×

Recensie

Roots

15 juni 2017

Jason Isbell and the 400 Unit

The Nashville Sound

Geschreven door: Cis van Looy

Uitgebracht door: Southeastern Records

The Nashville Sound Jason Isbell Jason Isbell and the 400 Unit Roots 4.5 Jason Isbell and the 400 Unit – The Nashville Sound Written in Music https://writteninmusic.com

Zo’n zes jaar figureert hij bij Drive By Truckers en vormt samen met de eveneens uit Alabama afkomstige Patterson Hood en Mike Cooley een geïnspireerd gitaartriumviraat. Jason Isbell manifesteert zich bij de southern rootstockers als vroegrijp songwriter, oorspronkelijk in teamverband maar stilaan overvleugelt zijn songwerk onder eigen naam dat van zijn kompanen.

Dat loopt onvermijdelijk uit op solowerk in 2007 met  Siren Of The Ditch, evenals de opvolgers Southeastern en Something More Than Free opgetrokken met een wonderlijke mengsel van southern rock en melancholisch getinte countrysoul. Ondertussen  blijft  Isbell actief met zijn roadband The 400 Unit. Er zit nog een live -plaat tussen, Nashville Sound is het eerste studiowerk met The 400 Unit sinds het uit 2011 daterende Here We Rest.

Rusten heeft Isbell iets minder gedaan, getuige de twee schitterende studioplaten in een periode van nauwelijks twee jaar. In tegenstelling tot dat meer folky en introverte solowerk wordt er nu bij momenten opnieuw wat steviger gerockt met  backing van 400 Unit. Het potige Cumberland Gap is een variatie op een folksong over de bergpas in de Appalachen, tijdens de burgeroorlog  een strategische en fel bevochten plek. Hope The  High Road pendelt op rockende riffs en snedige slides, rootsrock van het  hoogste niveau. Anxiety is een felle aanklacht tegen de niet aflatende stress die een eenvoudig, gelukkig leven in de weg loopt.

Het ingetogen Tupelo ademt de sfeer uit van Muscle Shoals, niet zo ver uit de buurt van Greenhill, het plaatsje in Alabama waar Jason opgroeide. De piano van Derry deBorja en de viool en achtergrondzang van Amanda Shires flankeren melodieus snarenwerk en creëren een bijzondere sfeer. Isbell heeft een dochtertje met Shires en als jonge vader wordt hij met uitzichtloze levensomstandigheden geconfronteerd. “I’m a white man living in white man’s world, under our roof is a baby girl, I thought this world could be hers one day, but her momma knew better”, stelt Isbell in White Man’s World , een bittere song die diep snijdt.

Nog indringender klinkt de openingssong  Last Of My Kind, een schrijnend epos over de uitsluiting van een countryboy, hopeloos verloren in de meedogenloze stad. “I tried to go to college but I didn’t belong, everything I said was either funny or wrong, they laughed at my boots, laughed at my jeans, laughed when they gave me amphetamines, left me alone in a bad part of town, thirty-six hours to come back down, am I the last of my kind?

Of hij echt tot een uitstervend ras behoort zal de toekomst uitwijzen, als geëngageerd storyteller die tussen folk, country en rock balanceert blijft Jason Isbell ongenaakbaar in het hedendaagse  muzikale landschap.



  1. Last Of My Kind
  2. Cumberland Gap
  3. Tupelo
  4. White Man's World
  5. If We Were Vampires
  6. Anxiety
  7. Molotov
  8. Chaos And Clothes
  9. Hope The High Road
  10. Something To Love