×

Concert

27 augustus 2016

Ook zaterdag en zondag Dranouter zeer aanstekelijk

Geschreven door: Peter Urbanus

De organisatie kon halverwege het festival al opgetogen melden dat de zaterdag uitverkocht was. Maar liefst 15.000 bezoekers kwamen genieten van de gevarieerde muziek. Het mooie weer was nog een plus.

Patrick Riguelle is bekend van folkrockband Kadril en De Laatste Show, jarenlang een luchtig praatprogramma van de VRT op alle doordeweekse dagen. Als geboren Vlissinger ben ik qua televisieaanbod opgegroeid met kijken naar ‘de Belg’. Goede muziek was vaste prik aan het einde van elke Laatste Show. Leadzanger en gitarist van de Laatste Showband was immer Patrick Riguelle, die ik later ook al eens met Kadril aan het werk zag tijdens een eerdere editie van Dranouter. Een ware muzikale duizendpoot, die excelleert op lapsteel gitaar en slide-gitaar, zich liedjes geheel eigen kan maken. Net zo gemakkelijk als hij als leadzanger optrad deed hij een stapje opzij, om een of andere grootheid die te gast was in het programma extra in de verf te zetten.

Sinds enige tijd toert Riguelle met zijn vaste kompanen, onder wie Laatste Show-gitarist Kris Peeters en toetsenist Jan Hautekiet door België met een fraaie selectie Brel-nummers. Zoiets mocht op Dranouter niet ontbreken, zeker ook omdat de ouders van Brel uit het naburige Zandvoorde afkomstig waren. Riguelle, met een Waalse vader en een Vlaamse moeder, groeide deels op in de West-Vlaamse kustplaats Blankenberge. Hij liet horen zelfs wat West-Vlaams te spreken en kreeg daarmee zijn publiek al op de hand, maar de geweldige show die hij en zijn band neerzetten deed de rest. Riguelle en zijn band brachten een selectie songs uit Brel’s begindagen in de Parijse cabarets, tot zijn latere periode. ‘Alle personages die hij in zich droeg kwamen voorbij: de romanticus, de provocateur, de melancholicus, de komiek, de misantroop, de sarcast, de vrouwengek/-hater, de charmeur en de boerenkinkel. Een concert vol passionele en poëtische Belgitude.’ Ik kan hier weinig aan toevoegen. Geweldig.

Tourist Le MC is een in het Antwerps zingende jongeman rapt over akoestisch/elektronische klanken en kan in België op volle zalen rekenen. De Vlaamse tegenhanger van Typhoon of Stromae? En niet te vergeten West-Vlaming Flip Kowlier, uit het niet heel ver van Dranouter liggende Izegem, met wie Tourist Le Mc vorig jaar de gave duosingle De Troubadours maakte. Met banjo, dus op Dranouter zit dat wel snor. Zelf zegt deze als Johannes Faes in Schoten, bij Antwerpen, geboren zanger vooral uit de Franse hiphop van de jaren ’90 te putten. Het melancholieke Koning Liefde is vooralsnog een van zijn bekendste nummers. Tourist Le MC is niet bepaald eenkennig; hij coverde bijvoorbeeld ook Ik Wil Door De Straten Dwalen van de in 2008 overleden Antwerpse folkzanger en flamencogitarist Wannes van de Velde. Hiphop om bij na te denken.

Les Fréres Lemay speelden in de kleinere Voute-tent, net als eerder Jeroen Kant. Een kleinschaliger podium, tegenover de hoofdingang van het festival. Het leent zich wat minder voor grootse lyriek dan het hoofdpodium, maar het contact met het publiek is hier vanzelfsprekender. Deze Franstalig Canadese band brengt eigentijdse folk-(rock), waar het plezier van afspat. Vooral de drummer-percussionist had zichtbaar enorm veel plezier. Een soort Franstalige folkversie van Manu Chao? Qua sound en benadering herinnerden ze mij aan Bretonse bands als Sonerien Du en Alan Stivell. Enorm bekwame muzikanten ook. De bassist pakte even gemakkelijk de sologitaar over.

Trixie Whitley, de in Gent wonende dochter van de veel te jong overleden Amerikaanse bluesman Chris Whitley, brengt een wat claustrofobisch klinkende mix van rock, soul en blues en bezwerende (vaak elektronische) ritmes. Soft Spoken Words is haar bekendste nummer hier. In 2013 stond ze op Pinkpop. Een daverend volume, rockattitude per strekkende meter en dat afgewisseld met sappig Vlaamse bindteksten, dat dan weer wel. Whitley toonde zich een zeer inventieve, originele en bekwame gitariste. Haar stem is zeer soepel en wisselt af tussen donkere, hese vocalen en hoge uithalen. De main stage tent zat tot de nok toe vol (bij wijze van spreken dan). Warme, moderne stadsblues en –rock op het weidse platteland van Dranouter; ’s avonds werkte het wonderwel. Uw verslaggever kroop na een laatste trippeltje tevreden in zijn tentje (en werd gebroken en in alle vroegte wakker, want het weitje helde nogal).

Zondag

De zaterdag en zondag brandde de zon stevig op het festivalpubliek. Naast de reguliere optredens reden er onder meer bizarre voertuigen met nog vreemdere bemanningen rond en een soort minifanfare vermaakte het publiek op steeds wisselende plekken op het terrein. Mocht je ooit naar Dranouter gaan, dan moet je vooral ook de programmering op de kleinere podia Clubstage, Pallace en Voute in de gaten houden. De Clubstage en Voute zijn wat kleinschaliger en er staan lange houten banken. Hier zie je vaak nieuwe singer-songwriters. De Palace wordt vooral gebruikt voor dansactiviteiten, (kinder-)theater en dansworkshops.

Ethno Flanders is een vast onderdeel van Dranouter. Gedurende de week voorafgaand aan het festival waren 60 jonge mensen van over de hele wereld samen gekomen om elkaars (traditionele) muziek te leren spelen. Ze werden door professionele muzikanten klaargestoomd tot een heus wereldorkest. Het resultaat was een muzikale wereldreis, waar allerlei muzikale stromingen de revue passeerden.

Met zowel Filipijns, Puerto Ricaans als Indiaans bloed in de aderen wordt zanger-gitarist Nahko gepresenteerd als een echte man van de wereld. Geïnspireerd door  Bob Dylan en Bright Eyes verliet hij op jonge leeftijd zijn ouderlijk huis in Portland om met zijn gitaar en verhalen rond de wereld te trekken, stelt z’n biografie. Samen met gelijkgestemde muzikanten maakt hij een geheel van folkrock, Roots, World en hiphop met inspirerende teksten over persoonlijke, spirituele en sociale groei, kortom Medicine For The People. Nahko en zijn begeleiders spelen en zingen met een enorme inzet en passie. Ze mixen op virtuoze wijze hiphop met violen, blazers, bas en elektrische gitaren. Na een tijdje komt het wel wat prekerig en drammerig over, een manco waar wereldverbeterende bands wel vaker aan lijden. Al die Great Spirit en Make a Change was niet zo aan uw verslaggever besteed.

Naarmate de zondag vorderde moesten er keuzes worden gemaakt. ‘s Avonds zou de thuisreis aanvangen. Jammer was dit wel, want op Dranouter vind je altijd veel meer moois dan je als muziekliefhebber in een paar dagen kunt verstouwen. Michael Kiwanuka en de geweldige Franse zangeres ZAZ (‘Je Veux’, ‘Paris Toujours Sera Paris’) met haar mix van gypsy jazz, chansons en pop had ik wat graag nog gezien. Helaas, het geld was op en de baas wachtte.

Zodoende viel de keuze op eerst Yevgueni en daarna Suzanne Vega. Yevgueni is de band van de gevierde West-Vlaamse singer-songwriter Klaas Delrue en gitarist Geert Noppe en stond al diverse keren op Dranouter. Terecht. Hun muziek wordt wel omschreven als kleinkunst, maar daarmee doe je ze te kort. In wezen past zijn muziek goed in het rijtje Belgische pophelden, met namen als Stijn Meuris, Raymond van het Groenewoud en wijlen Luc de Vos. Delrue maakt schitterende teksten (Nieuwe Meisjes, Welkenraedt, ’t Zal Wel Niet Mogen, Veel te Mooie Dag). Vlaanderen heeft kennelijk niet alleen patent op talentvolle Nederlandstalige groepen, maar ook een zeer dankbaar publiek. Google eens op zijn muziek.

Begin de jaren ’80 gaf Vega nieuwe zuurstof aan het folk(pop-)genre en werd ze hét exponent van de revival in de Amerikaanse/New Yorkse folkscène. In 1987 bracht ze haar tweede album Solitude Standing uit en onder meer dankzij de singles Luka en Tom’s Diner werden er wereldwijd miljoenen exemplaren van verkocht.  Tot dusver bracht ze acht studio albums uit en haar vele tournees brachten haar al vier keer eerder in Dranouter. Ze werd deze avond slechts begeleid door een sober docht sfeervol en zeer adequaat spelende gitarist (elektrisch en akoestisch). Vega is met 57 jaar niet meer de jonge blom van de Amerikaanse folkpop uit de jaren ’80, maar ingedut is ze zeker niet. Ze schrijft nog steeds schitterende nummers, zoals het donkere en felle I Never Wear White (‘black is my colour, it’s the colour for dancers and outlaws’). Maar het publiek zal altijd blijven vragen om Luka en Tom’s Dinner. Die ze dan wel steeds weer in een nieuw jasje steekt.