Het eten, de muziek, dat alles maakt New Orleans. De mensen horen erbij. Zij komen op het eten en op de muziek af. Ze zijn er geboren, er later gekomen en hebben er hun stek en ze hebben nooit ergens iets beters gevonden.  De muziek is er heel divers, het is allemaal wel heel oorspronkelijk, het komt voort uit de rootsmuziek of de blues of zydeco. Wat je er ook aan muziek beleeft, het komt allemaal uit dezelfde geschiedenis. De blues, de Mississippi invloeden, je kunt er niet omheen. Ook als je naar hiphop of bounce, een hiphop variant die in New Orleans erg leeft, luistert, het komt allemaal van dezelfde Afro Amerikaanse wortels. New Orleans stond behoorlijk centraal in de ontstaansgeschiedenis van al die muziek.

WiM: Even terug naar het optreden in Nijmegen, je speelde daar een setlist die tot stand kwam uit de interactie met het publiek. Hoe gaat je dat af? Hoe gemakkelijk is dat voor je? Voor mij is dat makkelijker dan vooraf een setlist te maken. Dat vind ik erg vervelend. Als ik er dan eentje maak en we zijn aan het spelen, dan negeer ik die setlist. Wat ik van belang vind, is dat ik kan inspelen op het gevoel van de zaal, van het publiek. Solo werk ik sowieso niet met een setlist. Als ik dat al doe, is dat met een band. Als ik met een band speel die allemaal gitaartechnici bij zich heeft, moeten ze natuurlijk van tevoren wel weten hoe de instellingen bij welk nummer dienen te zijn. Dan ben ik wel verplicht om met een setlist te werken. Maar Robert sluit zo makkelijk aan op alles wat ik aangeef; hij past daar moeiteloos zijn spel op aan. Hij heeft de structuur en het vooraf weten niet nodig. Soms krijgt hij tijdens een tour echt nummers te spelen waarvan hij niet eens weet dat ik ze speel. Hij weet daar zijn weg altijd zonder moeite in te vinden. Dat staat ook wel symbool voor veel muzikanten uit New Orleans. Het kunnen spelen van ontzettend veel muziek, vanuit die rootsmuziek, is er gewoon met de paplepel ingegoten. Dat is een groot verschil met muzikanten uit New York. Ik zie en hoor daar veel meer gerichtheid naar en oriëntatie op een specifiek genre. Als ze zich zeggen dat ze meer kunnen spelen, dan kun je dat wel met een korreltje zout nemen.

WiM: Welke voorbereidingen doe je voor een concert of voor een tour? Ga je terug naar je eerdere werk of laat je dat echt helemaal aan het moment over? Er zijn altijd wel nummers die terugkomen, vaak ook tijdens elke show. Zeg maar een nummer of zes. Dat staat los van het album dat we op dat moment uit hebben. Het zijn nummers die ik mooi vind of die ik graag speel. Het kan ook zijn dat het publiek ze mooi vindt, denk aan Love Gets in The Way of Venezuela. Die worden vaak gevraagd. Die doe ik dan dus ook met plezier voor de mensen. Zij zijn er die avond bij en mogen wat mij betreft dan ook graag hun steentje bijdragen aan hoe de show uiteindelijk vorm krijgt. We hebben wel meegemaakt dat de mensen deze tour nummers vragen die ik al heel lang niet meer gespeeld heb. Dat is mooi. Daarnaast, zeker zo fraai is het, dat mensen nummers vragen verspreid over alle muziek die ik gemaakt heb. Echt ongeveer elk album is aan bod gekomen. En dat vind ik wel vleiend. Mensen kiezen dus niet enkel de nummers die staan op wat misschien wel hun meest favoriete album van mij staat, maar ze willen soms echt gewoon de diepte in, voorbij aan die albums die misschien het meest populaire zijn.

WiM: In hoeverre komt dat dan door de manier waarop jij de liedjes die je zingt, die je brengt, met jouw emotie en overtuiging brengt? Het kan zo zijn dat veel meer dan de nummers zelf het jouw weergave van de nummers is die maakt dat mensen ze willen horen. Dat weet ik niet; ik weet niet wat mensen trekt. (Lacht.) Ik breng inderdaad een diversiteit aan nummers, aan muziek uit. Dat is echter voor velen juist een probleem. Zeker als het het bekijkt vanuit het perspectief van marketing. Vanuit dat perspectief is die diversiteit uitermate lastig, een hinderpaal van enige omvang. Hoe moet je mijn muziek categoriseren? Als het zo is dat de manier waarop ik zing, of juist die diversiteit, bijdraagt aan de duurzaamheid van mijn bestaan als zangeres en muzikante, dan is dat natuurlijk hartstikke mooi. Dan wil ik dat wel weten.

WiM: Hoe kijk je dan naar je populariteit in Europa als je het daarover hebt? Hoe kijk je naar je band met Nederland? Ongebruikelijk is het niet. Ik ken muzikanten in New York die het daar niet zo ver schoppen maar die in Portugal of Italië bekend zijn. Je kunt dus wel een plekje ergens op de wereld vinden waar je muziek binnen komt. Ik ben blij dat dat voor mij in elk geval ook Nederland is. Ik kom hier graag om te touren. Nederland en Spanje zijn voor mij beide wel bijzonder. En misschien doe ik het niet zo goed in Duitsland of in het Verenigd Koninkrijk, tegelijk is het zo dat alles wat ik in Europa doe beter is dan alles dat ik de Verenigde Staten doe. Daar is geen twijfel aan. Komt ook nog eens bij dat muzikanten hier in Europa beter betaald worden dan in de Verenigde Staten. Nou ja, met uitzondering van Groot-Brittannië, dat lijkt wat dat betreft meer op de Verenigde Staten.Voor wat betreft mijn band met Nederland, ik kan dat niet helemaal uitleggen, maar ik vind het wel erg fijn en ik ben er dankbaar voor.

Het helpt me door te gaan, zowel in financiële zin, maar zeker ook in spirituele zin. Ik word hier goed behandeld en gerespecteerd; dat maakt dat ik weerbaarder ben, het minder voor de hand liggend vind als ik slecht behandeld wordt in de Verenigde Staten. Dat is echt een mooie impuls in die waardering, dat stimuleren van zelfrespect. Zo leren we ons te ontplooien boven het gevoel soms rond te lopen als een geslagen hond.Het is wel fantastisch dat het hier in Europa zo is als het is. Ik zie het echt wel als een reddingsboei. Ik vraag me af of ik niet gestopt zou zijn als dit er niet was geweest. Misschien was ik wel liedjes blijven schrijven, maar dan wel met een baan. Ik denk dat ik niet meer zomaar zou gaan touren.

WiM: Als dat zo is, in hoeverre kun je het dan als professional invullen en er van leven? Dat kan. Maar met moeite. Toen Postcards From Downtown uitkwam en hier in Nederland een hit was en mensen nog cd’s kochten, kon ik er best een aardig middenklasse loon aan overhouden. En ik hoopte dat dat altijd zou duren. Maar ja, met de opkomst van streaming en het terugvallen van bijdragen voor muzikanten, dat heeft het wel zwaar gemaakt. Ik red het, dat wel. Dat zou anders zijn geweest als ik kinderen had gehad. Dan was ik gestopt met het vak en was ik docent geworden of zo. Dan had ik echt iets moeten doen om de brug in financiële zin te kunnen slaan. Ik heb het gezien bij collega’s, mensen die ook continu op tour waren, voor wie het te zwaar werd en die opeens een andere keuze maakten in hun leven.  Vooral de laatste vijf jaar zag ik dat toenemen. Vergis je niet, we worden ook ouder. Touren vraagt meer van je. Waar ik vroeger misschien makkelijker vanuit een busje kon leven voor langere perioden achter elkaar, wordt dat ook anders. Vermoeidheid slaat toe en ik wil ook mijn vriend wel zien; ik mis hem als ik op tour ben. Tel daarbij op dat touren vroeger kon levend inderdaad vanuit een busje en bij mensen op banken overnachten; op de lange duur kan ik dat ook niet continu. Dan verlang ik naar een rustige hotelkamer met een goed bed.

WiM: Dat vraagt veel liefde voor de muziek dus om het te blijven doen? (Lacht,) Ja, dat vraagt het zeker. Tegelijk, wat zou ik anders moeten doen? Ik heb geen alternatief. Ik ben een ‘idiot savant’ die blij is dat ie dit doet. Ik ben daar dankbaar voor. Ik verhuisde naar New Orleans, niet alleen omdat ik de stad zo ontzettend gaaf vind, het is ook een stad waar je als muzikant veel kunt optreden zonder dat je er de stad voor uit moet. Je kunt er heel veel spelen. Als ik thuis ben, kan ik drie, vier keer per week optreden en zo voorzien in mijn vaste uitgaven. Als ik verder weg ga touren, dan kan ik daarmee voorzien in grotere uitgaven. Dat kon ik niet meer in New York. New York is veel duurder. Dat valt in New Orleans wel mee. Ik doe er alles aan om mijn bestaan als muzikant zo goed mogelijk invulling te geven. Ik ben zanglessen gaan geven en heb besloten om ook maar via crowdfunding nieuwe albums te maken. Het is dus van belang om je zo aan de gang te houden. Dat wordt steeds moeilijker. Zeker wel. Als er nou drie of vier landen meer waren als bijvoorbeeld Nederland, dan waren de zorgen achter de rug. Denk maar aan Zweden bijvoorbeeld, dat zou fijn zijn.

WiM: Wat te denken van Canada dan? Canada zou geweldig zijn. Maar ik speel er nooit. Het is een vreselijk land voor muzikanten. De wet- en regelgeving voor je iets kunt doen, dat weerhoudt je er al van. Het geeft een beetje het gevoel zoals dat vroeger was in Groot-Brittannië. Ik zou er meer moeten optreden. Ik woon er niet eens zover vandaan een deel van het jaar. Dan ben ik in mijn huis in Vermont. En dat is maar al te dicht bij Montréal. Misschien moet ik het gewoon eens uitzoeken.

WiM: Nog even terug naar de synergie met Robert. Kun je iets zeggen over de eerste keer dat jullie dat ervoeren? Wat gebeurde er toen? Dat vroegen we ons laatst ook af.  We waren het kwijt. We hadden over en weer iets met elkaars muziek, dat zeker. En ik kwam naar New Orleans voor de opnames van Secret Canon vol. 1. Robert beval toen een toetsenist aan voor dat album. Juist die toetsenist vroeg ons allebei toen met hem samen te spelen bij een concert. Ik ben zo gek op hem en we houden van elkaars muziek. Tegelijk, hij was en is te beleefd om ooit zelf te zeggen: “We moeten een keer samen iets doen.” Zo werkt het niet. Als hij bij mij zou spelen, dan zou het mijn muziek zijn. Dan moest ik hem vragen. Hij had natuurlijk die geweldige band en toen was het ook niet zozeer logisch. Hij verhuisde naar Memphis en toen oen wij een keer in Memphis optraden, zei hij “Huisconcert!”. En we speelden bij hem thuis. Toen sloot hij aan. Dat voelde geweldig. Ik boekte een aantal optredens. En zo werd het een heel natuurlijk iets. Begeleiders, in de rol van Robert, die hebben allen hun eigen karakter. Bij Robert zie je op het podium wat je ook privé krijgt. Hij loopt niet naast zijn schoenen, hij is niet lastig. En naast dat alles ken ik niemand die zo om weet te gaan met het leven onderweg. Hij is daarin niet kapot te krijgen. Hij vindt het geweldig; hij zeurt niet. Hij weet dat het alternatief is dat hij als loodgieter of zo aan de slag moet. Dan is dit het betere alternatief. Bovendien ondersteunt hij mij met zijn houding onderweg; hij relativeert heel erg. Hij weet mijn stemming altijd positief te beïnvloeden (lacht); ik zie hem wel als mijn favoriete tourpartner. Hij is een erg unieke begeleider. Ik ben heel blij dat we deze tour samen doen.

WiM: Hoe ga je om met jetlag? Je noemde het in Nijmegen ook wel een soort toegevoegde waarde, bijdragend aan de beleving van een concert. Alles dat je zelfkritiek laat stoppen, is een positief iets. Je hebt dat niet nodig als je live speelt. Dat is de reden dat mensen op het podium alcohol drinken. Dan drink je een beetje en ben je gewoon aan het spelen. Het is ook de reden dat je niet stoned moet spelen; je gaat dan juist meer nadenken over wat je ervaart. Bij een jetlag heb je er ook gewoon maar voor te gaan. Je hebt geen weg terug. Het is het podium, het is het publiek: je staat er gewoon. Nadenken hoeft gewoon niet meer.

WiM: Jullie besloten om met zijn tweeën te touren. Wat waren daar de achtergronden voor? Natuurlijk helpt het dat we zo’n prachtige chemie hebben. Het besluit was echter met name van economische aard. Ik heb heel veel alleen getourd én heb de laatste jaren in New Orleans erg genoten van het samen spelen en dat wilde ik nu ook wel meemaken. Ja, een band meenemen op tour, is mooi, tegelijk, dat is een heel dure aangelegenheid. Dat kan ik me gewoonweg niet permitteren. Met tegelijkertijd de ervaring met eerdere tours in duo-opstelling was Robert voor mij een zeer voor de hand liggende keuze. Hij houdt het voor mij interessant en de avonden zijn steeds anders. Als geld geen probleem zou zijn, zou ik misschien vaker op pad gaan met een band, maar de respons die ik krijg op deze optredens laat zien dat het toch ook juist de intimiteit van deze optredens is die de mensen zeer aanspreekt. We kunnen op deze manier die intimiteit bieden en tegelijk blijven de optredens voor ons iets moois en iets interessants.

WiM: Je noemt eerdere samenwerkingen in duovorm. In hoeverre benaderden die wat deze samenwerking je brengt? Met andere muzikanten? Met Peter Vitalone, de toetsenist van de Secret Canon albums werkte ik lang samen en we hadden een mooie chemie. Tegelijk, je kunt niet alles met toetsen spelen. En andersom past niet alles met een gitaar. Dat waren zeker fraaie optredens ook en ik waardeer Peter zeer als muzikant en mens. Ik heb wel het idee dat de samenwerking met Robert net nog iets meer brengt in de manier waarop we samenwerken. Ik kijk met plezier op de samenwerking met Peter zeker ook terug. Ook de tours met bands waren goed. Ik heb eigenlijk nooit echt slechte bands of bandleden mee gehad. Natuurlijk kon het wel eens voorkomen dat de onderlinge chemie niet alles was. Dat is ergens ook niet vreemd.

WiM: Hoe schrijf jij je muziek? Eerst tekst, eerst muziek? Kun je het schetsen aan de hand van If I Go First; dat is een nummer waar de tekst heel sprekend bij is. Beide komen voor. De teksten, daar zit al een basisritme voor mij bij, ergens in mijn achterhoofd. Bij If I Go First wandelde ik veel over het verlaten spoor in de buurt van mijn huis in Vermont. Tijdens die wandelingen, met de seizoenen die wisselen, komen de verschillende fragmenten bij elkaar en dan voelt het voor mij op een bepaald moment alsof het hele plaatje van een nummer in elkaar valt. Ik vind het lastig dat terug te halen voor If I Go First. Ik wilde mijn eigen nummer maken over het wisselen van seizoenen en in mijn hoofd wilde ik wel een lied maken dat het misschien ook wel op Broadway zou kunnen maken. Er is sprake van geweest en de oude muziek van Broadway, van toen ik opgroeide, dat was mooi. Daar wilde ik ook wel een keer een bijdrage aan leveren. Maar de muziek van Broadway is ernstig in kwaliteit gedaald. Het is leeg geworden en biedt weinig meer. Met If I Go First dacht ik zelf een mooi nummer voor Broadway te schrijven, in de oude traditie. Alleen, het werd erg somber en zit vol triestheid. Het is wel een erg Daynanummer geworden. Met mijn ouders die 80 werden, was het niet raar in deze richting over liefde en het voorbij gaan van de tijd te schrijven.

daynakurtzzacksmith2

WiM: Je durft tenminste deze onderwerpen aan te snijden; dat vraagt wel iets van je. Zeker als je er zo je gevoel in durft te leggen. Dat zie je niet terug in de hitlijsten. Liever een nummer met diepgang dan een nummer dat een lege huls is. Dan is dat waarschijnlijk waarom ik daar niet in sta. Ha, ha. Dank je wel dat je er zo naar kijkt. WiM: Hoe kom je aan de inspiratie; in hoeverre zit dat dan in die wandelingen? De wandelingen dragen er aan bij. Zij triggeren als het ware mijn gedachten; die kunnen over van alles gaan. Ik schrijf niet elke dag. Mijn creatieve discipline is niet zo groot. Er zit voor mij wel een zekere magie in hoe ik ervaar dat ik weer wat ga schrijven. Ik kan dat voelen aankomen en daar bereid ik me dan op voor. Als ik erg kritisch wordt over de muziek waar ik naar luister, dan weet ik dat het aan het borrelen is. Ik herken dat en zorg ervoor dat ik kan schrijven als het naar buiten komt. Het is iets dat met cyclussen op mijn pad is gekomen. Je raakt uitgekeken op wat je eerder hebt gedaan en, waar ik eerst dacht, nou komt het niet meer goed, weet ik nu dat het juist betekent dat er iets aan zit te komen.

WiM: Je hebt wel iets met donkere teksten. En met underdogs. Tegelijk als jij optreedt, dan ben je vrolijk en merk je niet meteen iets van die donkere kant. Hoe werkt dat voor jou? Echt? Ha, ha. Ik haal het zo uit mijn systeem? Tja, schrijven is niet iets dat je zomaar gebeurt. Als je gelukkig bent, dan komen die teksten niet zomaar naar buiten. Als je je gelukkig voelt, als je een ijsje wilt of andere gelukkige gevoelens, dat levert niet meteen teksten op. Als je verliefd bent, dan wil je juist dat gevoel uiten én delen met je partner. Dat is waar je dan mee bezig bent. Je bent dan juist niet bezig met het doorgronden van je gevoel. Juist de andere kanten van het leven, het voorbij gaan van de tijd, dood, de moeilijkheden van relaties, eenzaamheid, dat roept makkelijker teksten op. Je kunt maar een beperkt aantal teksten over liefde en sex schrijven in alle vormen van geluk. Dan blijft de donkere kant over.

WiM: Als je je eigen pr-tekst zou schrijven, wat zou je dan schrijven? Oh nee, dat vind ik helemaal niets. Er zijn mensen die juist dat voor mij doen. Mijn beleving is veel meer om niet in een hokje te passen en vooral mezelf te ontdoen van die hokjes. Die hokjes zijn eigenlijk alleen maar een soort van gevangenissen. In de tijd van Nina Simone, in de tijd van Ray Charles werden zij ook op een bepaalde manier neergezet. Tegelijk, ze waren veel breder dan het hokje ook maar ooit zou toelaten. Het liedje dat ik wil schrijven of het liedje dat ik wil coveren, is vooral gewoon dat liedje en wel op de manier waarop ik het wil brengen. Ik merk dat ik overal ook wel in andere hokjes geschoven wordt. Dat spreekt wel eens tegen me; ik ben niet vast te pinnen. Tegelijk is dat wel wie ik ben. In New Orleans is er een winkel waar gewoon alle artiesten uit New Orleans bij elkaar staan; een ultieme beleving van het loslaten van hokjes. En dat was vroeger op de radio natuurlijk ook zo. Er was veel meer diversiteit. Tegenwoordig met internet en streaming wordt het wel vaak heel, heel specifiek. Vroeger hoorde je net zo makkelijk Bob Dylan en Stevie Wonder na elkaar. Het is bizar als je er over nadenkt: in een wereld waarin we veel meer met elkaar te maken kunnen krijgen, waar we muzikaal en anderszins bruggen kunnen slaan, kiezen we vaak dus voor onze eigen kleine terreinen en dimensies. We hebben dus juist meer het slaan van bruggen nodig.

WiM: Na de verkiezingen in de Verenigde Staten staan wij ook op het punt een nieuwe regering te kiezen. Je bent hier tot aan de verkiezingen? We touren nog tot en met de veertiende. Veel succes met de verkiezingen. Pas maar op voor mannen met raar haar. WiM: Bedankt voor het gesprek. Heel graag gedaan.

Foto’s: Zack Smith