×

Recensie

Pop

14 februari 2015

The Waterboys

Modern Blues

Geschreven door: Edwin Wendt

Uitgebracht door: Harlequin & Clown

Modern Blues The Waterboys Pop 4 The Waterboys – Modern Blues Written in Music https://writteninmusic.com

Grote baas Mike Scott plakte midden jaren tachtig zelf de term ‘big music’ op de muziek die hij met zijn Waterboys maakte. Scott bezong Grote Thema’s en verpakte die in breed uitgesponnen en royaal gearrangeerde romantische songs. Op een minuutje meer of minder werd niet gekeken. Prijsnummers als Don’t Bang The Drum, Savage Earth Heart en Gala duurden op de plaat al een minuut of zeven, op het podium werd dat vaak nog wat verder uitgewalst.

Eind jaren tachtig koos Scott, nadat ‘tweede kapitein’ op het Waterboys-schip Karl Wallinger inmiddels zijn eigen World Party was begonnen, voor een vrij radicale koerswijziging. De groep putte haar inspiratie voortaan uit de traditionele muziek uit Ierland. De drums en elektrische gitaren werden gedeeltelijk ingeruild voor violen en mandolines. Dat gebeurde voor het eerst op het geweldige vierde album Fisherman’s Blues en kreeg twee jaar later een vervolg op Room To Roam. Pas op Dream Harder liet de groep weer iets horen van een tegen de hedendaagse rock aanleunend geluid. Wel van een minder hoogdravende soort dan in de artistieke hoogtijdagen rond 1985/’86.

Op het nieuwe, dertiende studioalbum is Mike Scott de enige die er vanaf dag 1 bij is, alle anderen hebben de band tussentijds verlaten of zijn er pas veel later bij gekomen. Toch is de zanger/gitarist/componist dermate bepalend voor het totaal dat de naam Waterboys uitstekend voldoet als alias voor Mike Scott-en-wie-dan-ook-verder-weer-meedoen.

Nadat in 2000 en 2002 nog twee albums door BMG werden uitgebracht raakte Scott buiten het zicht van de ‘majors’. Alle sindsdien verschenen albums verschenen bij kleine platenlabels. Dat geldt ook voor het nieuwste Waterboys-product, Modern Blues, dat via Kobalt verscheen op het eigen Harlequin and Clown. Op deze plaat keert Mike Scott gedeeltelijk terug naar de dagen van meer dan 25 jaar geleden. Dat doet hij mede door, net als in 1988, te kiezen voor een live-benadering: met de hele band tegelijk opnemen in de studio, teneinde de sfeer van een live-optreden te benaderen.

De aanwezigheid van twee muzikanten uit de Muscle Shoals- en Fame-soulperiode in de jaren zestig zorgt ervoor dat Modern Blues een flinke soul-injectie kreeg, bijvoorbeeld op de track November Tale. David Hood, één van de twee, kan op zijn cv noteren dat hij bas speelde op Respect (‘R-E-S-P-E-C-T’) van Otis Redding en Aretha Franklin. “I’ve got the man who played on R-E-S-P-E-C-T on bass!, liet Scott zich al trots ontvallen.

Van de negen songs op het nieuw album bevat I Can See Elvis de meest tot de verbeelding sprekende tekst. Scott vertelt over een hemelse (of anderszins buitenaardse) jamsessie tussen overleden grootheden als Elvis, Keith Moon en Jimi Hendrix. Ook Charlie Parker doet mee en John Lennon is er ook bij, al maakt hij in dit geval geen gebruik van zijn kwaliteiten als vocalist of gitarist. “John Lennon is doing handstands”, zingt Scott schijnbaar terloops. Het is een beetje de sfeer van die recente tv-reclame waarin Marilyn Monroe, Elvis Presley en Kurt Cobain zitten te ‘chillen’ op een bounty-eiland en plots moeten wegduiken voor een boot met toeristen. Dit slotnummer van de plaat is zo’n ouderwets Waterboys-epos. Het is dan ook niet voor niets dat deze track ruim tien minuten klokt.



  1. Destinies Entwined
  2. November Tale
  3. Still A Freak
  4. I Can See Elvis
  5. The Girl Who Slept For Scotland
  6. Rosalind (You Married The Wrong Guy)
  7. Beautiful Now
  8. Nearest Thing To Hip
  9. Long Strange Golden Road