×

Interview

18 mei 2014

Lake Street Dive: Elk optreden een verrassing

Geschreven door: Edwin Wendt

Het viertal Lake Street Dive uit Brooklyn is deze week in Nederland. Woensdagavond 14 mei stond Den Haag op het programma, na een ‘tussenstop’ in Duitsland zijn ze dinsdagavond 20 mei voor een optreden in Amsterdam. Twee volledige albums en een zes tracks tellend mini-album heeft de groep in de afgelopen vier jaar uitgebracht. Het meest recente album Bad Self Portraits wordt met de nu lopende wereldtour gepromoot, Written in Music sprak met bassiste/pianiste Bridget Kearney (28).

WiM: De nieuwe plaat bevat elf songs, waarvan jij er vijf hebt geschreven. Maakt dat jou de belangrijkste songschrijver van de band?
Nee, we schrijven allemaal, voor het nieuwe album kwam dat toevallig zo uit.

WiM: Twee songs op het nieuwe album bevatten een fotografie-metafoor. Is dat toeval?
Nu je het zegt…je bent de allereerste die hier over begint. Dat is echt toeval. Het nummer dat ik zelf heb geschreven (het titelnummer van Bad Self Portraits) gaat over liefdesverdriet, Stop Your Crying over iemand die sowieso eenzaam is.

WiM: Als ik jullie nieuwe album vergelijk met de EP uit 2012 en het album uit 2011, valt op dat jullie muzikaal nogal verbreed zijn. Naast de Brill Building-sound (Goffin & King, Jeff Barry & Ellie Greenwich) is er ook een duidelijk soul- ‘feel’ te horen.
Dat klopt. We zijn muzikaal sterk beïnvloed door de jaren zestig. Soul, rock & roll, The Beatles. Maar we willen niet alleen kopiëren, we doen ons best het naar 2014 te vertalen. Als ik de nieuwe plaat vergelijk met de vorige, dan heeft deze een ‘ruimtelijker’ geluid, ik bedoel dat de plaat klinkt alsof we alles echt samen hebben ingespeeld. In het verleden klonken onze instrumenten soms nogal geïsoleerd. Dat zal ook een kwestie van ervaring zijn. We blijven leren, ook wat dat betreft. En op onze leeftijd ben je natuurlijk nog lang niet uitgeleerd.

WiM: Zangeres Rachel Price en pianiste/bassiste Bridget Kearney zijn beide 28 jaar, Mike Olson is 31, Michael Calabrese 29. Al voordat het viertal de eerste plaat maakte als Lake Street Dive werd een plaat gemaakt onder een andere naam (‘Maar die verkopen we niet meer: te slecht’). Daarvoor leerden de vier het muzikantenvak tijdens de jazz-opleiding die ze alle vier volgden.
Onze jazz-achtergrond zorgt ervoor dat elk optreden ‘cool’ is. Geen optreden is hetzelfde. Er is altijd wel één van ons vieren die met een nummer ineens een heel andere kant op gaat, de rest volgt dan. Inderdaad, dat kan ook Rachel zijn, onze zangeres. Omdat zij ook die jazz-achtergrond heeft, kan zij haar stem als geen andere ook als instrument gebruiken.

Lake Street Dive (Cr. Phil Sharp)WiM: Een jaar na jullie album Lake Street Dive verscheen in 2012 een filmpje op YouTube dat ervoor zorgde dat jullie publiek in één klap flink uitdeidde. De video op straat in Boston waar jullie het nummer I Want You Back vban The Jackson Five vertolken werd sinds mei 2012 al meer dan anderhalf miljoen keer bekeken. Zat daar een gedachte achter?
Helemaal niet! Wij wisten niet eens dat het op YouTube zou komen. Het moment waarop dat nummer ’viral’ ging, was voor ons echt een keerpunt. Wij dachten in eerste instantie: dat is leuk voor onze fans en onszelf om een keer terug te kijken. Maar die teller bleef maar oplopen. Mensen bekeken het en gingen het delen, wij raakten de controle volledig kwijt. En gelukkig voor ons werd het niet gezien als een gimmick, maar leidde het ertoe dat al die mensen naar onze shows kwamen. Op dat moment realiseerden we ons wat een geweldig medium YouTube eigenlijk is. Tot dan toe was de enige manier een album uitbrengen ongeveer een jaar nadat je het had opgenomen, nu neem je iets op en tien minuten later kan het bij je fans zijn.

WiM: I Want You Back staat op een EP met één eigen nummer en vijf covers. Dat zijn vrij bekende nummers: Faith, Rich Girl, This Magic Moment… Waarom gekozen voor zulke bekende nummers?
Zoals iedereen zijn we begonnen met spelen in bars. Daar gingen we op een bepaald moment covers doorheen gooien omdat mensen weleens iets bekends wilden horen. Omdat we daar dan toch wel vaak écht eigen versies van maakten, besloten we er een aantal op een EP te zetten, dat werd Fun Machine.

WiM: Maar wacht even: jullie begonnen dus met honderd procent eigen nummers, waar later covers tussendoor kwamen. Meestal gebeurt het toch juist andersom? Een band die steeds meer eigen werk gaat spelen tot er geen ruimte meer is voor covers?
Bij ons niet, wij schreven allemaal, dus dat ging vrij hard met dat repertoire. We waren daar op school natuurlijk ook in getraind. Maar begrijp me goed, die twee albums die we maakten voor 2011 beschouwen we nu als ‘oefenrondjes’. Die waren écht niet goed, hoor!

WiM: Spelen jullie helemaal niets meer van die platen?
Er staan een paar aardige nummers op, een enkele keer spelen we daarvan wat live.