×

Concert

31 oktober 2015

Steve Earle imponeert met geïnspireerd concert

Geschreven door: Cis van Looy

Label: New West Records

Begin jaren negentig hangt Steve Earle uitgebreid het zwijn uit met een door drugs, alcohol beheerste levenstijl betaald met liefst zes mislukte huwelijken. Na een verblijf in de bajes van Tennessee in ’94 stapt hij uit het wilde outlawbestaan en breekt resoluut met een hardnekkige heroïneverslaving. Sinds het machtige drieluik Train a Comin’-I Feel Allright -El Corazon bouwt hij zijn ondertussen indrukwekkende discografie onverstoorbaar verder uit. In 2005 huwt hij met zangeres Alison Moorer en het muzikale echtpaar brengt samen een handvol fraaie langspelers uit. In het fotoboekje van het uit 2011 daterende I’ll Never Get Out Off This World Alive zien we een trotse Earle met zijn zoontje aan het mengpaneel poseren. Helaas komt ook aan dit sprookje een vroegtijdig einde met een zevende echtscheiding. Harde, moeilijke tijden werken meestal inspirerend voor een songwriter en dat is ongetwijfeld het geval voor Earle die evenals zijn ex Moorer sterk werk aflevert.

Na The Low Highway kijkt de countryoutlaw met heimwee terug naar betere tijden met You’re The Best Lover I Ever Had maar beseft toch dat hij een eeuwige loner blijft (Better Off Alone). Ook de andere nummers van het recente Terraplane lonken onbeschaamd naar de blues en ademen de geest uit van Lightnin‘ Hopkins, die geniale Texaan die Earle ooit nog aan het werk zag in Houston en andere illustere voorgangers zoals Freddie King. Dat Earle met een bluesplaat komt aanzetten is niet echt verwonderlijk “No matter what I do I’ll never lose my old friend the blues” verklaarde hij bijna drie decennia terug op het debuut Guitar Town.

In een nagenoeg volgelopen Roma komt vrijdagavond het recente Terraplane zowat integraal aan bod. Vooraf stapt de baardige, lijvige zanger al even het podium op om The Mastersons voor te stellen. Gitarist Chris Masterson en zijn levensgezellin, de ravissante roodharige Eleanor Whitmore  maken al een tijdje deel uit van The Dukes en figureren eveneens op de nieuwe cd.  Ze brengen een selectie uit de twee langspelers. Whitmore tokkelt op de viersnarige gitaar maar imponeert vooral op dat andere viersnarige instrument de viool. Het is bovenal de wonderlijke harmoniezang die hier het verschil maakt in een countrygetint akoestisch repertoire.

Na dit korte voorprogramma zien we The Mastersons terug, aangevuld met Will Rigby achter de drumkit en Earles oude vriend Kelly Looney aan de akoestische bas begeleiden ze de Americanaman in een beklijvende, avondvullende set. Baby, Baby, Baby,(Baby) opent de score en Steve toont zich een gretig harpsucker. De zoveelste variatie op een oerthema uit de blues wordt met jankende gitaren en huilende zang gelardeerd.

Ain’t Nobdy’s Daddy Now is een elegante ragtimepicker met de viool van Eleanore Whitmore in een glansrol, de dame eist ook vocaal even de aandacht op in het Baby Just As Mean As Me, een verstild duet dat naadloos overloopt in Loves Gonna Blow My Way en een aanloop vormt naar een portie stevig hardcore countrywerk uit de beginperiode. My Old Friend The Blues vormt de voorbode voor  de stevig rockende knaller als Guitar Town en een strijdbaar Copperhead Road. Steve heeft het over zijn drugsveslaving maar ook over zijn ontwenning.“This is the first song I wrote sober”orakelt hij en we luisteren ademloos naar Goodbye, een ontroerende ballade, vraag het maar eens aan Emmylou Harris. Het schrijnende I Tought I Should Know is een ander beklemmend hoogtepunt. Met songwerk dat terugblikt naar zijn problemen met drugs dalen we, onder het motto ‘welcome to my nightmare’, nog wat dieper af in Earles donkere periode. Gelukkig kwam alsnog het besef dat het zo niet verder kon CCKMP voluit ‘Cocaine cannot kill my pain’ en een somber South Nashville Blues houden de herinnering levendig.

Steve likt zijn wonden en zoekt en vindt heil in de blues. In Forty Four van die andere onnavolgbare huilende blueswolf wordt het smoelschuivertje terug opgediept. Het drassige The Usual Time herinnert enigszins aan pril werk van The Fabulous Thunderbirds. Earle verloochent geenszins zijn  Texaanse afkomst. Go Go Boots Are Back is onmiskenbaar op een potig ZZ Top stramien geënt.“Better Off Alone” gromt hij geflankeerd door priemende blueslicks van Masterson. Ook bijzonder sterk The Tennesse Kid met diep grommend, duivels parlando en van die Hookeriaanse haw haw’s. In King of The Blues voor de gelegenheid opgedragen aan BB en een lichtjes fantastische interpretatie van Hey Joe worden de gitaarduivels uitgebreid ontbonden.

Tijdens een gul rondje toegiften krijgen we nog een nieuwe song voorgeschoteld “Mississippi don’t you reckon It’s time that the flag came down cause the world turned ‘round” een niet mis te verstane visie van een zuiderling over de recente heisa rond de confederale vlag, het symbool van de afscheiding van de zuidelijke staten. “Make no mistake it’s a racist symbol” stelt de geangageerde rocktroubadour vooraf. Een onstuimige versie van Wild Thing die Earle eigenhandig  afsluit in een orgie van feedback laat De Roma even op zijn grondvesten daveren. Wellicht zal het de revolutie niet opstarten maar Steve Earle & The Dukes laten in ieder geval een hoogst memorabele indruk na.