×

Recensie

Pop

21 november 2013

Robbie Williams

Swing Both Ways

Geschreven door: Ron de Joode

Uitgebracht door: Universal Music

Swing Both Ways Robbie Williams Pop 3.5 Robbie Williams – Swing Both Ways Written in Music https://writteninmusic.com

Toen in 2001 Swing When You’re Winning verscheen, was Robbie Williams al een hele Grote Jongen en vielen bijna alle vrouwen tussen 20 en 40 in zwijm als deze dude weer eens op het scherm verscheen of een podium opkroop. Wanneer een volle dansvloer nodig was en er even een babe-check gedaan moest worden, was het opzetten van Rock DJ voldoende om even de temperatuur te meten.

Robbie Williams was niet alleen een womanizer, maar belichaamde ook de Britpop van dat moment: pakkende songs voor jong en oud en voor iedereen herkenbaar. Daarnaast sprak dat ik-heb-overal-schijt-aan rudeboy imago de vrouwen wel aan, maar wilden veel macho picchu mannekes toch ook wel stiekem RW zijn. Want met zo’n grote bek, wat tattoos en die KMA-mentaliteit zoveel vrouwenmagneetkracht te hebben, wie wilde dat nu niet?

Swing When You’re Winning was een heel sneaky album met al even sneaky tactieken: de stijl van de 50’s en het verlangen naar de muziek van de Ratpack (de gang van dandies zoals Frank Sinatra, Dean Martin, Sammy Davis Jr., Joey Bishop en Peter Lawford) en dat allemaal in een periode dat het steeds buiten donkerder werd, de dagen korter werden, de open haard weer eens werd aangestoken en de feestdagen in het verschiet waren. Kortom, ideale omstandigheden om met een album te komen vol vintage popstandards, evergreens en zoetsappige kerstbomenswingnummers. En de inschatting van de forecasts door het marketingteam rondom RW was raak: het werd zijn best verkochte album met een fenomenaal aantal van 7 miljoen verkochte exemplaren. Dat waren nog eens aantallen. En het was ook nog een geslaagd uitstapje met geinige duetten (met onder andere Nicole Kidman) en een uitgekiende tracklisting. Het pastte bovenal nog eens bij het imago dat RW op dat moment had en er werd toen veel van hem gepikt. Omdat hij gewoon prettige Pure Pop For Now People maakte en het publiek het ook nog eens artistiek verantwoord vond wat ‘ie deed. En meer dan 10 jaar later heeft Swing When You’re Winning de tand des tijds goed weten te doorstaan en is het nog immer een prettig beluisterbaar en breed inzetbaar album.

Na dit 50’s uitstapje was het RW-beleid weer om gewoon op gezette tijden en nieuw album uit te brengen en proberen het succes te continueren. Alhoewel Williams bij tijd en wijle nog steeds aardige nummers uitbrengt, is het heilige vuur toch wel gedoofd en is RW gewoon een mainstreamartiest met weliswaar nog steeds veel aanhang en verkochten zijn latere albums ook helemaal niet slecht, de magie van weleer is echter toch een beetje verdwenen. En is RW nu gewoon één van de vele popsterren met een steady carrière. Zonder echte up & downs.

Iets meer dan een jaar na het bovengemiddelde, maar niet wereldschokkende Take The Crown vond Williams het weer eens tijd om wederom een swingalbum te maken. En werd de opnieuw een samenwerking gesmeed de leverancier van veel RW-klassiekers, Guy Chambers, dat tien jaar in de ijskast was bewaard gebleven. Op papier is al meteen hét grote verschil tussen beide swingalbums aan te geven: op Swing Both Ways veel meer eigen composities dan op Swing When You’re Winning. En al bij de opening van het album wordt de luisteraar een beetje op het verkeerde been gezet met Shine My Shoes, een eigen compositie, dat nog niet echt dat te verwachten 50’s sfeertje oproept. Wel een goed in het gehoor liggende compositie met blazers en een meezingbaar arrangement en als opener een prima start. Ook met So Gentle, de eerste single van het nieuwe album bevat nog te veel RW-pastiche en is er nog steeds geen reden om de ballroomdansvloer te betreden. Maar ook So Gentle is een verdraaide track, die alleen maar door Williams gemaakt kan worden en een hoog meezinggehalte heeft. Maar het had ook op een ‘normaal’ RW-album kunnen staan. Pas met de derde track, het van het Jungle Book bekende en samen met Olly Murs gezongen I Wan’na Be Like You, wordt een begin gemaakt met datgene dat van te voren werd beloofd: die pakkende combinatie van de 50’s swing, warme blazers en een intieme, maar tegelijkertijd uitbundige feestsfeer. Dat het album in deze periode wordt gereleased, is een andere gelijkenis met de voorganger. Natuurlijk, het is allemaal gepland en slim uitgedokterd, maar met enkel een paar bewezen verkoopstrategieën wordt niet een voldoende gescoord als de muziek niet te pruimen valt. En dat valt op dit album best wel mee.

Een vergelijk met Swing When You’re Winning doet naarmate het album dieper wordt verkend steeds minder opgeld. Zoals in Swing Supreme: gladde strijkers, een stroperige sfeer, maar toch een lekker nummer. Dat geldt ook voor Dream A Little Dream, Soda Pop, Little Green Apples en If Only I Head A Brain: een uitgekiende selectie van composities, zowel eigen als geleend, die zoveel mogelijk appeleren aan het groeiende eindejaarsgevoel. RW weet wat werkt en buit dat ook uit.

En wanneer de uit 16 nummers bestaande tracklisting beluisterd is kan de conclusie worden getrokken: inderdaad en gelukkig geen Swing When You’re Winning part 2, worden ook geen pogingen gedaan om een kloon daarvan te maken, maar daarentegen een degelijk album, dat allesbehalve vernieuwend, hier en daar zelfs oubollig is en klinkt, maar waar vooral de kwaliteit en de soliditeit voorop staat. En is dat alles genoeg om een voor de tijd van het jaar passend album te maken, dat ook nog wel eens goed zou kunnen verkopen. Een album dat blindelings aangeschaft kan worden, vooral ook in het geval er geen idee is wat voor passend cadeautje gekocht zou moeten worden.

Robbie Williams kan met een gerust hart 2014 in. Die bankrekening wordt wel weer met voldoende bitcoins aangevuld.



  1. Shine My Shoes
  2. Go Gentle
  3. I Wan'na Be Like You
  4. Swing Supreme
  5. Swings Both Ways
  6. Dream A Little Dream
  7. Soda Pop
  8. Snowblind
  9. Puttin' On The Ritz
  10. Little Green Apples
  11. Minnie The Moocher
  12. If I Only Had A Brain
  13. No One Likes A Fat Pop Star