×

Concert

28 juli 2015

De doorleefde southern fried stuff van Gregg Allman

Geschreven door: Cis van Looy

We hadden er lang op gewacht, zou Gregg de  frontman van de legendarische Allman Brothers Band nu eindelijk eens naar Nederland of België komen? Na de afscheidsconcerten van The Brothers vorig jaar in New York kwam er in de tweede helft van juli ruimte vrij voor een korte Europese solotournee met band, zou hij eindelijk naar Blues Peer komen? Niet dus, het bewuste weekend speelde hij op het Bay Harbor Festival in St.Louis. Deze week reisde hij wel af naar Europa voor Ramblin’ Man Fair, een Classic Rock festival in Maidstone (Kent) niet eens zo ver  van Londen.

Gelukkig engageerde Paradiso zich voor een concert op vrijdagavond, een uitzonderlijke gebeurtenis om in Europa eens een clubconcert van Gregg Allman te beleven. Een reisje naar Amsterdam vormt bovendien de ideale gelegenheid om in de nog resterende platenzaken te snuisteren op zoek naar al dan niet zeldzaam vinyl, wat we vooraf ook uitgebreid doen. Blijkbaar zijn er Allmanfans die voordien hetzelfde traject hebben afgelegd. Wanneer we in de buurt van de ondertussen uitverkochte Grote Zaal van Paradiso komen merken we hier en daar de vertrouwde plastic tasjes op.

Vorig jaar gooiden The Allman Brothers na ruim vijfenveertig jaar overleven de handdoek in de ring nadat het gitaristenspan Warren Haynes en Derek Trucks hun vertrek aankondigden. Gregg Allman bewandelt al sinds ’73 het solopad, sporadisch verschijnt er nieuw werk, op ondertussen een handvol werkstukken etaleert Gregg zijn voorliefde voor soul en blues en keert op het ‘recente’ Low Country Blues terug naar zijn bluesy roots. Die  soloverrichtingen worden overschaduwd door het succes van The Allman Brothers die voortdurend  on the road blijven.

Gregg Allman stapt vrijdagavond meteen het podium op met zijn bandleden en opent met Statesboro Blues. Die ode van Blind Willie Mc Tell aan het stadje in Georgia, met die typerende slidegitaar is een van de hoekstenen van het Brothersrepertoire. Allman neemt plaats achter zijn Hammondorgel en we krijgen een bijzonder fraai trio voorgeschoteld, I’m No Angel,  Come and Go Blues en de sublieme R&B ballade Queen of Hearts, helemaal in de stijl van de betreurde Ray Charles, knap opgebouwd met spannende tempowisseling en voortgestuwd door bluesy gitaarspel en een vurige blazerssectie. De machtige stem van Allman, de man is ondertussen 67, vertoont stilaan wat slijtage en kleine barstjes. De schade blijft al bij al beperkt, zo wordt duidelijk tijdens de interpretatie van Jackson Brownes wonderlijke ballade These Days, ongetwijfeld een moment suprême, deze ingetogen fragiele en doodeerlijke passage. “Don’t confront me with my failures, I had not forgotten them”.

Gregg ruilt de akoestische gitaar voor een elektrisch exemplaar en wandelt samen met Scott  Sharrard door Ain’t Waistin’ Time No More, de inbreng van de blazerssectie resulteert in een totaal andere klankleur dan bij het vertrouwde gitaarepos van weleer, hoewel gitarist Scott Sharrard geïnspireerde snarenspinsels debiteert.

Tijdens een instrumentaal intermezzo komen percussionistentandem Steve Potts, Marc Quinones en Ron Jonson samen met toetsenman Peter Levin uitgebreid op het voorplan  terwijl de frontman even op adem komt in de coulissen. Even later volgt het tweede deel krachtig ingezet met een  adaptatie van Elmore James’ Done Somebody Wrong met weerom schitterend slidewerk en het gespierde Stand Back klinkt funkier dan ooit.  Na een introductie van de band gaat het feestje verder. Allman heeft nochtans triest nieuws te melden, de avond voordien overleed zijn moeder. Een instrumentale passage  gaat een intens doorleefd  It’s Not My Cross To Bear voor. “I’ll live on and I’ll be strong” een motto waaraan de man zich tijdens zijn woelige leven meer dan eens aan opgetrokken heeft.

De lichten worden even gedempt en de intro op akoestische gitaar genereert meteen herkenningsapplaus. Melissa is ongetwijfeld een van de meest memorabele momenten uit Allmans oeuvre. De oorspronkelijke song stamt uit ’67, uit het pre- Allman Brothers tijdperk en was de onbetwiste favoriet van Duane, Greggs betreurde getalenteerde oudere broer en het blijft telkens een emotioneel hoogtepunt. Bij die hoogtepunten kan je ook  Midnight Rider rekenen. Helaas worden die meer intimistische passages op het podium van Paradiso enigszins ontsierd door net iets te enthousiast meegezongen passages. Het is uiteraard niet verboden, maar het werkt toch een beetje storend.

Persoonlijk had ik graag een beetje meer solowerk, met de B3 Hammond en soulgetinte zang op de voorgrond, in de set zien opduiken. In de plaats komt nog een energiek vlammend Love Like Kerosene van gitarist Sharrard, terwijl een lichtjes onderkoelde versie van Whipping Post de afsluiter vormt. Tijdens de toegiften passeert Soulshine van Warren Haynes in duet met gitarist Sharrard.  Er volgt geen voorspelbare exit met One  Way Out maar Southbound, een verrassend eerbetoon  aan oude gabber Dickey Betts waarin de blazerssectie en de voltallige band nog eens uitgebreid aan zet komen. Met broeierige southernrock klanken worden we de nacht ingestuurd. Wellicht is het niet voor morgen maar we dromen toch al een beetje van snel weerzien op de (festival)podia.