×

Concert

16 juli 2018

Little Steven en Van Morrison schitteren op de bluesweide in Peer

Geschreven door: Cis van Looy

Op  dag twee van het Peerse bluesfestival is het uitkijken naar de komst van Little Steven en Van Morrison. Als we vroeg in de namiddag op de weide arriveren horen vanuit de verte al de eerste gitaartonen van Mudvibe. Mudvibe? Nooit van gehoord, het betreft hier dan ook een naar verluidt eenmalig project, wellicht speciaal voor het festival opgezet.

Big Dave | Mudvibe

We herkennen meteen Big Dave, de imposante harmonicaman die samen met gitarist Luc (Alexander) Janssens en basman RC Stock eveneens oudgediende bij The Electric Kings dit gelegenheidsproject uit de grond stampte. Henk Vanderseypt, de flamboyante frontman van Last Call, brengt de ondertussen veel bevraagde drummer Steve Wouters mee. De in het Antwerpse bluescircuit gerijpte muzikanten bladeren in het grote bluesboek en houden even halt bij de hoofdstukken, Willie Dixon, Howlin’ Wolf, Jimmy Reed… Ze geven een persoonlijke, avontuurlijke twist aan die bluesklassiekers. Big Dave trekt de aandacht naar zich toe met zijn interventies op harmonica. Als Honkin’ Henk even het wasbord omgordt etaleert de ritmetandem zijn intrinsieke klasse. Na dat uitstapje gaat hij inventieve snarenduels aan met Luke die verfijnde ritmische interventies uit de mouw schudt. Een meeslepende set die heen en weer pendelt tussen Delta blues uit de Mississippi en stomende Chicagoblues, een vroeg hoogtepunt dat met een daverende ovatie beloond wordt.

Marcel Scherpenzeel & Garry McAvoy | Band Of Friends

Band Of Friends zetten een potige set bluesrock neer, in dit trio huizen bassist Gerry McAvoy en Ted McKenna die, samen met de hulp van de Nederlandse gitarist Marcel Scherpenzeel de muzikale erfenis van hun voormalige werkgever Rory Gallagher eren. We zagen de Ierse gitarist in de jaren zeventig aan het werk op grote festivalpodia, die intensiteit werd nimmer geëvenaard tijdens latere, niet zelden ontluisterde, passages van de doodzieke bluesrocker. Marcel Scherpenzeel geselt de afgebladerde Stratocaster terwijl McAvoy het publiek ophitst en dat lukt moeiteloos met het voor bluesrockfans vertrouwde repertoire in een verdienstelijke uitvoering.

Layla Zoe zet er eveneens stevig de beuk in, de roodharige Canadese wordt met haar rauwe stemtimbre tot vervelens toe met Janis Joplin vergeleken, die verwachtingen kan ze uiteraard niet waarmaken. We volgen de eerste helft maar haken snel af voor een andere eerste helft, die van de Rode Duivels op de troostfinale voor de derde plaats van de wereldbeker in Rusland. Op de schermen in de backstage moet Zoë wijken voor voetbal en we zien het Belgische nationale elftal na een vroege treffer zegevieren tegen de Engelsen.

Miami Steve

Presentator Rick de Leeuw heeft het over een klein mannetje dat hij ooit opmerkte tijdens een concert van Springsteen in Ahoy, een mannetje waar hij naar opkijkt en in het geval van de boomlange De Leeuw wil dat wel wat zeggen. Steven van Zandt alias Miami Steve is inderdaad vooral bekend als gitarist van The E-Street Band, dat geweldige orkestje van jeugdvriend Bruce Springsteen. Er was ook een langdurige intense samenwerking met Southside Johnny, die andere brulboei uit New Jersey. Dat het kleine mannetje met de onafscheidelijke fleurige bandana op eigen benen een show kan opzetten is geen geheim. Ondersteund door The Disciples Of Soul, debiteert hij in het zog van de Soulfire tournee een, opzwepende soulshow. Dat kan niet beter ingezet worden dan met zo’n soulkraker als Sweet Soul Music. De vijfkoppige blazerssectie aangevoerd door saxman Eddie Manion en geflankeerd door de eveneens uit Southside Johnny’s Miami Horns afkomstige Stan Harrison. Evenals als de congaman en drummer laten ze zich gelden. Ze ondersteunen de priemende gitaar van de frontman in Soulfire terwijl zijn ijle zang backing krijgt van een verrukkelijk damestrio dat naast hitsige gogo pasjes ook met gloedvolle koorzang imponeert, zoals in het door orgel aangedreven van Etta James afkomstige The Blues Is My Business. In de ‘ingekorte’ set van anderhalf uur passeren uitsluitend hoogtepunten. Love On The Wrong Side Of Town, eerder meesterlijk geïnterpreteerd door Southside Johnny. Steven keert ook terug naar de jaren zeventig met het uit James Brown’s Black Caesar rauwe blaxploitation soundtrack geplukte Down and Out In New York City. Een glansrol voor de congaman en de lenige lijven van de dames terwijl de blazerssectie nog eens uitgebreid op de voorgrond komt. Na het op soliede drumbeat en rockende riffs geënte Ride TheNight Away lonkt stilaan het afscheid maar er wordt nog wat oud werk opgevist zoals Bitter Fruit en het nog altijd lichtelijk fantastisch Forever .”I don’t wanna go home” schreeuwt Little Steven het publiek is het daar duidelijk mee eens. Out Of Control vormt het einde van een weergaloze set, het tijdschema is heilig en bovendien is Van the Man ondertussen gearriveerd in Peer.

Van MorrisonTijdens vorige passages werden we al eens geconfronteerd met de grillen van de nukkige Ier. Afgelopen zaterdag kijkt Van Morrison nors om zich heen, gelukkig focust hij zich volledig op de muziek en zijn saxofoon in Hold It Right There. Die uit het recente samenwerkingsproject met Joey De Francesco You’re Drivin Me Crazy geplukte instrumentale opener toont meteen het niveau van zijn combo met gitarist Dave Keary, pianist Paul Moran die af en toe op de trompet blaast en de opvallende inbreng van Teena Lyle die met haar verrichtingen op de vibrafoon de soepele ritmesectie complementeert. Morrison is ondertussen 72 maar de afgelopen tijd productiever dan ooit, we krijgen een fijne selectie uit die recente werkstukken voorgeschoteld. Zo passeert uit Roll With The Punches naast de titeltrack ook Automobile Blues. De achter een zonnebril verscholen en met het vertrouwde hoedje getooide Belfast Cowboy keert even terug naar het verleden een met Vanlose Stairway maar van dat poëtische pareltje blijft weinig over op het podium. De krachtige, haast roepende voordracht past stukken beter bij de rauwe R&B en bluesstuff die aan bod komt in een door Baby Please Don’t Go opgestarte medley waarbij Van de harmonicaopdiept. Cleaning Windows vormt een fraaie aanloop naar Days Like This en een schitterend, lang uitgesponnen Ancient Highway. Een snel afgehaspeld Brown Eyed Girl krijgt nog een uitgebreid verlengstuk waarin pianist Mitch Woods opduikt. Ongetwijfeld de sterkste en voor een keer rimpelloze passage van de Belfast Cowboy in Peer.

Een fraaie afsluiter maar dat is buiten Kenny Neal gerekend, die loodst zich samen met zijn broers Frederick en Darnell met veel bravoure en lenige gitaar acrobatiek behendig door een gevarieerde bluesset die van Louisiana naar Chicago loodst met een uitgebreide tussensop in Memphis.

Foto’s: Freddy Vandervelpen

Meer Blues Peer 2018: