The Honeycutters
On The Ropes
Dit gezelschap uit Asheville, Noord Carolina is aan zijn vierde werkstuk toe. In tegenstelling tot de hoesfoto’s en de titel hangen The Honeycutters niet uitgeteld in de touwen van de boksring. Integendeel, zangeres Amanda Anne Platt weet na de fraaie voorganger Me Oh My andermaal te charmeren met krachtige en soepele zangpartijen. De instrumentatie draait rond een authentieke countrysound met een prominente rol voor de fingerpicking van gitaar en banjo en pedalsteel . Af en toe wordt van het afgebakende country traject afgeweken wat voor meer variatie zorgt.
Platt componeerde alle songs met uitzondering van Cohens Hallelujah dat hier met een markante uptempo-versie bedacht wordt. Ruim acht minuten neemt die afwijkende uitvoering in beslag. Dat daarbij de forward knop onaangeroerd blijft zegt veel over het kwaliteitsniveau van deze persoonlijke interpretatie. Voor en na dit epos passeren met Ache en Barmaid Blues twee emotioneel geladen hoogtepunten, songwerk dat geenszins verbleken bij het oeuvre van Lucinda Williams of Mary Gauthier en met een identieke intimistische sensitiviteit geladen Luister ook maar eens aandachtig naar Useless Memories, een melancholische maar tegelijkertijd realistische terugblik.
Back Row klinkt wat luchtiger met een schitterende combinatie van helder elektrisch gitaarwerk van Matthew Smith en de Hammond van Jason Webb en de kampvuurharmonica van Anne’s vader Mark Platt. Die duikt opnieuw in Let’s Get Drunk, een springerig honky tonk buitenbeentje over een met promillages alcohol overgoten avondje uit. Met het slepende 500 Pieces volgt de ontnuchtering, de pijn van een gebroken hart spoel je niet weg. Voor die ongelukkigen biedt het beluisteren van deze mooie langspeler met diep doorvoeld, verhalend songwerk wellicht enige troost.