Julie Christensen, een uit Iowa afkomstige zangeres legde een merkwaardig muzikaal parcours af. Tijdens haar eerste en meteen laatste jaar aan de plaatselijke universiteit debuteert ze als zangeres in een countryrockband die ze in ’78 verruilt voor een showband. Ze blijft in Austin hangen waar ze  regelmatig in gezelschap van Roscoe Beck van jazzgroep Passenger opduikt. In LA komt ze in de vroege jaren tachtig in het underground milieu van de ontluikende punkrockscène terecht. Chris D (The Flesh Eaters) haalt Christensen naar Top Jimmy & The Rhythm Pigs. Het koppel richt The Divine Horses op die met een broeierige melange van punk, rock, blues, country en andere rootselementen de voorbode van het alt country genre inluiden.  Alcohol- en drugsmisbruik eisen hun tol. Na enkele langspelers is het muzikale sprookje en het huwelijk over. Nadat Julie in ’87 afkickt van de heroïne wordt ze benadert door oude vriend Roscoe Beck om met Leonard Cohen op tournee te gaan. Dat sterkt haar zelfvertrouwen en ze verkent het solopad met een handvol langspelers.

Stone Cupid is het recente muzikale vehicle van Christensen. Haar krachtige, rauwe zang wordt  voortreffelijk omringd door de gitaartandem Sergio Webb (David Olney) / Chris Tench. Dat zorgt voor een bij momenten lekker ouderwets rockende plaat. De ruige, door het leven gelooide stem vertelt niet echt opbeurende verhalen. De bluesy titelsong The Cardinal , Riverside en het op dubbelloops snarenwerk geënte Broken Wing. Donker sluipend rockwerk, overvloedig met venijn geïnjecteerd dat naar de keel grijpt, tenminste als je van het wat uitgerafelde stemtimbre houdt.

Het ligt wat moeilijker in balladewerk zoals 1000 Floors en het van Amelia White geleende Girl In The Sky. Anderzijds sluiten Christensens interpretaties van Kevin Gordons Saint On A Chain en Would You Love Me van Chuck Prophet perfect aan bij het subtiele Broken As I Am en Live And Not Die Trying, doorleefde, uit het woelige leven van de zangeres gegrepen verhalen.