×

Concert

19 mei 2017

Torgeir Waldemar en Henk & Melle – Podium ’t Beest Goes

Geschreven door: Peter Urbanus

Chris Tangelder was in de jaren ’80 en ’90 theaterprogrammeur van podium ’t Beest in Goes. Ton van de Repe deed in die tijd de muziekprogrammering en haalde vele bijzondere alternatieve acts uit binnen- en buitenland naar Goes. Podium ’t Beest kreeg een bijna internationale reputatie en trok vaak bezoekers van buiten Zeeland en zelfs van over de landsgrenzen.

Ongeveer halverwege de jaren ’90 maakten zij plaats voor een nieuwe lichting. Tangelder dook later op als programmeur in de Roepaen in Ottersum, Limburg. Nu komt hij met Tangelder Presenteert naar zalen in den lande. Donderdag 18 mei deed hij zijn oude zaal in Goes aan met dit programma.

Het voorprogramma werd verzorgd door Henk & Melle, waarachter Henk Koorn en Melle de Boer schuil gaan. Koorn stond al vaak in ’t Beest met het geweldige Hallo Venray en De Abba’s. Oud-gitarist Toon Moerland is overigens een Goesenaar. De tijd lijkt geen vat te krijgen op Koorn, die toch al ruim 30 jaar meedraait in de vaderlandse popscene.

Kunstenaar en muzikant De Boer was actief met Smutfish en met de John Dear Mowing Club, onder meer als voorprogramma van de Amerikaan Daniel Johnston tijdens diens Europese toer.

Sinds 2011 werken de mannen samen. Hun country-achtige, experimentele liedjes schreven ze samen in wegrestaurants. Zowel qua structuur als uitvoering zijn de nummers vaak hoogst eigenzinnig (Captain O’ Rourke, The Waitress) en dat in combinatie met een flink dik aangezette lulligheid en absurde dialogen tussen de twee op het podium. Gelukkig was het publiek muisstil, wel een uitdrukkelijke wens van de twee.

Noorse muziek die de Benelux haalt is vrijwel altijd bijzonder. Commercieel, maar wel kwalitatief in orde, duister en aards of buitengewoon creatief, zoals bijvoorbeeld Motorpsycho, maar bijna altijd erg eigenzinnig. Singer-songwriter Torgeir Waldemar is in Nederland nog niet heel bekend. Hij paart een woeste verschijning, met lang haar en een lange donkere baard, en duistere folk(-rock) aan een wat verlegen en schutterende podiumpresentatie.

Mooi was dat het evenement was aangekondigd als zitconcert met akoestische gitaren. Waldemar had kennelijk op het laatste moment besloten om het over een andere boeg te gooien en een volledig elektrische set in te passen, zij het dat de organist vanwege ziekte van zijn vrouw verstek moest laten gaan. Kort daarvoor had de band in Tromsø opgetreden. Noorwegen is zo uitgestrekt dat je per vliegtuig eerder vanuit Oslo in Amsterdam bent dan in Tromsø, vertelde Waldemar. Goes vond hij overigens de moeilijkst uitspreekbare plaatsnaam in Nederland tot nu toe. Blijkbaar komt de G-klank niet voor in het Noors.

Zijn stijl wordt vergeleken met Woven Hand: duistere, dreigende folknummers, die met een kale begeleiding op akoestische gitaar of banjo worden gebracht. Daar zit zeker wat in. Zijn furieuze zang stond in scherp contrast met de wat schutterige podiumpresentatie. Maar Neil Young & Crazy Horse zijn ook geen vreemden van deze band. Waldemar produceerde tijdens Summer in Toulouse met zijn Gibson ES330 en buizenversterkers een donderende en feedbackende speelstijl, stevig ondersteund door de al even baardige bassist en drummer. Daarbij improviseerde hij vrijelijk over de akkoordenstructuren. Degenen die vooraan zaten kregen de decibellen flink voor de kiezen. Maar het waren wel mooie decibellen.

Helaas was er slechts een man of veertig in de onlangs mooi gerenoveerde zaal aan de Beestenmarkt. Jammer, met deze schitterende muziek waan je je in de desolate wouden en grauwe straten van Noorse steden.

Bekijk ook eens de mooie clip bij zijn nummer Streets voor een indruk.