×

Interview

20 april 2017

Slowdive: groter dan ooit

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Dead Oceans

Slowdive werd vaak in één adem genoemd met bands als Ride, Lush, Cocteau Twins en My Bloody Valentine. Toch leverden de drie albums en diverse EP’s van het vijftal geen hitjes of echte signature tracks op. Des te opvallender is de grote internationale belangstelling waarop de band sinds de terugkeer in 2014 mag rekenen. Slowdive brengt op 5 mei een nieuw album uit. Written in Music was heel benieuwd en sprak in Amsterdam met gitarist/zanger/songschrijver Neil Halstead en drummer Simon Scott.

WiM: Jullie stonden onlangs zomaar ineens op het Rewire festival in Den Haag.
Neil: Dat was eigenlijk wel een grappig optreden… Onze bus kreeg pech in Engeland en we moesten wachten op een nieuwe. We misten de boot en kwamen pas heel laat aan en konden meteen het podium op. Geen soundcheck, geen eigen geluidstafel… Het was wel heel druk. Leuke zaal ook.

WiM: We moeten natuurlijk ook nog even jullie ‘comeback’ op Primavera noemen.
Neil: Primavera 2014 was heel speciaal. Eigenlijk ons eerste écht grote optreden. Onze laatste optredens in de jaren negentig waren voor een paar honderd man. Briljant om zo veel mensen te zien die ook nog eens wisten wie wij waren en de nummers kenden. Het was een hele grote verrassing. 25,000 mensen? Dat hadden we nooit durven dromen.
Simon: De aanloop was ook bijzonder. We hadden de soundcheck enzo gedaan en daarna regende het de rest van de dag. Een half uur van tevoren – we stonden nog opeengepakt backstage te schuilen en te wachten – kwam de zon tevoorschijn en verscheen er een regenboog. Alles veranderde. Ongelooflijk.
Neil: Shoegaze werd nog wel aangehaald na 2000. Er verscheen ook een Slowdive-tribute met elektronische muziek. Dat was heel cool. Maar pas toen we weer shows gingen doen later werd pas duidelijk wat de potentie was. We waren heel verbaasd.

WiM: Natuurlijk komt alles wel een keer terug. Maar het blijft toch opvallend dat ook shoegazebands jaren later nog zoveel kunnen losmaken. Ride had twee jaar geleden ook een triomfantelijke gig in Paradiso.
Simon: Als je ons vergelijkt met Ride, Lush of zelfs Chapterhouse of My Bloody Valentine, die hadden allemaal wel een keer een hit(je). Wij eigenlijk nooit. Wij pasten daar eigenlijk niet helemaal bij. Zij waren meer bezig met radio- of tv-shows. Wij deden voorprogramma’s, kleine clubshows. Dat gebrek aan echt succes toen maakt alles nu alleen maar surrealistischer. We knijpen onszelf eigenlijk nog steeds in de arm.

WiM: Wat de nieuwe plaat betreft. Jullie maken je doorgaans drukker om het maken van een muzikaal interessant werkstuk dan om het creëren van iets dat geheid gaat verkopen. Was dat een van de redenen om met Chris Coady in zee te gaan?
Neil: We hadden een lijst met namen die wij graag als mixer zagen. In 2016 stuurden we tracks uit naar een aantal producers, waaronder Chris Coady. Zijn werk voor Beach House was geweldig. Ook al vind je de band niets, de platen klinken wonderbaarlijk goed. Toen we de mixen terugkregen vonden we die van Chris allemaal de beste. Dus hebben we in L.A. de hele plaat met hem gedaan. Supertechnische mixer. Als ik het ergens over had zei hij altijd: ‘laten we eerst even naar de grafiek kijken’ (lacht). Hij was ook erg geïnteresseerd in de apparatuur die we destijds voor Pygmalion (1995) hadden gebruikt.

WiM: Simon, jij manipuleert de muziek nog weleens achteraf?
Simon: Ik houd ervan om met een laptop te klooien. De nieuwe plaat is natuurlijk een band-album maar de technologie is de afgelopen 20 jaar veel verder gekomen. Het is altijd leuk om een andere, zeg maar, textuur toe te voegen aan een nummer. Dat kun je goed horen op het eerste nummer, Slomo, en ook op Falling Ashes, dat Neil en ik samen geschreven hebben. Neil is de voornaamste songschrijver en drijvende creatieve kracht maar iedereen voegt dingen toe. We houden van minimale muziek, dat soort invloeden hoor je terug.

WiM: De single Star Roving moet anders lekker kunnen knallen live.
Simon: Star Roving is sneller en heeft meer impact. Leuk om live te spelen, het publiek reageert er enthousiast op. Het was de eerste nieuwe song in de setlist.

WiM: Speelden jullie al eerder nummers van de nieuwe plaat live, wellicht in een embryonale versie?
Neil: in 2014 speelden we nog alleen oudere nummers maar ook songs die we nauwelijks eerder hadden gespeeld live, nummers van Pygmalion bijvoorbeeld. Het duurde twee jaar voordat het nieuwe album definitief vorm kreeg. Het was geen ‘snelle plaat’. We waren relaxed en werkten met tussenpozen soms een paar maanden aan een idee. Uiteindelijk hebben in de zomer van 2016 in de Courtyard Studio, waar we onze andere platen ook hadden opgenomen, een maand lang gewerkt. Na die sessie zagen we echt een album ontstaan.
Simon: Het is wel interessant. Als je na allerlei solo- en zijprojecten weer samenkomt in zo’n oude bekende studio voelt dat wel goed. De studio-omgeving is heel belangrijk. Chris (Hufford), die Pygmalion produceerde, zit nu boven de studio en doet het management van Radiohead. Maar hij loopt er nog steeds rond en dat geeft een goed gevoel. Er lopen pauwen op het dak, het is een mooie plek met veel karakter.

WiM: Go Get It, van de nieuwe plaat is een bijzondere track. Kun je daar iets meer over vertellen? Hoe kwam die tot stand?
Neil: Go Get It en Slomo hebben veel veranderingen ondergaan. Go Get It was een band jam die ik vervolgens uit elkaar heb gehaald en weer in elkaar heb gezet. Een soort herinterpretatie. Het doet wat denken aan Pygmalion en er zit ook een soort vreemde Pink Floyd-vibe in.
Simon: Het doet me denken aan hoe we destijds Souvlaki opnamen in Courtyard. We waren aan het improviseren en legden dit vast op tape. Ik hoor dat proces van jammen, dat vrije gevoel terug in dit nummer. Live hebben we dat ook weleens, dat je denkt: ‘nu niet stoppen, het publiek voelt het, gaat mee…’ Dat zijn waardevolle momenten.

WiM: Kun je aangeven waar No Longer Making Time over gaat?
Neil: Soms realiseer je je pas veel later waar een song over gaat. No Longer Making Time gaat eigenlijk over de tijd die verstrijkt maar een journalist vroeg me gisteren of het niet ging over Alyson (van de gelijknamige song op Souvlaki), maar dan 25 jaar later. Dat zette me aan het denken en ik dacht: ja, daar zit wat in. Er zit een oog in dat terugkijkt naar het verleden en een oog dat kijkt met een blik van ‘hoeveel tijd hebben we eigenlijk hier?’ Het gaat ook over relaties en vriendschappen en hoe die veranderen als je ouder wordt.
Simon: Hoe je je realiseert dat dingen veranderen maar dat je daar weer mee leert leven. Dat is een leuk aspect van dit album. Het gaat over de band nu. Niet over teenage angst of zo.

WiM: Creation bracht jullie platen uit in de jaren negentig. Labelgenoten House Of Love gingen van Creation naar een major.
Neil: Ik was een enorme House of Love-fan. Dat gitaargeluid… Waarom zijn ze toch nooit enorm groot geworden? Voor ons was tekenen bij een major, zoals House of Love, nooit een optie. We waren niet gewild genoeg. Creation was sowieso al een droomlabel voor ons… Primal Scream, Teenage Fanclub, My Bloody Valentine, House of Love…
Simon: Ze lieten ons met rust. Er was geen druk.
Neil: En als het nodig was, zoals tijdens het opnemen van Souvlaki, was Alan McGee ook gewoon een goede A&R-manager die eerlijk zei: ‘Nee, de plaat is nog niet af’. Op bepaalde momenten kon hij ook gewoon zeggen: ‘Jullie kunnen nog beter’. Pygmalion begrepen ze niet en toen lieten ze ons van het label vallen. Maar dat hadden we eigenlijk wel een beetje verwacht. Ze hadden Oasis… De tijdsgeest was pop en onze… eh… vreemde postrock-vaagheid voelden ze niet echt. Maar als een label waren ze erg goed. Ik kan me niet herinneren ooit serieus nagedacht te hebben over een ander label.

slowdive_

Neil: Na Souvlaki werden we meer abstract, ambient. Mijn wereld was meer Aphex Twin, Steve Reich, Can, LFO… Het experimentele werk. Zelfs Ride en Lush gingen mee met de Britpop en lieten de geluidseffecten achter zich. Slowdive ging de andere kant op. We volgden ons eigen muzikale pad. Ik raakte niet opgewonden van Britpop.
Simon: Wij waren toch meer underground. Een stelletje geeks die in de weer waren met pedalen en apparatuur. We begrepen radio en tv eigenlijk niet.
Neil: Ik herinner me een recensie van Pygmalion waarin gezegd werd dat het album commerciële zelfmoord was. Ik dacht toen: en wat dan nog, wij zijn toch geen band die heel veel platen verkoopt. We waren altijd meer geïnteresseerd in het maken van muziek die in de eerste plaats voor onszelf boeiend was. Er was wel een ‘pop-kant’ aan Slowdive maar er was ook zeker een kant die geïnteresseerd was in soundscapes. Vooral op de eerste ep’s hoor je dat terug.

WiM: Terug naar het heden. Er komt een flinke tour aan dit jaar?
Neil: We gaan naar Noord- en Zuid-Amerika over een paar weken. Nog wat festivals in de zomer en daarna kijken we nog naar wat clubshows in Europa in de herfst.

WiM: Dat zou mooi zijn want we zagen nog geen optredens hier in de buurt staan…
Simon: Hopelijk komen we weer in Paradiso. Daar hebben we een goeie gig gehad. Was het in 1993? Ik herinner me ook nog een optreden met The Cranes in de Melkweg… Dit jaar doen we eerst de festivals en daarna is het tijd voor de clubshows. Wie weet zijn we binnen een jaar weer terug hier…