Delbert McClinton
Prick Of The Litter
De vanuit Lubbock naar Forth Worth uitgeweken zanger is al sinds de jaren vijftig actief als gitarist in rockabilly en bluescombo’s. Na een concert van Jimmy Reed verruilt McClinton de zes snaren voor een mondharmonica. Die ijle mondharmonica kleurt in ’62 Bruce Channels hit Hey Baby even later duikt in Love Me Do van The Beatles een gelijkaardig deuntje op. McClinton leert tijdens een Europese tour met Channel een jonge Lennon enkele licks aan .De Texaan blijft uiterst actief op de podia en de studio. In de tweede helft van de jaren zeventig krijgt hij met Victim’s Of Life circumstances ook buiten het roadhouse rock circuit erkenning met songs als Two More Bottles Of Wine. Op de opvolgers vinden we naast stomende uitvoeringen van soulklasiekers ook de ultieme versies van Shaky Ground Lipstick Traces en andere fraaie New Orleans stuff.
Mc Clinton’s B Movie Boxcar Blues zet The Blues Brothers een eind op weg met in het zog een heuse soulrevival. Erkenning bij het grote publiek blijft uit, het bankroet van een reeks platenfirma’s helpen evenmin, maar McClinton gaat onverstoorbaar verder . In de herfst van zijn leven blift hij actiever dan ooit als songwriter en langspelers als Cost Of Living en Acquired Taste tonen aan dat de veteraan nog lang niet uitgezongen is. Vier jaar geleden is er nog een reünie met zijn oude vriend Glen Clark. Dat resulteert in Blind, Crippled & Crazy, zo’n veertig jaar na de split van het duo waarin de zanger zijn broeierige Texaanse soulblues uittestte.
Twee jaar geleden ziet het er niet zo goed uit voor Delbert McClinton die met ernstige hartproblemen geconfronteerd wordt, na enkele ingrepen lijkt de man herboren. In de Rockhouse studio van zijn pianist Kevin McKendree die stuurt de recente roadband aan met gitarist Bob Britt. Aangevuld met McClintons trouwe snarenman James Pennebaker en een bescheiden maar efficiënte blazerssectie komt vorig jaar Prick Of The Litter tot stand.
McClinton opteert weliswaar voor een laidbackbenadering na een straffe aftrap, Don’ Do It een duet met Lou Ann Barton en geïnspireerde gitaarpartij van Jimmie Vaughan, ingeblikt tijdens een uitstapje naar Austin en leunt het sterkst aan bij Delberts onnavolgbare, karakteristieke stijl. In een zacht golvende Doin’ What You Do diept hij zowaar even het smoelschuivertje op. Het wat rafelige stemtimbre en de unieke frasering heeft nagenoeg niets aan kracht en souplesse ingeboet, zo blijkt in enkele songs die McClinton in samen werking met gitarist Britt en oude gabber Clark componeerde. Die laatste zingt mee in het met hitsig parlando gelardeerde Skip Chaser. In Middle of Nowhere schuilt een verrassend ijle falsetto en ook opvallend zijn de sentimentele ballades. “The Night Time Is The Right Time”, horen we in het romantische San Miguel dat naar Tony Bennetts I Left My Heart In San Francisco verwijst.
In het tweede gedeelte toont McClinton zich vanaf hede schitterende jazzt ballade Pulling My Strings niet alleen in het van Percy Mayfield geleende The Hunt Is On een verfijnd crooner met perfecte timing. Het door een zwoele sax en milde humor gekruide Bad Haircut en Like Love Used To Be en Jones For You, een uitstapje naar New Orleans zitten eveneens in dat lazy jazzstraatje en de afsluitende pianoballade Rosy illustreert naast de klasse van Self Made Men een begenadigd zanger die evenals een gewaardeerde collega als Boz Scaggs met het klimmen der jaren beter wordt.