×

Recensie

17 juni 2017

Neil Young

Geschreven door: Philippe De Cleen

Er zijn er die vinden dat Neil Young een oude zeur is. Zij dwalen natuurlijk. Dat en veel meer maakt Neil Young en ik door Herman Verbeke samen met een vijfenzestigtal medeauteurs uit België en Nederland duidelijk. Rode draad in het bijna vierhonderd pagina’s tellende boek is vanzelfsprekend de Canadese songschrijver/eco-activist zelf, al ligt de focus in het boek vooral ook op persoonlijke connectie en relatie van elke (mede)auteur met Young. Die is een levende legende hors catégorie, een soms mythische figuur die onophoudelijk doorploegt aan een steeds meer uitdijend oeuvre.

Net die veelheid, die diversiteit aan stemmen en perspectieven maakt van Neil Young en ik een aanrader. Al die verschillende invalshoeken maken het soms chaotisch, maar maken de muzikant en de persoon Neil Young echt inzichtelijker. Althans, tot op zekere hoogte, want als er écht een stem in deze bijzonder fraaie verzameling ontbreekt, is het die van Neil Young zélf.

Interessant aan Neil Young en ik is dat Verbeke in zijn soms erg ruime selectie (bvb. een innovatiemanager die een betoog mag houden voor online streaming) rekening houdt met zowel Belgen als Nederlanders. Bovendien vindt hij zo, losjesweg gebaseerd op Springsteen en ik, verschillende perspectieven op ‘The Loner’. De stemmen van muzikanten, journalisten, dichters, muziekliefhebbers,.. worden hier allemaal telkens met Neil ‘Dinosaur Sr.’ Young als kern verzameld.

Elk een van hen heeft zo zijn manier van geïntroduceerd worden met het leven en werk van Young. Voor Verbeke zelf was het een radio-uitzending, een eerste elpee. Dat werd al gauw op zoek naar de eerste van vele bootlegs, naar meer informatie en achtergrond.

Verbeke is gelukkig niet zo idolaat om élke riedel van de Canadese gitarist meteen fantastisch te vinden. In zijn voorwoord geeft hij net als vele andere auteurs duidelijk aan dat ook naar zijn persoonlijk aanvoelen Young een aantal minder goede albums maakte, zoals o.a. het door velen als mislukt beschouwde Re-ac-tor, Trans en Landing On Water. Opvallend genoeg is er niemand die daar ook maar aan twijfelt. Kutplaat, zo laat Riguelle over Trans weten. Maar ook elders duiken er kritische kantjes op.

Anderen benadrukken dan weer heel erg de eigen insteek, bijvoorbeeld doordat ze als muzikant leerden spelen met het songboek van Neil Young of omdat ze diens werk in hun eigen sets hernemen. Tussen de anekdotes door vinden we uiteraard verwijzingen naar vele gitaarsongs, die niet zelden een wat breed, weids – en toegegeven: soms ook weleens best langdradig – karakter hebben. Het vaakst geciteerd blijft het onverwoestbare Like A Hurricane, een song die al eens in de dromen van onder meer Patrick Riguelle opduikt. Of Ordinary People, een van de vele Neil Young song die in het boek herhaaldelijk worden aangereikt of Change Your Mind dat Gert Van Nieuwenhove uit Sleeps With Angels haalt. Of Be The Rain, de favoriet van Menno Pot, die ‘zijn’ liedje plots herkent.

Een van de boeiendste passages in het boek is bijvoorbeeld de passage van Geert Hendrickx die een inkijkje biedt in de machinerie achter zo’n Neil Young optreden. Of het werkelijk hilarische verhaal van Stijn Meuris. En zo zijn er talloze passages, gaande van Gert Van Nieuwenhove die zijn liefde voor Sleeps With Angels uit of het inzichtelijke essay van Bart Meuleman die de gelijkenissen met generatiegenoot Lou Reed tegen het licht houdt.

Doorheen de carrière van Neil Young loopt niet toevallig het menselijke (bv. de rode draad van het stukje van Geert Simonis) en (ecologisch verantwoord) engagement als rode draden. Neem een song als Human Highway bijvoorbeeld of de manier waarop hij van zijn Farm Aid of Bridge Benefit reeks telkens weer zo’n succes maakt. Telkens weer krijgt Young de allergrootste sterren (R.E.M., Thom Yorke, Pearl Jam, Guns ‘N’Roses) op die affiche, wat voor vele mindere goden onbegonnen werk is. Toch houdt Young erg aan zijn privacy, zoals onder meer uit de bijdrage van Gert Jan Van Hellemont die een kijkje gaan nemen is aan de Broken Arrow Ranch blijkt.

Het boek is een boeiende verzameling verhalen, met soms kortere en langere stukjes. Dat maakt het best gemakkelijk om het werk niet ineens te verorberen, maar net stapsgewijs. Ideaal voor de lezer die graag grasduint en ontdekkingen wil doen. De stukjes variëren van het fragmentarische, anekdotische tot echte, muziekhistorische essays. Gemeenschappelijk blijft de muzikale liefde voor Neil Young voor wie ‘it’s just all one song’ is. Een oerkracht die minstens 65 Nederlandse en Vlaamse co-auteurs inspireert tot een stukje.

Een wat lossere anekdote: als Neil tijdens zijn akoestische Greendale set (cd/dvd versie) het podium opduikt en zijn akoestische gitaar inplugt, zegt ie doodernstig tegen het publiek: “I’m ready”. Meer hoeft niet, want duidelijk is dat Neil Young het oprecht méént. Eenvoud siert.