×

Interview

22 april 2017

Honger, haast en hartstocht: Lance Armstrong muzikaal in perspectief.

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Label: Excelsior

In 2012 verscheen het album De Sint Willebrord Sessies Volume 1: Sporthuis Hubert, een muzikaal eerbetoon aan de magie en tragiek van de wielerwereld. Met de toevoeging Volume 1 werd er vooruitgeblikt op toekomstige releases, niet per se al geconcretiseerd in ideeën, integendeel, wel vooral speels en enthousiasmerend de hoes sierend. Het album was toen al gebaseerd op een samenwerking tussen  schrijver en sportjournalist Nando Boers, schrijver en documentairemaker Dirk Jan Roeleven, singer songwriter en muzikant Jan Willem Roy en Bert Wagendorp, schrijver en columnist. Er werden bevriende wielerliefhebbers en muzikanten bij elkaar gebracht en het gezelschap werkte in de werkplaats van mecanicien Hubert van Hooijdonk in Sint Willebrord, vanouds epicentrum van de Nederlandse wielerbeleving. Vijf jaar later is er een tweede deel: Lance The Rockopera. Op een zonnige dag op het water, met mooi weer voor een fietstocht, zocht Written In Music Bert Wagendorp en Jan Willem Roy op om te praten over wielrennen, muziek en natuurlijk over de man die centraal staat in het muzikale wielerepos. De rockopera kent veertien nummers die op hun plaats vallen tegen de achtergrond van de beleving van de opkomst en ondergang van Lance door de ogen van een barkeeper.

boek-cd-lance

WiM: Dit tweede album is een zeer aangename muzikale verrassing. Jullie weten de luisteraar van kiet af aan te betrekken bij de muziek en bij het verhaal. Hoe zijn jullie te werk gegaan? Jan Willem: We hebben vijf dagen opgenomen met de band en met de zangers vóór we met live speelden met publiek. Dat was dus vijf dagen werken aan veertien songs. Vanaf vrijdag speelden we vier concerten. Het openingsnummer Cold Eye Sky, van de hand van Cok van Vuuren is een nummer dat klinkt als een tune én dat bij de live uitvoering het publiek ook zeer enthousiast en op de banken kreeg. Daarna volgt Olso 1993. In dat nummer laten we bravoure doorklinken en het idee dat alles nog kan. Het nummer heeft inderdaad een soort jeugdige onbevangenheid. Bert: Ook een enorme gepassioneerdheid.

WiM: Jullie werkten dus naar een deadline toe. De muziek moest af zijn op de dag van het eerste concert. Hoe was dat? Bert: Dat was een afspraak met Walhalla. We kregen de kans om daar de opnames te maken. Voor ons was de tegenprestatie daar vier optredens te doen. Het was zeker ongelooflijk spannend. We hadden minder tijd nog dan bij de eerste Willebrord Sessies.  Jan Willem: We waren vrijdagmiddag net klaar met de veertien nummers die we geschreven hadden. Toen moesten we dus ombouwen naar een live setting én gereed maken voor de eerste uitvoering. Daar kwam nog bij dat we die avond dus ook de tekst die Eric Corton spreekt, als barkeeper,  voor het eerst gingen integreren in de set. Dat hadden we niet gerepeteerd. Bert: Hubert van Hooijdonk, de man bij wie we de eerste Sint Willebrord Sessies opnamen in de werkplaats is in de loop der tijd een vaste waarde geworden bij veel activiteiten van literair wielertijdschrift De Muur én die vaak nog live in de huid van mecanicien kruipt bij bijeenkomsten van De Muur is de assistent van Eric Corton. Nu maakt hij flessen bier open in plaats van wielen te spaken. img_5248

WiM: Over dat eerste album gesproken: hoe zit dat met Volume I en nu Volume II? Jan Willem: Dat vonden we vooral leuk om te doen. Dirk Jan wilde dat wel, het klonk wel Amerikaans en vond dat wel een stoer idee. Maar het was nooit de bedoeling een tweede editie uit te brengen. Het idee voor dit album kwam pas twee jaar later op, in 2015.  WiM: Hoe vonden jullie elkaar om dit te doen? Bert: We zijn dezelfde club vanaf de eerste keer. Het was een beetje toeval in feite. Nando Boers, Dirk Jan Roeleven en ik wilden dat jaar met de Bike Writers voor Tour For Life voor dat jaar voor Artsen Zonder Grenzen iets bijzonders doen, voor het goede doel. We hadden al eens een boekje gedaan, een tijdschrift. We dachten dat een cd wel een leuk idee zou zijn. We luisterden weliswaar naar muziek maar van het spelen laat staan opnemen ervan, wisten we niets. Toen namen we contact op met Jan Willem. Hij zocht contact met Excelsior, met zangers, met muzikanten. Frans Hagenaars en Ferry Hogeboom deden graag mee. Jan Willem: Alex Roeka had al vaker wat voor De Muur gedaan en we wisten dat hij ook fietste. Frank Lammers, Rick de Leeuw, Guus Meeuwis, allemaal liefhebbers ook van de wielersport.img_4857

WiM: En nu dus ook Lea Kliphuis? Bert: Ja, we werkten nu aan de hand van een thema, het verhaal van Lance. En in het verhaal van Lance komen immers ook vrouwen voor. We moesten dus ook een goede vrouwenstem hebben.  Jan Willem: Ik had al eerder met haar gewerkt tijdens een sessie in Walhalla. En ze liet daar dus een keer een foto zien van een wielrenfiets met haar vader. Toen dacht ik meteen dat het goed was haar erbij te hebben. Ze reageerde enthousiast en het is ook een van de hoogtepunten op het album gewordenimg_4993

WiM: Hoe kwamen jullie op het thema? Bert: Het begon met de gedachte om weer iets te gaan doen. We wilden niet hetzelfde doen. Dat was ook niet zomaar op eenzelfde manier opnieuw te doen, Toen viel er zoveel vanzelf op de plaats, het was zo’n onovertrefbare happening. Het ontstond allemaal erg vanzelf. We moesten een fanfare hebben en toen belde Rini Wagtmans dat die er kwam. Het was een komen en gaan van mensen die wilden meewerken. Dat gebeurde ook aan de PR-kant. Herman van der Zandt kwam spontaan langs, Erik Dijkstra van De Wereld Draait Door. Het ging dus heel erg leven. Voor nu was het dus de vraag als we het opnieuw doen, hoe dan? Het werd Engelstalig en Lance werd het thema. Toch hét verhaal van de afgelopen jaren in de sport. We wilden wel gaan opnemen bij de Mont Ventoux, bij Chalet Reynard of in Austin, Texas. Maar beide ideeën waren zeer kostbaar. We moesten dus ook werken aan een beginkapitaal. Plus daarbij dat ook nu een goed doel verbonden is aan het idee, de Daniël den Hoed kliniek. We kwamen dus uit in Rotterdam, bij Walhalla. En, met het idee van de laatste tourstart van Lance in Rotterdam viel alles wel zo’n beetje op de plaats. We prikten een week in oktober en wisten dat het toen moest gebeuren. Jan Willem: Een week na het besluit van start te gaan in oktober 2015 kwamen de eerste songteksten al in beeld. Bert: En jij schreef meteen de muziek erbij. De laatste vijf, zes songs kwamen tot stand tijdens onze zomervakanties. Jij schreef toen in een week nog vijf, zes nummers. Jan Willem: Ja, dat was echt een topweek. Iedere dag gaan zitten. De verhalen ontstonden vanzelf.

WiM: Hoe beïnvloedden jullie elkaar nog bij het schrijven? Bert: Ik stuurde eerst de teksten zodra ze klaar waren naar Jan Willem. En ik kreeg na verloop van tijd wel reacties over wat er nog aan stijl bij moest komen. We wilden een album maken met voldoende afwisseling. Jan Willem: Daarom ook een nummer als The Beast, dat is gewoon blues geworden. Je leest het al als je de titel ziet. Bert: Dat was duidelijk het werk van Jan Willem. Ik schreef de teksten en Jan Willem gaf feedback. Ook op hoe ik schreef. Aardige teksten, maar je begint steeds met het refrein. Dat had ik niet zomaar in de gaten. Het laten passen van de teksten binnen muziek, daar zorgde hij voor. Lea deed dat ook daar waar zij de muziek voor haar rekening nam. Jan Willem: we noemen het een rock opera, maar ja, dat is ook deels speels.  We wilden het in ieder geval geen musical laten zijn. Het idee was verschillende karakters terug te laten komen in de muziek. Tegelijk zorgden we wel voor afwisseling tussen de verschillende nummers. We bewegen ons tussen de stijl van Americana zoals je die in Austin hoort waar Lance van vandaan komt, daarnaast is er het uitstapje naar Italië, met het nummer Pantani en vervolgens de rockoperasound van Newspaper Man. Bert: De mensen die je in de liedjes terug hoort, zijn ook allen sterke karakters. Dat komt overduidelijk terug in de teksten.

WiM: Hoe denken jullie dat Lance naar deze muziek luistert? Sluit het bij zijn beleving aan? Bert: Americana is de muziek die Jan Willem mooi vindt, maar het sluit ook aan bij waar Lance naar luistert. Jan Willem: Er zijn twee clubs in Austin waar Lance inderdaad ook regelmatig te vinden is. Hij luistert zelf bijvoorbeeld ook graag naar Ryan Bingham. Ik heb er nog vier maanden gewoond en toen was ik de enige met een racefiets, zo leek het. Maar nu zijn er heel veel fietsen te vinden. Ik denk dat Lance daar een belangrijke rol in gespeeld heeft. Ze gaan ook elke zaterdag vanuit zijn winkel, Mellow Johnny’s, rijden met fietsers in de omgeving. Dan rijdt hij ook mee.

WiM: Jullie laten de twee kanten van Lance zien. Het album rekent dan ook niet met Lance af. Hoe hebben jullie daarvoor gekozen? Bert: Het moest geen moraalspel worden. Dat wilden we ook niet. Wat je er verder van vindt, dat laten we open. De barman in het verhaal beschrijft wel wat er gebeurde. Hij heeft er geen oordeel over. Hij heeft wel mensen beschadigd, misschien erger dan het dopinggebruik. Ik wilde bewust die twee kanten laten zien. Daar zit ook de donkere kant in.  Tegelijk is zijn drive, de manier waarop hij in zijn sport stond iets wat bewonderenswaardig is. Jan Willem: Dat deed hij in zijn sport, dat deed hij in de bestrijding van zijn ziekte. En ook in de opzet van de Livestrong stichting. Bert: Ja, als hij ergens voor ging, dan was het voluit, zonder reserve, zonder grenzen. Hij ging dan ook wel over grenzen heen.

Voor het fietsen was de keuze maken destijds ook zowat de enige optie. Als hij meewilde rijden met de groten, dan moest hij haast wel. Hij kwam terug van zijn ziekte en wilde niet meteen stoppen.  Natuurlijk was er ook een materiële overweging; als ik goed ben, kan ik heel veel geld verdienen. Dat is natuurlijk heel erg Amerikaans. Eer was een ding, geld verdienen de andere kant. Jan Willem: Hij heeft er ook heel veel voor gedaan inderdaad. Als je ziet hoe hij in Oslo won, qua figuur en hoe hij er later aan is gaan werken. Het blijft een geweldige overwinning. De muziek bij het liedje Oslo 1993 straalt dat ook uit. Gedrevenheid, beleving. Hij nam risico’s in die afdaling bij dat WK. Dat bleef hij doen. Verder gaan dan anderen. Bij zijn trainingen, bij de keuze van zijn begeleiders. Jan Willem: Dat zie je ook bij de samenstelling van zijn team, bij de manier waarop teams werkten. Er werd bewust gewerkt aan een systeem. Bert: Hij ging het anders doen dan de Europese aanpak. Trainen achter de auto met je ploegleiding. Daar had hij niets mee. Ook niet starten als knecht. Hij zei al snel dat andere wielrenners weinig voorstelden, ook toen hij nog niets presteerde in San Sebastian. Een grote mond maar nog geen kwaliteit. Jan Willem: Die gedrevenheid bracht hem ver. Ook al schoot ie daar ook op veel plekken in door.

WiM: Terug naar de muziek. Hebben jullie wel eens het idee gehad dat jullie de nummers niet tijdig af zouden hebben? Jan Willem: We hadden de nummers al af voor we met de opnames begonnen. Dat was al in begin september. Bert: De band was goed. We hadden dezelfde band als de eerste keer, met uitzondering van een enkele plek. Jan Hautekiet speelde in plaats van Roel Spanjers. Hij had andere verplichtingen. Alles bij elkaar was het gezelschap iets kleiner. Ik had het idee dat het daardoor sneller ging. Jan Willem: Dat is waar. We hadden nu de helft minder tijd; vijf dagen in plaats van tien. We hadden toen ook vijf keer twee opnames van zangers. Nu hadden we minder artiesten en een rond verhaal. Bert: Jan Willem is natuurlijk een professional dus je hebt, ook met de begeleiding vanuit Excelsior, een prima basis. En mensen deden mee vanuit overtuiging en spelplezier. Cok van Vuuren nam een solo nog laat opnieuw op omdat hij ook graag wilde dat hij precies was zoals hij hem in gedachten had. Het moest goed zijn. Jan Willem: Addy Engels, Rob Harmeling en Eric Corton kwamen ook aan voor de openingssong en bij hen was het enthousiasme ook zo groot dat ze heel graag hun medewerking verleenden.

WiM: Jullie maakten een album over fietsen dat tegelijk niet over fietsen gaat. Voor wie maakten jullie het album? Bert: Het gaat over een mens die te dicht bij de zon wil vliegen en zijn vleugels verbrandt, die zijn ziel zowat verkoopt, als je kijkt naar dokter Ferrari. “Als jij neemt wat ik zeg, dan maak ik jou veelvuldig tourwinnaar.” Dat was de deal. Hij nam het risico. Het verhaal is een mengeling tussen de verhalen van Icarus en Faust. Boeiende mensen die verder durven te gaan dan velen van ons. Voor ons was het zeker niet zo dat we een doelgroep in gedachten hadden. We wilden gewoon graag nog een keer aan de slag gaan met de beleving van de eerste keer. Veel meer vanuit de gedachte “Als wij het leuk vinden, geldt dat vast ook voor andere mensen”. Maar niet met een vooropgezet doel. Jan Willem: Het ging er echt om dat we het deden vanuit onze beleving; de zuiverste vorm van het maken van muziek. Bert: Als je kijkt naar hoe de tweede avond beleefd werd, was het publiek laaiend enthousiast. Jan Willem: Het publiek realiseerde zich dat ze geen positie in hoefden, geen mening over het verhaal hoefden te hebben en dat bracht ergens ook wel opluchting met zich mee. Ze konden dus echt gewoon genieten van de muziek. Bert: Dat waren heel mooie momenten. Jan Willem: Dan blijft het maakproces het mooiste. Als je al weet hoe het gaat voelen tijdens het schrijven, dat het goed is én dat er dan nog mooie nummers binnen komen, dat je voelt dat het op de plaats valt. Dat is mooi. Bert: We merkten ook wel in dat maken, toen iedereen het verhaal van de barman had gelezen, dat er bij de muzikanten en zangers iets wegviel. Hoezeer het verhaal ook een donkere kant had, beide kanten worden belicht. Het is niet alleen het verhaal van een schurk. Hij is niet alleen slecht. En dat deed dus ook wel wat. Jan Willem: Het is natuurlijk ook een fictief verhaal vanuit de ogen van de barman. Het is niet de weergave van een journalistieke speurtocht. Bert: Het verhaal is genuanceerd gebracht. Dat roept wel weer reacties op bij mensen. We zijn ook wel benieuwd hoe het op Lance zelf overkomt.  Hij krijgt erover te horen. We zijn benieuwd naar hoe hij het vindt. Dirk Jan Roeleven is in Austin Texas geweest en de muziek is er onder de aandacht gebracht. Benieuwd dus hoe dat overkomt.

WiM: Hoe bewust was de keuze voor de Daniël den Hoedkliniek? Bert: Dat was veel meer als doel nu verbonden aan Tour For Life. Vandaar dat dit er nu vanzelf aan gekoppeld is. Vorige keer brachten we €  25.000,- op voor Artsen Zonder Grenzen. Laten we hopen op een mooie opbrengst ook nu. Jan Willem: Zeker ook met de link naar Armstrong en Livestrong. In die zin sluit het mooi aan. Dat past erg goed. We doen het graag.

WiM: Hoe staat het met live optredens? Jan Willem: Twee keer in de Verkadefabriek en nog een keer in Heerlen. De verkoop van Den Bosch gaat hard. Ik weet niet of Heerlen al in de verkoop is. We hebben natuurlijk te maken met een best groot gezelschap dat iedere keer bij elkaar dient te komen. Dat kun je niet heel makkelijk plannen in een reeks concerten.

Met de zon laag hangend boven Amsterdam nam Written In Music afscheid van de heren Wagendorp en Roy. Onder dankzegging voor een mooi gesprek. De openingstrack Cold Eyes Sky klonk nog door in de oren. Het is voor het goede doel en voor de zeer enthousiaste makers te hopen dat de bezoekers en muziek- en wielerliefhebbers zich even enthousiast betonen voor bezoek van het optreden in Heerlen of voor de aanschaf van het album. Beide warm aanbevolen.