×

Concert

22 april 2014

Paaspop 2014: goede muziek, zonnige sfeer

Geschreven door: Natalie Polman

• fotografie door Rene Sebastian

Op moment van schrijven is het nog Pasen (Tweede Paasdag om precies te zijn), maar Paaspop zit er helaas alweer op. Written In Music was erbij om verslag te doen en een paar foto’s te schieten die ons doen terugverlangen naar drie dagen feest op de traditionele opener van het festivalseizoen, tussen de weilanden van het Brabantse Schijndel. Met een doffe suis in de oortjes blikken we terug.

GOEDE Vrijdag

Hoewel Paaspop een driedaags festival is, wordt de boel ‘rustig’ opgestart op de vrijdag. Zo zijn drie van de elf podia pas morgen open en begint het programma pas om vijf uur ’s middags. Enorm druk is het dan ook nog niet maar dat is prettig, want het geeft gelegenheid eens de ogen goed de kost te geven. De aankleding van Paaspop wordt elk jaar weer een beetje mooier en de combinatie van circustenten en veel gekleurde lampjes en stellages doet denken aan een circusterrein of kermis. Clowns of een achtbaan vinden we echter niet, wel een ballenbak (“Haal hier het kind in je op”), waterpijplounge en opluchtfitness. Met zo’n aankleding moet het goed komen.

Miss Montreal opent op het hoofdpodium, maar we willen niet teveel voor de hand liggende artiesten bezoeken. Dus is het aan Birth of Joy de eer voor ons het festival te openen. Deze ‘Future Legends’, zoals Jack Daniel’s ze bestempelt, hebben niet lang geleden hun derde plaat Prisoner uitgebracht en die bracht de heren, afkomstig uit ons eigen kikkerlandje, eindelijk de binnenlandse aandacht die ze verdienen. In het buitenland, vooral in Frankrijk, slaat het trio al langer enorm aan. Zanger en gitarist Kevin Stunnenberg, drummer Bob Hogenelst en toetsenist Gertjan Gutman zijn zichtbaar verheugd wanneer ze de eerste noten van de albumopener, The Sound, erin knallen. Het blijft knallen. De tent, die aardig vol staat, blijft vol. Mensen bewegen tevreden hun hoofd en soms (bij nummers als How It Goes en huidige single Rock & Roll Show) bewegen ze meer lichaamsdelen. Als een soort Freddy Mercury dirigeert Stunnenberg, een showman met gevoel voor drama het publiek, zijn blik scherp en vastberaden. Halverwege de set ontbloot hij zijn bezwete bovenlijf en tevreden lacht hij wanneer hij ziet dat enkele meisjes voorin meezingen. Om goed af te sluiten bewerkt de toetsenman zijn instrument met z’n krukje en het publiek straalt en joelt. Birth of Joy krijgt een meer dan dikke voldoende. Misschien is het predicaat ‘Future Legend’ niet geheel overdreven.

Nog geen uur later mag Puggy in dezelfde tent zijn kunstje doen. Dit in België gestationeerde trio, bestaande uit een Fransman (bassist), Zweed (drummer) en Engelsman (zanger/gitarist) maakt uiterst aanstekelijke, catchy popliedjes met hier en daar slimme haakjes. Het zorgt voor een glimlach en een heupwieg in de Jack Daniel’s Stage. De band stond trouwens vorig jaar al op Pinkpop en had daar hetzelfde effect. Paar puntjes van kritiek: de zanger vraagt wel vier keer “How you’re doing?” en het geluid is belabberd, zeker in vergelijking met Birth of Joy. Maar goed, dat laatste is niet echt te wijten aan de band zelf.

We trekken naar de camping om een koffie te doen en uit te puffen en togen terug om Guus Meeuwis… Uhm… In de urban/dancetent Roxy te zweten op Joost van Bellen en Nobody Beats The Drum. Die laatste is tot diepe teleurstelling van uw verslaggeefster ‘maar’ een dj-set en dus horen we nauwelijks Nobody Beats The Drum materiaal. Maar dat mag de pret eigenlijk niet drukken. Het feestje eindigt om middernacht. We wurmen ons in onze slaapzakken en dromen over al het moois dat geweest is en nog gaat komen.

‘Stille’ Zaterdag

We starten deze zonnige zaterdag bij de Vinyl Mania (het is International Record Store Day), een kleine tent waar allerlei platen, waaronder diverse speciale uitgaven in het kader van Record Store Day, te koop zijn. Paceshifters, een jong rocktrio bestaande uit broertjes Paul (bassist) en Seb (gitarist) Dokman en drummer Jesper Albers doen een ‘instore session’. Het is wat behelpen in de kleine ruimte en met een basdrum die blijft wegschuiven, maar de band weet een dynamisch en vooral strak optreden te geven. Als één van Seb’s snaren breekt, is de rock ’n roll vibe compleet.

navarone_01

Navarone

Zoveel tijd en ruimte als het programma gisteren bood, zoveel ogen en oren komen we vandaag tekort. We gaan maar eens checken wat Navarone voor nieuws geproduceerd heeft en krijgen inderdaad veel nieuw werk (van nog uit te komen plaat Vim and Vigor) voorgeschoteld. Het publiek blijft onbewogen en zanger Merijn van Haren smeekt het publiek dan ook tot meer publieksparticipatie, ondanks het vroege tijdstip. We besluiten te kijken welk vlees 3FM zoal tot Serious Talent bestempeld heeft en komen tot de ontdekking dat daar in ieder geval vijf lieve meisjes toebehoren. Ze noemen zich Bells Of Youth en maken zomerse folkliedjes die af en toe wat trekjes vertonen van Fleetwood Mac ten tijde van Rumours en meidenband Haim. In het publiek gaan een paar mensen helemaal uit hun plaat, de enkele tientallen die er verder staan kijken roerloos toe.

Splendid

Splendid

We proppen een heerlijke zak friet naar binnen en gaan dan kijken bij Splendid in de hoofdtent. Dit Haagse gezelschap maakt een dansbare mix van reggae en ska er is waarschijnlijk niemand in ons land te vinden die de hit Again niet kent. De inhoud van de grote tent begint meteen te dansen en staat niet meer stil. Het jarige zoontje van de gitarist wordt tegen zijn zin het podium opgehaald en vervolgens zingen een paar honderd man “Lang zal hij leven” voor het verlegen jongetje.

Band of Skulls

Band of Skulls

Nog voor het einde lopen we naar het één na grootste podium om te zien hoe Band of Skulls het er vanaf brengt. Dit trio uit Southampton bracht onlangs derde album Himalayan uit en stond in november al in het voorprogramma van Queens of the Stone Age in Ziggo Dome. De bebaarde drummer en gitarist en de lange donkerharige bassiste zien er zo op het eerste gezicht uit als een wat vreemd gezelschap, maar wanneer ze beginnen te spelen, blijkt hoe goed ze op elkaar ingespeeld zijn en vooral hoe mooi de stemmen van gitarist Russel Marsden en bassiste Emma Richardson samen klinken. Jammer genoeg klinken de praatjes met het publiek door Marsden erg ongeïnteresseerd en afstandelijk: “What’s up Paaspop, we’re Band of Skulls and it’s great to be here” komt er zo monotoon en gehaast uit dat we bijna plaatsvervangende schaamte krijgen. Richardson kijkt ondertussen alleen maar onzeker naar haar bandmaten en zegt geen woord. Het doet verder weinig af aan het optreden, dat gewoon goed in elkaar zit. Wellicht dat het publiek nog veel enthousiaster zou zijn als de bandleden ook nog een beetje vriendelijkheid zouden veinzen.

bloodredshoes_18

Blood Red Shoes

Tijd voor Blood Red Shoes. Dit garagerockduo uit Brighton stond in het verleden vaak garant voor feest in diverse Nederlandse poppodia en op festivals. Helaas wil de vlam maar niet in de pan vanavond, of de band nu oude of nieuwe nummers (van het vierde titelloze album) speelt. Het wekt lichte irritatie op bij de band en de normaal zo verlegen en stille zangeres/gitariste Laura-Mary Carter wordt vurig (“Come on you fuckers!”). Wanneer de band halverwege de set is worden de mensen wakker (drummer Steven Ansell merkt het letterlijk op) en begint er eindelijk een ouderwetse Blood Red Shoes moshpit. Carter sluit gepast af op de basdrum van haar bandgenoot. Is het toch nog een beetje goed gekomen.

And So I Watch You From Afar

And So I Watch You From Afar

In de Jack Daniel’s tent mag instrumentale postrockband And So I Watch You From Afar spelen. De intensiteit waarmee de heren hun slimme en uitgekiende liedjes brengen werkt aanstekelijk op het publiek, dat als in trance meegezogen wordt aan de volgzame bewegingen te zien. Het applaus is warm en oprecht.

Door naar de hoofdtent waar drie Vlaamse sharp dressed men op het punt staan af te trappen. Triggerfinger’s vierde plaat By Absence Of The Sun is vandaag uit en de band opent met enkele nummers van dat album. Het is merkbaar dat de band de nieuwe nummers nog niet vaak live gespeeld heeft. Zo hangt drummer Mario Goossens met zijn stokken boven zijn drumstel, zoekend naar het juiste moment om in te vallen en staat überfrontman Ruben Block er voor zijn doen houterig bij. Wanneer de band na enkele nummers een oudje inzet, zien we ineens een totaal andere band spelen.

Van Blood Red Shoes moesten we – stadsgenoten – The Wytches echt gaan checken, want “they’re fucking amazing”, aldus Carter. Dat zijn ze inderdaad. De psychedelische garagerock zaagt de trommelvliezen kapot, maar lekker is het zeer zeker. De lawaai-jongens staan tevens zondag in het voorprogramma van hun grootste fans in de Melkweg maar ze zullen na vanavond zeer zeker enkele nieuwe fans erbij hebben, waaronder wij.

Deze ‘stille’ zaterdag sluiten we af met The Prodigy. Wat kunnen we erover zeggen? De hoofdtent (uiteraard) staat vol met opgewonden mensen die heel hard willen feesten. Wanneer The Prodigy na alle grootste dancehits als Voodoo People, Omen en Firestarter gespeeld heeft en de reguliere set is afgesloten met ‘90s hit Smack My Bitch Up, volgt een klein halfuurtje met de singles waarmee het voor The Prodigy in de jaren ’90 begon. Een deel van de tent is dan al leeggelopen, de overgebleven feestgangers zweten en beuken nog even door.

Eerste Paasdag, laatste festivaldag

En dan is het tijd voor de laatste dag, op Eerste Paasdag. De tienkoppige band Knarsetand opent om één uur in de Roxy. Normaal lunchtijd, op een festival een soort van vroege ochtend. Toch gaat het aanwezige publiek dat niet anders dan brak of moe kan zijn tamelijk los op de mix van drum ’n bass, reggae, latin, balkan, dubstep en skamuziek. Knarsetand weet met deze stijlen tot zeer verteerbare en vooral dansbare liedjes te kneden. Zangeres Miou Amadée is oprecht dankbaar dat mensen “zo vroeg uit de veren zijn gekomen” om met de band te feesten en ook de rest van de band glimlacht breeduit.

The Boxer Rebellion

The Boxer Rebellion

We zien nog Moss (enorm geschikt om te luisteren in het gras met een biertje in de hand, ware het niet dat het gebeuk van de andere tenten deze band overstemt), Baskerville (met wat gastbijdragen van Bombay Show Pig zangeres Linda van Leeuwen, maar het is te warm in de tent om niet in slaap te vallen van de veelal lome midtempo liedjes), psychedelische rockband Sleepy Sun, The Boxer Rebellion (die een enorme 3FM-hit scoorde met Diamonds afkomstig van het vierde album maar met zijn grotendeels verstilde luisterliedjes de grote tent niet echt weet te boeien) en Public Service Broadcasting (die de Jack Daniel’s tent in een fijne chillmodus krijgt), maar de echte hoogtepunten vandaag komen van DeWolff en traumahelikopter, die in de Jack Daniel’s tent het festival waardig en rockend afsluiten.

DeWolff

DeWolff

DeWolff brengt in mei het vijfde album Grand Southern Electric uit, opgenomen in de States met Mark Neill, de man die The Black Keys’ plaat Brothers produceerde, een plaat die drie Grammy’s won. Zo introduceert presentator Dennis Weening de band, maar het maakt geen flikker uit met wie de band iets opneemt, alles is goud. En dus gaat het publiek, in een leeftijdscategorie van 15 tot 55, compleet uit zijn dak op alles wat de band speelt. Eén van de intro’s van de nieuwe nummers doet wel erg sterk denken aan Deep Purple’s Lazy, maar who cares? Tijdens oudje Gold And Seaweed ontstaat er een ware moshpit en zanger/gitarist Pablo van de Poel kan zich niet inhouden en springt met gitaar het publiek in om zich op handen te laten dragen.

Drenge

Drenge

Voordat we ons in het drum ’n bass geweld van namen als Nymfo en Black Sun Empire storten checken we onder andere Drenge. Deze broertjes (Eoin Loveless op gitaar/zang en Rory Loveless op drums) spelen hun enorm hitgevoelige bluesgaragerock (luister Bloodsports of I Want To Break You In Half en gooi je haar los) op wat schoonheidsfoutjes na heel prima, maar de broers zijn duidelijk nog geen doorgewinterde artiesten. Eoin verstopt zijn ogen achter zijn blonde haar en durft bijna het publiek niet in te kijken, laat staan iets te zeggen. In plaats daarvan laat hij zijn stembanden af en toe flink de bocht uit scheuren. Deze jongens zijn nog groentjes en kunnen dus alleen nog maar groeien. We kijken al uit naar de volgende plaat.

Het einde van het festival nadert en we verlaten de Roxy, waar Black Sun Empire net is begonnen de tent voor de laatste keer gek te maken, om te kijken of traumahelikopter de boel nog even flink op kan schudden. Drummer Roel van Merlot komt op met een ‘Fuck Deer Tick’ T-shirt aan. De toon is gezet. Terwijl het grootste deel van het festival zijn trommelvliezen eruit laat trillen in diverse dance- en drum ’n basstenten gaan wij nog even headbangen. De band opent met laatste single Alone van tweede album I Don’t Understand Them At All, een ijzersterk liedje, en de tent vindt het leuk. Na een paar nummers komt een voorzichtige pit op gang en na nog een paar liedjes springt zanger/gitarist Mark Lada met microfoon het publiek in om de mensen in de oren te schreeuwen. Een jongen die elk nummer letterlijk meezingt, mag een nummer introduceren op het podium met een simpele “één, twee, drie, vier” maar het gaat volgens de band te langzaam. Drie keer is scheepsrecht en van gekheid gooit hij zijn hippe zonnebril het publiek in. Een andere jongen kan zich niet inhouden en springt van het podium, waar een klein groepje toesnelt om hem op te vangen. Het feestje is goed en het festival is waardig afgesloten. Een meisje dat vanaf het dranghek vooraan de pit in was gerent piept stilletjes maar met een voldane glimlach tegen haar vriendje: “Vond het wel een beetje eng.”

De foto’s