×

Interview

22 februari 2014

Blueslegende Robben Ford over zijn album A Day In Nashville

Geschreven door: Björn Groenen

Label: Mascot Provogue

De inmiddels 62-jarige bluesgitarist Robben Ford nam zijn nieuwe album A Day In Nashville op in de befaamde Sound Kitchen Studios en House of Blues Studio’s in Nashville. Het project is bijzonder te noemen; alle negen tracks op het album zijn namelijk in één dag opgenomen met tweede gitarist Audrey Freed (Black Crowes), toetsenist Ricky Peterson (David Sanborn), bassist Brian Allen (Jason Isbell), drummer Wes Little (Sting) en trombonist Barry Green (Tony Bennett). Een legitieme reden om Robben Ford te spreken over het niet alledaagse project.

WiM: Wie kwam op het idee om na Bringing It Back Home opnieuw een album te maken die overigens in één dag is opgenomen in Nashville?
‘Dat lumineuze idee kwam van mijn geluidstechnicus Rick Wheeler. In eerste instantie was het de bedoeling om drie recente live concerten die ik gedaan heb in Duitsland te bundelen op een album, maar na het terugluisteren van de opnames waren geluidstechnicus Rick Wheeler en ik daar niet tevreden over. Daarom hebben we besloten om de muziek opnieuw in te spelen met dezelfde muzikanten in Sound Kitchen Studios en House of Blues Studios in Nashville. Dat hebben we overigens gedaan in een geschikte studiozaal met behulp van uitgenodigd publiek om de opnames te laten klinken alsof we een live concert in Duitsland spelen. Tja, je moet wat hè.. [lacht]’

WiM: Waarom heb je specifiek gekozen voor de Sound Kitchen Studios en House of Blues Studios?
‘De Sound Kitchen Studios heeft een behoorlijk grote zaal genaamd ‘Big Boy’, bestemd voor opnames. Dat was voor ons, praktisch gezien, de meest geschikte locatie om met een uitgebreide bandbezetting én uitgenodigd publiek opnames te doen. We hebben daar allereerst de basispartijen opgenomen en na enkele weken ben ik teruggekomen om mijn gitaar- en zangpartijen te doen in House of Blues Studios. De reden om in die studio het tweede gedeelte van het album te doen, is omdat het daar kleiner en intiemer is. Het voelde voor mij alsof ik thuis was, althans zo hadden we het ook ingericht. House of Blues studio’s is een bekende studio waar veel artiesten hebben opgenomen. A Day In Nashville is hier volledig gemixt in samenwerking met Rick Wheeler.’

Sound Kitchen Studios - Big Boy

Sound Kitchen Studios

WiM: Wat waren de verschillen qua opnames tussen Sound Kitchen Studios en House of Blues Studios?
‘Toen we in de Sound Kitchen Studios binnenkwamen, dacht ik in eerste instantie: ‘de opnames gaan hier ook niet lukken’. De ‘Big Boy’ was eigenlijk voor het concept A Day In Nashville te groot. Maar na diverse proefopnames klonk het wonderbaarlijk boven mijn verwachting. De aangename akoestiek was namelijk mede te danken aan de bandbezetting en het uitgenodigde publiek die het geluid als het ware absorbeerde. Je zal je afvragen waarom we niet in een kleine studio hebben opgenomen in plaats van deze grote zaal. Het is toch de sfeer in de studio die een toegevoegde waarde op het album geeft. Mijn gitaar- en zangpartijen die ik in House of Blues Studio’s opgenomen had kwamen goed tot zijn recht omdat ik in een geïsoleerde opnamekamer zat. Ik kon me dus volledig focussen op mijn eigen partijen. Dat geeft toch wel een bepaalde rust die je kunt terughoren op het album.’

House of Blues

House of Blues Studios

WiM: Waar heb je de inspiratie gevonden?
‘Toen de studiodagen in Sound Kitchen en House of Blues na de live concerten in Duitsland waren gepland, had ik nog een periode waarin ik de mogelijkheid had om aan nieuwe songs te werken. In Duitsland speelde we nummers van het album Bringing It Back Home. Het leek mij leuk om ongeveer in hetzelfde genre te blijven wat betreft songwriting. Die tussentijd heb ik daarom ook prima kunnen benutten om het album flink op te vullen met nieuwe tracks. De bandleden heb ik overigens in Nashville ontmoet. Ik heb ze voor de opnames van A Day In Nashville enkele demo’s gestuurd van mijn nieuwe songs. Dat was eigenlijk ook alles wat ik kon doen, want in die periode kon ik amper spelen vanwege een verwonding aan mijn hand. Ik heb zelfs een Bringing It Back Home-tour moeten afzeggen. In de studio hebben we de lat hoog gelegd, omdat ik zo snel mogelijk met een nieuw album wilde komen na die mislukte opnames in Duitsland. Daarom hebben we besloten om het volledige album met negen nummers in één dag op te nemen in Nashville.’

WiM: Je hebt voor gitarist Audrey Freed (Black Crowes), toetsenist Ricky Peterson (David Sanborn), bassist Brian Allen (Jason Isbell), drummer Wes Little (Sting) en trombonist Barry Green (Tony Bennett) gekozen. Leg uit waarom.
‘De reden dat ik voor drummer Wes Little en bassist Brian Allen heb gekozen, is dat zij mijn vaste ritmesectie zijn. Dat werkt eenmaal prettig, vooral als je elkaar door en door kent. Toetsenist Ricky Peterson heeft ook verschillende keren met mij op het podium gestaan. Gitarist Audrey Freed en trombonist Barry Green zijn in mijn ogen simpelweg zeer fijne muzikanten om mee samen te werken. De keuze om mijn album in Nashville op te nemen heeft ook praktische redenen; Wes Little en Brian Allen wonen daar evenals mijn tourmanager en geluidstechnicus Rick Wheeler. Mijn tourmanager heeft dan weer zijn contacten met trombonist Barry Green, die ooit eens met gitarist Larry Carlton heeft gewerkt. Het was voor mij dus gemakkelijk om deze muzikanten bij elkaar te halen voor de opnames van A Day In Nashville.’

WiM: Het zal mij niet verbazen dat deze muzikanten ook een gevulde agenda hebben. Hoe was het mogelijk om ze over te halen om hun partijen op A Day In Nashville in te spelen?
‘Weet je, we hebben gewoon geluk gehad.’

WiM: Iedere track heeft zijn eigen verhaal op het album. A Day In Nashville is naar mijn mening romantisch maar hartbrekend tegelijk. Kun je vertellen waar deze gevoelens vandaan komen?
‘Songwriting is een kunst. Sommige tracks schrijf ik vanuit persoonlijke ervaringen, andere niet. Als songwriter heb je veel vrijheid in het schrijven van teksten. Het is voor mij niet moeilijk om met een onderwerp te komen. Een track moet je als het ware kneden tot de juiste vorm. Je moet er hard voor werken, er gaat veel tijd in zitten om een verhaal te kunnen vertellen aan jouw luisteraars. Soms is het meer succesvol dan een andere keer. De nummers die ik heb geschreven zijn meegenomen naar Nashville zonder besef dat het voor de luisteraar goede songs zijn. Daar kom je vóór de opnames simpelweg niet achter. Dat krijg je pas na de opnames te horen.’

WiM: Waarom is A Day In Nashville volgens jou een prima vervolg op Bringing It Back Home?
‘In de jaren negentig speelde ik als Robben Ford & The Blue Line met mijn vaste bandleden Roscoe Beck op basgitaar en Tom Brechtlein op drums. Destijds hebben we drie albums gemaakt: Robben Ford & The Blue Line (1992), Mystic Mile (1993) en Handful of Blues (1995). Voor ieder album dezelfde bandleden. Dat is, ongeacht het succes dat ik met deze groep had, niet wat ik wilde. Continuïteit is voor mij namelijk belangrijk. Daarom ben ik na 1995 in zee gegaan met andere bands, zodat ik met andere muzikanten kan werken die ook een andere stijl van spelen hebben. A Day In Nashville heeft dan ook naast een bassist, drummer en gitarist een toetsenist en trombonist. Het vorige album Bringing It Back Home was meer gericht op groove, A Day In Nashville is een bluesalbum geworden dat wat agressiever en luider is. Continuïteit en vernieuwing staat bij mij dus hoog in het vaandel.’

Robben Ford

WiM: Wat voor input had Rick Wheeler op A Day In Nashville?
‘Rick Wheeler heeft het volledige album opgenomen en gemixt. Hij was degene die na de liveopnames in Duitsland tegen mij zei dat we de hele set maar eens in één dag moeten opnemen in een studio. Toen ik de liveopnames terughoorde was ik écht depressief, ik ging er namelijk vanuit dat de liveopnames gelukt waren. Een geluidstechnicus die zo’n beslissing maakt, heeft wel lef. Je gooit dus urenlange matige liveopnames weg en zegt: ‘we nemen alles opnieuw op met uitgenodigd publiek’ [lacht]. Ongelooflijk. Dat is groots denken. Mijn eerste gedachte was meteen: ‘dat gaat niet gebeuren’. Maar na wat gesprekken met Rick Wheeler dacht ik er na enkele dagen toch anders over. Dat noem ik nu écht produceren [lacht].’

WiM: Waar heb je Rick Wheeler ontmoet?
‘Rick Wheeler werkt al jaren samen met Larry Carlton. Ik heb hem jaren geleden ontmoet toen Larry’s band en die van mij op hetzelfde festival speelden. Na de show hebben we elkaar nog eens gesproken in een hotel. Maar na dat concert hebben we elkaar een lange tijd niet meer gesproken. Na jaren heb ik hem weer eens gebeld. Ik had namelijk nog een tourmanager nodig voor een project. Toen dacht ik aan Rick Wheeler. Hem kon ik wel gebruiken als co-producer van A Day In Nashville. Ik heb namelijk gezien hoe hij te werk ging als geluidstechnicus bij Larry Carlton en dat beviel me wel.’

WiM: Hoe verliep het mixen van A Day In Nashville?
‘Ik was niet aanwezig toen Rick Wheeler A Day In Nashville ging mixen. Hij stuurde mij geluidsfragmenten die hij vanuit zijn studio heeft gemixt. We houden dan telefonisch contact met elkaar.’

WiM: Wat betekent het album voor jou?
A Day In Nashville is voor mij niets bijzonders. Natuurlijk waardeer ik het wanneer mensen naar mijn album luisteren, maar ik ben er niet trots op. Het hele proces is zo ontzettend snel gegaan, zodat het voor mij hier en daar wat ongemakkelijk ging. Ik heb namelijk nog nooit een album in één dag opgenomen of überhaupt vijf nummers geschreven in drie weken. Ik heb er zelfs geen mening over, daarvoor ging het proces te snel. Daarom bestaat er voor mij ook geen manier om mijn gedachte daarover te laten gaan. Eigenlijk is gewoon gekkenwerk geworden [lacht]. Ik hoor de reacties wel van mijn fans.’

WiM: Wat kunnen we van jou in de toekomst verwachten?
‘Dat kan ik je nu nog niet vertellen. In de meeste gevallen is het zo dat als ik een plan voor ogen heb, dat het achteraf toch weer niet doorgaat omdat ik weer andere ideeën krijg. Hierover ga ik dus niet speculeren.’