×

Concert

13 oktober 2018

Ry Cooder bewijst zijn tijdloze klasse in Antwerpen

Geschreven door: Philippe De Cleen

Met “meester in de schaduw” Ry Cooder zit je altijd goed. We zagen Cooder deze zomer al op Montreal Jazz waar hij optimaal imponeerde. Natuurlijk wilden we hem nog een keer zien toen hij afgelopen week in de Antwerpse Stadsschouwburg aantrad. Juist ook omdat Cooder (71) maar uiterst zelden de oceaan overvliegt. De laatste keer op Belgisch grondgebied dateert alweer van 2009. Ter promotie van zijn meest recenste album The Prodigal Son doet hij eindelijk ook een select aantal concertzalen aan in Europa, waaronder Oostende (Kursaal) én last but not least Antwerpen.

Als opwarmer was er Joachim Cooder, Ry’s zoon, die een goed half uurtje speeltijd toebedeeld kreeg. Met slechts enkele composities liet die via een gebalde set een fraaie indruk na. Want hoewel de avond rond Ry draaide, liet deze geen enkele mogelijkheid onbenut om het talent van zijn bloedeigen zoon in de kijker te zetten. Zodoende presenteerde Joachim, in duo met saxofonist Sam Gendel, een mix van de meest recente Fuchsia Muccha Piccha EP (zoals het titelnummer en Country Blues) maar ook nieuw werk, waarbij het samenspel met Gendel primeerde. Centraal stond verrassing, sfeer en experiment. Joachim speelde zich in de kijker met percussieve elementen en zijn elektrische array mbira / duimpiano, terwijl Gendel zachte saxofoonfrasen blies. Kort, krachtig en dodelijk efficiënt. Je kon haast niet anders dan appreciatie hebben voor de manier waarop het duo met loops en spaarzame elektronica speelse inventiviteit liet zien, hoe zij zich niet lieten hinderen door technische bagage, maar opgingen in voorzichtig aftastende improvisaties. In het geheel neigde het naar ambient world psychedelica, maar wie goed luisterde merkte ongetwijfeld hoe het duo zich ook aan bijzondere pop laafde.

cooder

Na een korte intermissie meldde gitaarlegende Ry Cooder zich aan. Die kreeg bij opkomst gelijk een hartverwarmend applaus toebedeeld. Aanvankelijk begon het optreden sober, heel klein en minimaal. Met op het podium slechts Ry met zijn kenmerkend huilende gitaarslidegeluid en Gendel die met zijn bevreemdende saxofoongeluiden een huiveringwekkende, tot de essentie uitgekloven versie van Blind Willie Johnsons’ Nobody’s Fault But Mine tot stand brachten. Kippenvel. De sfeer was diepdonker en uiterst mysterieus. Een al te mooie aanzet voor een prachtavond. “Ik ben hier al eens een keertje geweest”, zo herinnerde hij zich, vrolijk vaststellend dat hij in de Antwerpse Stadsschouwburg voor een helemaal volgelopen zaal aantrad. Wat ben ik blij dat jullie hier allemaal present tekenen.

Wat oogde hij opvallend deugnietachtig, zelfs met die stevige bril, die westernhoed en die stevige, grijze paardenstaart die niet echt volledig verhulde dat hij inmiddels een respectabele leeftijd bereikt had. Maar Ry liet zich niet doen en leverde in de Antwerpse stadsschouwburg een potent, krachtig en vitaal verhaal waarvoor vele andere acts maar al te graag voor zouden tekenen.

Op muzikaal vlak vertaalde dit zich onder meer door de inzet van het driekoppige, uit North Carolina gerecruteerde vocal trio The Hamiltones. Met hun vaak hemels in elkaar gevlochten stemmenwerk zorgden ze ervoor dat het nieuwe werk van Ry Cooder, die niet alleen een reeks verschillende gitaren ter hand nam maar zich ook van een laptop bediende, optimaal tot leven werd gebracht. Verder op het podium te vinden: zoonlief Joachim op drum/percussie, bassist/multi-instrumentalist Marc Fain en tenslotte saxofonist Sam Gendel wiens roots in de outsider jazz te vinden zijn. Een op zich eerder klein gezelschap dat klaarblijkelijk in staat bleek tot de grootse verwezenlijkingen.

Cooder beriep zich grotendeels op werk uit zijn meest recente opus, ‘The Prodigal Son’. Zowel instinctmatig als gevoelsmatig bleek dat de enige juiste keuze te zijn. Zijn missie hier in wereldstad Antwerpen was duidelijk: als een volleerd muziekarcheoloog een proeve geven van eigen kunnen. Bijzonder was de interessante mix van genres en stijlen, zodat je in een en dezelfde set kon genieten van zowel blues, gospel, folk en hybride jazz.

Bovendien onderstreept de gitarist/componist hoezeer hij voeling houdt met wat er in de wereld zoal gebeurt. Zo bijvoorbeeld diepte hij Blind Willie Johnsons’ Everybody’s Ought To Treat A Stranger Right op, een blues waarvan de wortels in de jaren dértig (!) liggen. Toch voelde het in het licht van het huidige tijdsgewricht bijzonder actueel en hoogst urgent aan. In een trek door onderstreepte de muzikant zo zijn uitgesproken menselijke kant, waarbij hij een van die artiesten is die zijn nek durft uit te steken, daar waar vele anderen braafjes zwijgen. Met een fijn, grofkorrelig Straight Street (in oorsprong een nummer van fifties gospelgroep Pilgrim Travellers), kopte hij de hattrick nieuwe nummers van op The Prodigal Son helemaal binnen.

Natuurlijk kwam er mee dankzij een behoorlijk uitgebreide back catalogue (van Cubaanse muziek tot obscure Hawaiianse slacker music) ook wat ouder werk aan te pas. Zoals het oudje Go Home Girl, een door soulzanger Arthur Alexander gepende compositie die op Bop Till You Drop (1979) terechtkwam en deze avond in een wonderlijke versie volledig naar de zijdezachte soulhand van The Hamiltones gezet werd.

Vervolgens bracht Cooder Carter Stanley voor het voetlicht. En schotelde hij het publiek de meest wonderlijke versie van Harbor Of Love voor. Een fantastisch moment alweer, waarbij Ry zijn folkmandoline bestierde en zijn troepen als paarden in draf helemaal vrijuit liet gaan. Tegen dan was het publiek al helemaal over de streep getrokken. Wat later maakte hij via het funky, met stevige strepen saxofoon verrijkte The Very Thing That Makes You Rich (Makes Me Poor) duidelijk dat hij de switch kon maken van diep doorleefd sentiment naar eerder feestelijke sferen. In het verlengde daarvan zagen we eveneens hoe Cooder ruimte maakte voor de sensuele R&B van 74 en de zomerse feelgood soul van Gotta Be Lovin’ Me die beiden alweer die fantastische vocal duties (denk: Marvin Gaye, The Tempations én D’Angelo) van The Hamiltones in de spotlights zetten.

En dan, op het moment dat volstrekt niemand het verwachtte, viel de electriciteit plots uit. Spannend moment. Maar Ry en co lieten zich er gelukkig helemaal niet door uit het lood slaan. Na kort overleg werd besloten om ternauwernood een akoestisch nummertje in te lassen. Ry polste naar verzoekjes, kreeg allerlei songs om de oren gesmeten om vervolgens de Chuck Berry cover 13 Questions Method volledig onversterkt (‘unplugged’) te spelen, wat de uitgelezen kans bleek om er al improviserend talloze ‘Antwerp questions’ in dit nummer te verwerken. Op die manier kreeg hij de zaal nog sterker op de hand.

Je merkte zo op hoezeer Cooder erop gebrand was om die nieuwe songs ook live te brengen. Zo overstegen de liveversies ruimschoots het plaatwerk. En werd snel duidelijk dat hoewel de ticketprijzen aan de eerder prijzige kant waren, er toch enige rechtvaardiging op zijn plaats was. Tenslotte was dit een muzieklegende wiens rol in de hedendaagse muziek niet te onderschatten is. Ry zorgde er zo goed als eigenhandig voor dat wat nu doorgaat als ‘wereldmuziek’ een plaats kreeg, opende wegen naar Cubaanse muziek met Buena Vista Social Club, zocht Indiase volksmuziek op, dook diep in de archieven van het muzikaal erfgoed en patrimonium (waarbij hij vingerwees naar onder meer Woody Guthrie, Elvis en Johnny Cash) om er een heel eigen, unieke carrière uit te puren.

Een van de meest memorabele passages die avond was Vigilante Man. Met meesterlijke, hoogst superieure gitaarslides kerfde hij diep in de ziel. Cooder wekte op onnavolgbare wijze Woody Guthrie als modderige dust bowl blues tot leven en maakte daarbij de connectie met vandaag. Zo verwees hij expliciet naar de dood van tiener Trayvon Martin in de States en de inmiddels veelbesproken wissel van de macht. Het tekende uitgesproken de sociale bewogenheid en activistische ingesteldheid van de rasmuzikant die duidelijk te kennen gaf dat hij niets opheeft met geld, macht en corruptie. Dat idee kwam eveneens aan de orde tijdens het diep spirituele You Must Unload.

Eigenlijk ging de hele set van het ene hoogtepunt naar het andere. Cooder bracht onder meer stokoude songs zoals de in de gospel gedrenkte traditional Jesus On The Mainline en een goedgezind Down In The Boondocks, waarbij in beide gevallen opmerkelijk was hoezeer de inzet van Sam Gendels’ overstuurde saxofoonstoten ervoor zorgde dat Cooders’ werk een verfrissend nieuwe aanpak verkreeg. Erna de terugkeer naar een dol swingend en met bezielde overtuiging gespeeld The Prodigal Son, het uitstékende titelnummer. Tegen dan had de Stadsschouwburg al een prima concert gezien.

Maar zelfs dan vielen er wel nog wat verrassingen te rapen. Zoals onder meer de aanstekelijke doowop van 99,5 Won’t Do, een van die vele songs (deze keer van Dorothy Love Coates) uit het Amerikaanse muzikale erfgoed waar Cooder met behulp van The Hamiltones kundig gebruik van maakte. Het publiek lustte er duidelijk pap van en we zagen vele fans hun stoeltjes verlaten voor een plek vooraan. Het illustreerde goed de bijzonder grote aantrekkingskracht die Cooders’ muziek ook vandaag nog steeds heeft.

Neem eerste bis Little Sister, waarmee Ry Cooder zijn beste Elvis Presley neerzette en tenslotte I Can’t Win, dat alweer stevig aangesterkt werd door die fenomenale vocale prestaties van The Hamiltones die met hun uiterst aanstekelijke mix van soul, R&B en gospel duidelijk meerwaarde opleverden.

Wat een heerlijke meesterclass met muziek op werkelijk – we zweren het plechtig op ons communicantenzieltje – het allerhoogste niveau. Ronduit genieten met de zalig bescheiden Ry Cooder, die met een opvallend levendig en zelfs vitaal concert te kennen gaf dat hij er zelfs op eenenzeventigjarige leeftijd nog steeds toe doet. Hoe heerlijk ook om te merken dat die leeftijd hem eigenlijk geen parten speelt, op technisch vlak is hij nog steeds meesterlijk, de zang is prima en het ideologische vuur is evenmin gaan liggen. Ry Cooder bracht een om verschillende redenen memorabel concert. De belangrijkste? Hij liet vooral het eigen hart spreken, met een evenwichtige balans tussen oud en recenter werk en eigenzinnige keuzes zoals de inbreng van The Hamiltones. Met Cooder zit je écht altijd verrassend goed.

Ry Cooder live Stadsschouwburg (Antwerpen, 11/10):

  • Nobody’s Fault But Mine
  • Everybody Ought To Treat A Stranger Right
  • Straight Street
  • Go Home Girl
  • Harbor of Love
  • The Very Thing That Makes You Rich (Makes Me Poor)
  • 74
  • Gotta Be Lovin’ Me
  • 3 Question Method
  • Vigilante Man
  • You Must Unload
  • Jesus On The Mainline
  • Down in the Boondocks
  • The Prodigal Son
  • 99 1/2 Won’t Do
  • Little Sister
  • I Can’t Win