×

Concert

11 februari 2019

The Revolution louterend in Paradiso

Geschreven door: Edgar Kruize

Label: Warner Music

Onrustig gemor in Paradiso. Prince’ voormalige begeleidingsband The Revolution zou om half 9 starten, maar ruim een half uur later gebeurt er nog niks op het podium. Onderwijl galmt wel op vol volume  Top 40-meuk waar niemand blij van wordt door de zaal. Het aangekondigde voorprogrammaslot is ook niet ingevuld. Het hadden fratsen van Prince zelf kunnen zijn. Een voorzichtig fluitconcert wordt ingezet als er na negenen weer niks gebeurt. Een fluitconcert dat in luid gejoel overgaat als dan uiteindelijk de bandleden het podium op stappen. Bijna 33 jaar na hun laatste Nederlandse show samen. In die ruim drie decennia heeft de band een mythische status gekregen. Kan het de torenhoge verwachtingen inlossen?

Dat hangt volledig af hoe je als toeschouwer naar het optreden kijkt. Het lastige met dit soort optredens is dat ze altijd in de immense schaduw staan van een artiest die er niet meer is. Dat gold voor de NPG, ‘die andere’ begeleidingsband van Prince, vorig jaar in Paradiso en 013 ook. Dat gold vorige maand eveneens in Paradiso tijdens de show van diverse voormalige medewerkers van David Bowie en dat gold jaren geleden al voor bijvoorbeeld INXS in de Melkweg. The Revolution kiest ervoor om niet eens te proberen uit die schaduw te treden. Ze erkennen het gemis van de gevallen leider en kiezen ervoor om het gevallen gat voor een groot deel van de show niet op te vullen. Het gros van de nummers wordt zonder specifiek boegbeeld gespeeld. “De nummers zijn net zo goed van jullie”, zo legt gitariste Wendy Melvoin tegen het einde van de show uit. “Vandaar dat onze setlist ‘inclusief’ is en bestaat uit liedjes die iedereen kan meezingen. We are all part of this.

Het is een opvallende benadering, al worden oer-leden Melvoin, Lisa Coleman, Bobby Z, Dr. Fink en Brownmark bij tijd en wijle wel bijgestaan door Mint Condition-zanger Stokley Williams als de muziek daarom vraagt. In het begin alleen op nummers die strikt genomen niet tot de albumcatalogus van The Revolution behoren (Uptown, Let’s Work, D.M.S.R. e.a.), later in de set vervaagt die grens enigszins. Williams is een goede toevoeging, maar stelt zich binnen het geheel bescheiden op. Een belangrijke rol blijft in alle gevallen liggen bij het publiek, dat alles woord voor woord meezingt. Die actieve wisselwerking tussen wat er op het podium gebeurt en vanuit de zaal terugkomt, is een prima formule om het gebrek aan de niet zichtbare maar immer voelbare frontman op te lossen. Al start de show aanvankelijk wat stroef. America vlamt maar weet nipt de meedogenloze groove van het origineel niet te pakken, de start van Computer Blue is wat ongelukkig. Maar als dat nummer in het befaamde tweede deel (Father’s Song) schiet, klikt er iets tussen The Revolution en het publiek. Eer The Revolution bij Mountains is aanbeland, is Paradiso een groot galmend communityzanggebouw geworden.
The Revolution in Paradiso
The Revolution was een relatief korte en intensive periode deel van Prince’ entourage. De eerste keer dat de naam van de band in (spiegel)beeld verscheen was op de hoes van 1999 (1982), maar in feite zijn alleen de albums Purple Rain (1984), Around The World In A Day (1985) en Parade (1986) aan hen toegeschreven. De band zoals die op de planken staat heeft in feite slechts van 1983 tot 1986 bestaan. Dat strak afgebakende tijdsvlak zorgt ervoor dat de band een volledige focus kan houden op het reproduceren van het geluid uit hun hoogtijdagen. Dat doen ze als de strak geoliede machine die ze toen ook al waren. Van alle artiesten die momenteel Prince’ erfenis voortzetten, komt The Revolution qua concertervaring het dichtst bij ‘the real thing’. Ze zijn het tenslotte, het is één bandlid dat mist. Deze mensen hebben daadwerkelijk jarenlang samen als band getoerd en gerepeteerd. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld genoemde NPG, dat uit bandleden uit allerlei periodes bestaat en daar muzikaal doorheen moet laveren. De bandchemie uit de periode 1983-1986  (en belangrijker, het bandgeluid) is er nog steeds. 17 Days (het eerste nummer dat ooit aan The Revolution is toegeschreven) klinkt daardoor perfect, Uptown is van voor hun tijd, maar klinkt even furieus als in 1981 en tijdens Let’s Go Crazy mis je zelfs heel eventjes de man die het allemaal schreef niet meer. Een absoluut hoogtepunt is een langgerekt Controversy, waarin onder meer flarden Sexy Dancer en Mutiny voorbij komen en Dr. Finks kenmerkende synthesizersolo uit Head de zeer onverwachte kers op de taart is. Ook weet de band exact wanneer terughoudendheid gewenst is. De kale funk van Kiss wordt zonder bas en goeddeels zelfs zonder gitaar gespeeld. When Doves Cry is eveneens goeddeels basloos. Zoals het hoort. Brownmark sabbelt op een lolly en doet de achtergrondvocalen. Hij staat in dienst van het liedje, zoals dat in de jaren ’80 ook het geval was.

Het is bewonderenswaardig om te zien dat deze band in de jaren tachtig dusdanig strak is gedrild door Prince, dat ze ruim drie decennia later nog steeds geen steekjes laten vallen met het materiaal dat ze eindeloos hebben gerepeteerd en live hebben gespeeld. Als een nummer als Erotic City, destijds minder vaak gespeeld, ineens behoorlijk zwalkt ten opzichte van de rest van de set valt dat extra op. Die track heeft die routine kennelijk niet. Een Sometimes It Snows In April, voorafgegaan door een akoestisch intermezzo door Wendy & Lisa, maakt daardoor ook niet helemaal de emotionele impact die je vooraf zou verwachten. Maar bij nummers als dit komt dus precies de manier waarop je dit concert als bezoeker beleeft om de hoek kijken. Sommigen zingen tot tranen geroerd mee, omdat zij zelf de voor hen belangrijke invulling aan het nummer geven. Anderen zijn terughoudend en vinden het jammer dat het niet in de juiste toonsoort staat. De waarheid? Die ligt volledig in het midden.
Wendy en Lisa tijdens Sometimes It Snows In April
Als gezegd, The Revolution is een fantastische machine, die met zichtbaar plezier en zichtbare ontroering vooruit stoomt. Maar ook eentje die voor Prince een instrument was. Een machine die op eigen kracht een imposante show weet neer te zetten waar iedere Prince-liefhebber (of liefhebber van 80s pop) week in de knieën van wordt. Maar ook een machine die het genie aan de knoppen nodig had – en heeft – om het werk tot écht grote hoogten te doen stijgen. Dat maakt het gemis van Prince tijdens deze show – die op zichzelf veel beter was dan vooraf gehoopt – ook ineens veel groter dan verwacht. Voor alle betrokkenen (band en publiek) is dit concert onderdeel van een verwerkingsproces. Bijna drie jaar na Prince’ heengaan is de achterban nog steeds in staat van shock en rouw, waarbij de een duidelijk al wat verder is dan de ander. Het gemeenschapsgevoel dat rondwaart in Paradiso is hetgeen na afloop het meest bijblijft. “We are all part of this.” Een avondje The Revolution in Paradiso blijkt daarom niet per se heel legendarisch, maar wel louterend.

The Revolution
10 februari 2019, Paradiso

  • America
  • Computer Blue
  • Mountains
  • Take Me With U
  • Uptown
  • D.M.S.R.
  • 17 Days
  • Raspberry Beret
  • Erotic City
  • Let’s Work
  • 1999
  • Sometimes It Snows in April
  • Let’s Go Crazy
  • Delirious
  • Controversy (incl. Sexy Dancer, Mutiny, Head)
  • Kiss
  • When Doves Cry
  • Purple Rain

================

  • I Would Die 4 U
  • Baby I’m a Star

[foto’s © Peter Lodder]