×

Recensie

Roots

25 oktober 2018

Longbranch Pennywhistle – Longbranch

Longbranch Penny Whistle

Geschreven door: Cis van Looy

Uitgebracht door: Geffen Records

Longbranch Penny Whistle Longbranch Pennywhistle Roots 3.5 Longbranch Pennywhistle – Longbranch Pennywhistle Written in Music https://writteninmusic.com

De enige, titelloze langspeler van het destijds nog onbekende duo Glenn Frey/ John David Souther werd uitgebracht in 1969. Evenals Frey is Souther afkomstig uit Michigan maar hij groeit op in  het Texaans Amarillo. Frey werkte in Detroit even samen met Bob Seger maar gaat op zoek naar zijn vriendinnetje in LA, via een zus komt hij in contact met J.D. Souther , even later besluiten ze een duo op te zetten. Als ze niet in hun gedeelde appartement in Echo Park zitten te musiceren vergapen ze zich aan folk en countryrock muzikanten zoals Gram Parsons en David Crosby  die op het podium van The Troubadour passeren.

Met het vocale duo Longbranch Pennywhistle  verzorgen ze voorprogramma’s van Poco en The Flying Burrito Brothers en trekken de aandacht van John Bowen, baas van platenfirma Amos. Frey en JD belanden in de studio waar ze hun liedjes met de hulp van een sessieband opnemen. In dat uitgelezen muzikantenkransje huist naast het gitaristentrio Jim Burton/ Ry(land) Cooder/Doug Kershaw  pedalsteelman Buddy Emons. Het pianoklavier is in handen van Larry Knechtel en Joe Osborne en Jim Gordon vormen de ritmesectie.

Met uitzondering van het gezamenlijk gecomponeerde Bring Back Funky Women komen de kompanen beurtelings afzonderlijk aan bod. Frey levert naast de melodieuze ballade Rebecca, het op rockende drumpatronen en piano evoluerende Run Boy Run min of meer verdienstelijke countryrock zonder enig raffinement. Dat treffen we wel aan bij Don’t Talk Now , een cover van James Taylor en sporadisch in de sterk countryfolk getinte bijdragen van Souther, met name in de opener Jubilee Annie, het met fraaie harmoniezang opgebouwde Mister Mister en Kite Women dat een jaar later terugkeert op Southers solodebuut.

In zijn geheel beschouwd is dit ondertussen behoorlijk gedateerde werkstuk uit het pre-Eagles tijdperk vooral in historisch opzicht van belang. Frey zal enkele jaren later via Jackson Browne en Linda Ronstadt een zekere Don Henley ontmoeten en dat opent onvermoede muzikale perspectieven met de Eagles, een evolutie waarbij Souther overigens nauw betrokken blijft.



  1. Jubilee Anne
  2. Run Boy Run
  3. Rebecca
  4. Lucky Love
  5. Kite Woman
  6. Bring Back Funky Women
  7. Star Spangled Blues
  8. Mister, Mister
  9. Don't Talk Now
  10. Never Have Enough