×

Concert

16 maart 2017

Courtney Marie Andrews overtuigt molen De Ster

Geschreven door: Frank Gesink

Label: Loose

Een bijzondere dinsdagavond op een bijzondere locatie, dat stond ons te wachten in houtzaagmolen De Ster, te Utrecht. Over de authentieke, maar toch modern klinkende country van Courtney Marie Andrews wordt de laatste tijd veel geschreven, maar tot voor kort was haar muziek niet eens bekend in Europa. Terwijl ze toch al 6 albums op zak heeft. Met het uitkomen van Honest Life krijgt ze ook hier de erkenning.

Gehuld in een spijkerjas en bijpassende spijkerboek komt als voorprogramma de Canadese David Simard op het podium. Een zogeheten “Canadian Tuxedo” wordt het outfit ook wel eens genoemd; we houden het maar op puur toeval en zoeken er verder niets achter. Hij straalt een alledaagse sfeer uit, met zijn oude gitaar, schattig mini-versterkertje en het flesje bier dat nooit ver van hem verwijderd is. Wanneer hij vertelt naast zijn muzikantenleven te werken als timmerman, versterkt dit alleen maar het gevoel dat het om een nuchtere jongeman gaat die simpelweg blij is dat zijn “hobby” zo succesvol is. Schijnbaar eenvoudig en puur klinken ook zijn liedjes, die vleugjes pop, country en talking blues bevatten. “dit is een liedje over het metafysische belang van schoenen”, grapt hij wanneer hij inderdaad een liedje over schoenen inzet. Later handelt Good Clean Water op een kritische, maar toch luchtige toon over de basisbehoeftes (zoals water) van het leven. Tussendoor praat hij maar door en door, wat voor een ongedwongen sfeer zorgt. Bijzonder is dat zijn liveshow deze avond gezelliger en luchtiger klinkt dan zijn recente album The Heavy Wait, dat bij vlagen een inktzwarte en mystieke sfeer oproept.

Een klein meisje met een gitaar en een prachtige zwarte jurk aan komt het podium op, vergezeld van een jongen die met zijn dreadlocks een zeer contrasterend imago uitstraalt. Het is een beetje een cliché, maar de logische eerste gedachte is dat deze “metalhead” bij het zaalpersoneel hoort om de techniek te regelen. Niets is minder waar, want het blijkt Bryan de pedalsteelgitarist te zijn en dat kleine meisje naast hem is natuurlijk countryzangeres Courtney Marie Andrews.  Alle rare vooroordelen gaan de deur uit als het duo begint te spelen. De krachtige stem van Andrews klinkt zelfverzekerd, maar tegelijk triest breekbaar. Toch zou ze er goed aan doen om soms wat meer in te houden. Vol overgave stort ze zich met hart en ziel in de liedjes, maar bij tijd en wijlen klinkt het alsof ze een heel voetbalstadion moet overtuigen, terwijl de kleine molen vanavond zo muisstil is dat alle details toch wel luid en duidelijk overkomen. Bryans pedalsteel zorgt tot slot voor die echt desolate countrysfeer en zijn backing vocals zijn soms een mooie aanvulling. Leegte en eenzaamheid hoor je vooral terug in het nachtelijke Table for One. Toch is er ook ruimte voor een positieve noot, met name als het vol levenslust gespeelde Put the Fire Out wordt gespeeld en als toegift krijgen we een speels liedje te horen dat ze simpelweg aankondigt als “dit is één van mijn oudste nummers”.

Natuurlijk, haar bijna perfect uitgevoerde, authentiek klinkende country is emotioneel en verhalend genoeg, maar toch is dat niet het uiteindelijke zetje dat de show naar grote hoogtes tilt. Andrews uitbundige interactie met het publiek en haar met humor vertelde levensverhalen tussendoor zijn namelijk nog sterker. Zo vertelt ze na het spelen van Irene, dat haar gedachten helemaal niet gericht waren op het lied: “vroeger dacht ik als kind dat auto’s vrolijk waren als hun koplampen knipperden. Iemand vertelde me vandaag over deze molen dat als de wieken naar links gekanteld stonden de molen blij was en naar rechts was hij in rouw. Nu moest ik denken aan toen ik weer kind was, aan de vrolijke auto’s”. Het is één van de vele “molen-grappen” die deze avond de revue passeren, wat maar aangeeft hoe bijzonder ze het vindt om in deze locatie te staan. Vervolgens horen we de echte reden van haar inspiratie als liedjesschrijver als ze grapt, “mijn moeder had agressieve cactussen in de tuin, waarvan de naalden wel 3 meter ver konden schieten en als deze mij raakten had ik een goede reden om me ziek te melden van school en kon ik liedjes schrijven”.  Andrews de verhalenverteller, het zit in haar DNA, zo lijkt het wel. Haar bijbaan in een klein dorpscafé heeft dit enkel versterkt. Helaas is niet alles zo mooi en poëtisch, wat pijnlijk duidelijk wordt als ze vertelt over de schok die ze kreeg bij het horen dat haar tante longkanker had. Een ingrijpend verhaal, dat ze afsluit met het positieve nieuws dat haar tante door een nieuwe behandeling gelukkig nu 80% is genezen.

Het is de totale sfeer die vanavond werkt: de bijzondere locatie, authentieke muziek, humor en vooral de verhalen. Verhalen met zoveel passie en persoonlijkheid verteld,  dat de muziek haast een ondergeschikte rol krijgt. Natuurlijk is dat niet waar, want in die muziek zit minstens zoveel hart en ziel. Het één kan niet zonder het ander, dat is duidelijk.