×

Concert

07 juni 2017

Ongemeen sterk Gov’t Mule in de Roma

Geschreven door: Cis van Looy

De allereerste keer dat ik Gov’t Mule op een podium beleefde dateert uit 2006, op Bospop stonden Warren Haynes en kompanen vroeg in de namiddag geprogrammeerd. Tijdens de voor een jamband veel te korte set werden ze in enkele nummers geflankeerd door de saxman van Susan Tedeshi. Nadien zat Haynes eenzaam op een stoeltje aan de backstageingang uit te rusten terwijl de kernleden van headliner Roxy Music met veel poeha in afzonderlijke  limousines werden aangevoerd.

Haynes heeft blijkbaar minder last van sterallures zijn vloeiende gitaarspel stond altijd uitsluitend in dienst van de muziek, in de jaren negentig flankeert hij Dickey Betts bij The Allman Brothers waarin ook bassist Allen Woody figureerde. Samen met Woody en drummer Matt Abts werd Gov’t Mule opgezet, het trio brengt vanaf ’95 voortreffelijke studiowerk waarin southernrock vermengt wordt met experimentele toestanden maar imponeert vooral op het podium. Na de plotse dood van bassist Woody gaat Gov’t Mule verder, een leger van legendarische basacrobaten springt bij tijdens de concerten. De komst van bassist Andy Hess en vooral toetsenman Danny Louis verruimt de perspectieven van Gov’t Mule. Ondertussen vervangt Jorgen Carlsson al enige tijd Hess op de bassnaren, met nieuwe studiowerk op komst zakten ze nog eens af naar de Scheldestad.

Voor de vorige passage in Antwerpen  moeten we teruggaan naar 2009, in Hof Ter Lo bracht Gov’t Mule een in twee delen opgesplitste spetterende show en daarna nog een in OLT Rivierenhof. Nadien moesten we het opnieuw stellen met ingekorte sets op enkele  bluesfestivals. Dinsdagavond begroette een wat ouder publiek de groep in de matig gevulde concertzaal van De Roma.

Uit een intro doemt het van The Staple Singers afkomstige It Takes More Than A Hammer And  A Nail op, Haynes snarenescapades worden ondersteund door inventieve basloopjes  en slepend orgelwerk dat op de voorgrond komt in Time To Confess en het publiek op sleeptouw neemt op een reggaebeat na een massieve versie van Rocking Horse uit de beginperiode. Met een machtige uitvoering van I Believe To My Soul van Ray Charles dat in een (aan)slepende blues verwerkt wordt in combinatie met Sco-Mule. Met de titeltrack van het project met John Scoffield en bewerking van Mule worden even meer experimentele jazzy wegen bewandeld met veel ruimte voor het orgel van Louis, het wah wah pedaaltje blijft niet onberoerd en na een fraaie bassolo knijpt  Haynes enkele Satana frases uit de Les Paul.

Aan het einde van de eerste set krijgen we nog een opzwepend Revolution Come Revolution Go de veelbelovende titeltrack van de nieuwe langspeler, verzengend snarenwerk met knappe tempowisselingen en veel ruimte voor percussie en de bassman die zetten ter afsluiting  Slackjack Jezebel op het juiste, strakke ritmespoor.

De tweede set begint ongemeen sterk, zware drumroffels en funky orgel sturen een broeierig Boss World aan. Haynes haalt stevig uit en imponeert in een fijn bluesluikje, Memphis Slim’s Mother Earth is op loodzware structuren geënt maar in BB Kings How Blue Can You Get evolueert het vloeiende snarenspel van subtiele fluisterende passages naar rauwe erupties. About The Rage sluit daar mooi bij aan en Abts wordt al ongeduldig voor de onvermijdelijke drumsolo, maar eerst stelt Haynes enkele nieuwe nummers voor. Sarah Surrender leunt op een aangename latin soulgroove en vormt een schril contrast met het grimmige Stone Cold Rage.

Als Matt Abts zijn drumkit alle hoeken van de kamer heeft laten zien, komt Haynes met Dark Was The Night  Cold Was The Ground, van Blind Willie Johnson geleende bluesstuff, die eveneens op de nieuwe langspeler prijkt. De fans zitten duidelijk op het meer vertrouwde werk te wachten en dat krijgen ze na een piano-intro met de bikkelharde riffs van Humple Pie’s Down In The Hole naadloos verbonden met I don’ Need No Doctor. Een perfecte afsluiter. Tijdens de toegiften volgt nog Feel Like Breakin’Up Somebody’s Home, het moet van Etta James geleden zijn dat we nog zo’n rauwe, bedreigende uitvoering beleefden. Prima concert van Warren Hayb helaas selecteerde Haynes dit keer, zoals gebruikelijk geen klassieker van The Allman Brothers zoals en repte met geen woord over zijn muzikale mentor Gregg Allman die aan de vooravond van de Europese tour begraven werd.