×

Concert

02 april 2018

These Go To Eleven Festival verwennerij voor bands en publiek

Geschreven door: Natalie Polman

These Go To Eleven. Het is een quote uit de film This Is Spinal Tap waarin een versterker zit die tot elf gaat in plaats van tien. “Wij willen ook een stapje harder gaan”, aldus Seb Dokman, zanger/gitarist van rocktrio Paceshifters én (samen met programmeur Erik Delobel) bedenker en organisator van het These Go To Eleven Festival, gisteravond zondag 1 april in het Zwolse poppodium Hedon.

Twee jaar geleden zette Dokman ter plekke al het bandcoachingstraject onder dezelfde naam op, om bands uit het alternatieve (rock)circuit net dat extra duwtje te geven. Na ook meerdere bandavonden te hebben georganiseerd, was het nu hoogste tijd voor een festival.

Met acht bands uit binnen- en buitenland op de poster voor het luttele bedrag van 15 euro was het al vanaf aanvangstijd (17.00 uur) gezellig druk. In de foyer draaien dj’s, er zijn hamburgers en – heel toepasselijk – paaseitjes. In zowel grote als kleine zaal spelen de bands om en om.

We trappen het indoor festival af met Kleazer, in de kleine zaal. Zanger Harald de Ruiter verkondigt dat dit het derde optreden na acht jaar pauze is. De reden is een hersenstaminfarct die bassist Berthil de Lange in 2010 trof. “Berthil dit middenin zijn revalidatie. Hij staat tegen de kist aan omdat hij soms ineens om kan vallen”, legt De Ruiter uit. Een hard applaus volgt. En ook de logge stonerriffs à la Kyuss en Queens of the Stone Age kan op veel bijval rekenen.

Door met Afterpartees. Deze vrolijke garagerockers uit Limburg brachten onlangs hun tweede album Life Is Easy uit en dat straalt de band dan ook uit. Vooral spring-in-het-veld zanger Niek Nellen hupst en springt over het podium (ook de vloer is daar onderdeel van) als een hyper kind, waarbij hij continu zijn microfoonkabel door de lucht werpt als een lasso. Ook zijn teksten hebben geen punt of komma. “Fijn dat jullie allemaal zo vroeg zijn op dit mooie festival straks nog meer mooie bandjes ik heb geen setlist wacht het volgende liedje heet Bathroom Floor”. Enkele jongens en meisjes voorin dansen er vreugdig op los, maar veel publiek staat afwachtend achterin de grote zaal, op een kluitje. Nellen trekt ze snel uit die hoek van de zaal (“Kom es uit die hoek ik sta alleen naar rechts te kijken dat is niet goed voor de feng shui”). Maar laten we de muziek niet vergeten. Die is gewoon erg aanstekelijk en het moment dat gitarist Bas Nellen (broer van) een liedje mag zingen en Niek meezingt in zijn microfoon is vertederend. Petje af.

In de kleine zaal zien we Projector, een driekoppige band uit Brighton die voor het eerst in Nederland speelt. Liefhebbers van de underground sound uit de nineties komen nu aan hun trekken. De dromerige Cobain-achtige sound van de gitaar van de enige man in de groep, de grommende bas van de met een eveneens rauwe stem gezegende frontvrouw (als daarvan gesproken mag worden) en de felle drums van een vrouw in rode glanslegging zorgen voor een lekkere grunge-feel. Toch voelt het alsof de gitarist er niet perse bij had hoeven spelen; er mist een bepaalde chemie tussen gitarist en bassist en drummer. Die eerste pielt steeds op zijn gitaar op zijn eigen eilandje en op één of andere manier blenden de instrumenten, en ook de persoonlijkheden niet. Verder als duo?

Canshaker Pi mag vervolgens het publiek definitief wakker maken. De jonge Amsterdamse indieband heeft de grote gave aanstekelijke popliedjes te verpakken in allerlei lekkere laagjes en feedback. Een nieuw album is onderweg en we krijgen al wat nummers daarvan te horen. Liedjes als JALS en Indie Academy krijgen het publiek voorzichtig aan het dansen. De band leert ons iets over voedsel – “Oesters moet je op de bolle kant bewaren, anders word je ziek. Boris is nog aan het bijkomen”, waarop de roodharige gitarist applaus krijgt. Ook bevestigen de heren zelf dat het hier leuker is dan op Paaspop (waar ze net gespeeld hebben) en schieten hier en daar gitaarbanden los en flikkeren onderdelen van de drumkit steeds bijna van het drumpodium, waardoor de geluidsman steeds te hulp moet schieten. Optredens van Canshaker Pi duren sowieso altijd te kort.

Met frisse energie betreden we de kleine zaal, waar Magnetic Spacemen de boel op stelten komt zetten. Na een bezetwisseling en –aanvulling (zanger Sam Pols speelt nu gitaar in plaats van bas, Redmer Kamsma is nu bassist en Michiel Kemper is aangesteld als extra gitarist) is de punkrockband klaar voor een nieuwe ronde. En dat merken we. De rechttoe rechtaan punkrock nodigt uit toEr ontstaat een regelrecht lompe moshpit op het kleine stukje dansvloer voor het podium en regelmatig vliegen er letterlijk mensen door de lucht. Crowdsurfers behalen vaak bijna de bar achterin maar vaak genoeg gaat het ook mis – tot hilariteit van de rest van het publiek. Welkom terug Magnetic Spacemen!

Het Belgische trio Wallace Vanborn is eveneens even uit beeld geweest – “Het is anderhalf jaar geleden dat we op het podium stonden”, aldus zanger/gitarist Ian Clement. Het duurt dan ook even maar hun niet licht verteerbare duistere riffs slaan uiteindelijk goed over op het publiek, dat massaal de handen in de lucht steekt voor een joelend applaus.

We gaan verder met een eveneens product van Belgische makelij; It It Anita. Na een eerste album in 2016 is een tweede onderweg. Van beide horen we knotsgekke liedjes die soms verrassend poppy zijn maar vaak gewoon knetterhard riffwerk bevatten. De bandopstelling is ook wat anders dan standaard; drummer en gitaristen zijn een kwartslag van het publiek weggedraaid en kijken in plaats daarvan naar elkaar. Ook de drummer van deze band houdt van rood (zie het stukje over Projector) maar zijn sportbroekje heeft nog wat minder stof om zijn verder naakte lijf. Dat terzijde. Wat telt is de muziek en die is weer verslavend lekker. De moshpit liegt er wederom weer niet om.

En ineens is het elf uur ’s avonds en het festival bijna voorbij. Velen zullen vandaag zijn gekomen voor afsluiter Birth of Joy – één van de recente grote succesverhalen uit de Nederlandse rockindustrie. De band – bestaande uit het gouden trio dat bestaat uit zanger/gitarist Kevin Stunnenberg, drummer Bob Hogenelst en organist Gertjan Gutman – komt ook net van Paaspop en treedt verder al jaren zo’n beetje overal in Europa op, gewoon, rock ’n roll, in een gammele bandbus. De band opent met twee nummers van het laatste album Hyper Focus en brengt vervolgens een lekkere mix van ouder en nieuwer werk – waarin parels als Devil’s Paradise en Three Day Road uiteraard niet ontbreken. De band klinkt kort gezegd fantastisch, we krijgen een imponerende drumsolo van Bob Hogenelst en na enkele nummers ontstaat ook een mooie moshpit, die pas stopt als frontman Kevin Stunnenberg en zijn kornuiten de laatste noten de zaal in hebben geslingerd. We zijn trots dat deze band uit ons kikkerlandje komt.

En toen zeiden we het These Go To Eleven festival gedag. Wat ons betreft heel erg voor herhaling vatbaar.