×

Concert

27 juni 2017

Little Steven and the Disciples of Soul verpletteren de Roma

Geschreven door: Gust van de Wouwer

Soms durft een mens al eens lang uit kijken naar een concert. Het concert van Little Steven and The Disciples Of Soul van afgelopen zaterdag in De Roma was er zo eentje, voor mij althans.

Maar liefst 34 jaar lang heb ik ernaar uitgekeken, sinds 14 april 1983. Het was immers op die dag, toen de rechterhand van God (jazeker, Bruce Springsteen was wel degelijk God in die dagen, veel meer nog dan nu) Hof Ter Lo deed ontploffen en alle aanwezigen één van hun meest memorabele en van zweet doordrenkte rock-and-soul-avonden ooit bezorgde.

Little Steven (echte naam Steven Van Zandt) had even daarvoor besloten om zijn buddies van de E Street Band in de steek te laten en voortaan op eigen benen te staan, een beslissing die in het rock-‘n-roll-wereldje vol ongeloof werd onthaald. Wie verlaat er nu in godsnaam het beste rockorkest van het universum (toch zeker op dat moment) was wat iedereen zich afvroeg.

Een vraag die prompt naar de prullenmand werd verwezen toen de eerste worp van Little Steven in de platenwinkels kwam te liggen en iedereen van de sokken blies. Een plaat vol stomende soul, rock en rhythm and blues was dat, volgestouwd met onstuimige Keith Richards-licks en aanstekelijke Stax-blazers. Een plaat die de hoogdagen van The Drifters, Ben E. King, The Four Tops, Wilson Pickett en Southside Johnny and The Asbury Jukes opriep (waar Little Steven ooit nog deel van uitmaakte) en die dwars op de heersende muziektrends van die tijd stond.

Kortom, de toekomst van Little Steven and The Disciples Of Soul zag er op dat moment verblindend uit, te verblindend bleek al snel. Was het omdat hij te dicht bij de zon vloog? Was het omdat hij zijn bandana iets te strak aanspande? Of gewoonweg omdat hij niet bij zijn leest bleef? Wie zal het zeggen. Feit is dat Little Steven na die eerste fenomenale plaat (Men Without Women heette ze en ze hoort thuis in elke rockcollectie die als dusdanig wil worden aangesproken) volledig het noorden kwijt raakte. Niet dat Voice Of America, Freedom – No Compromise of Revolution geen goeie songs meer zouden bevatten (ze waren wel schaars moet ik toegeven, maar vooral, overgoten met dat typische jaren-80-sausje, klonken ze afschuwelijk), maar het was duidelijk dat Steven tijdens het maken ervan zijn hoofd meer bij de boodschap dan bij de songs was (nooit een goed idee).

Gelukkig belandde Miami (zoals Little Steven ook wel eens genoemd wordt) terug op het rechte pad toen hij in 1995 door zijn voormalige Boss opnieuw werd ingelijfd bij zijn oude bende, de E Street Band (waar hij hopelijk nooit meer zal weggaan). Occasioneel maakte hij nog wel een soloplaat (Born Again Savages uit 1999, een loeiharde en een goeie), hij richtte een radiostation op dat zich het nobele doel stelde om de ware rock-‘n-roll die nergens anders aan bod komt tot bij het jonge volkje te brengen (het jonge volkje dat in de waan verkeert dat figuren als Justin Bieber rock-‘n-roll zijn) en hij schopte het zowaar tot tv-ster door zijn rollen in blockbusters als The Sopranos en Lilyhammer.

So far, so good, maar nu schrijven we 2017 en heeft Little Steven zijn Disciples Of Soul weer tot leven gewekt en meteen een plaat afgeleverd die ons rock-‘n-roll-hartje iets feller doet slaan. Er wordt op Soulfire inderdaad teruggegrepen naar het geluid en de songs van Men Without Women met als resultaat een plaat die haast net zo goed is. De hamvraag was of kleine Steven zijn bravourestukje van destijds kon overdoen in De Roma, een boogscheut van Hof Ter Lo verwijderd.

Een vraag die al meteen beantwoord werd toen opener, Soulfire, door de zaal knalde. Alle karakteristieken van een klassieke Steven Van Zandt-song waren aanwezig: de soul-vibe van dat gitaartje in de intro, die meteen herkenbare stem van de meester zelf, die zwierige blazers, die onweerstaanbare achtergrondstemmetjes en vooral ook die forse gitaarriffs die overal opduiken. Soulfire beloofde veel, heel veel. Veel covers vooral, of liever, nummers van de hand van Van Zandt die eerst door anderen op plaat werden gezet. Coming Back, Love On The Wrong Side Of Town en I Don’t Want To Go Home bijvoorbeeld (songs die hij destijds schreef voor Southside Johnny) of Saint Valentine’s Day (geschreven voor Cocktail Slippers, een Noors combo dat platen uitbrengt op Steve’s label, Wicked Cool Records), of Standing In The Line Of Fire (een cadeautje van Steve aan Gary US Bonds toen die in 1984 verlegen zat om een titelsong voor zijn nieuwste plaat).

Ook onvervalste covers passeren de revue, zoals het ongemeen broeierige Down and Out in New York City van de voormalige hardest working man in showbizz, James Brown en The Blues Is My Business van de al even voormalige Etta James. Stuk voor stuk songs en versies die de belofte van Soulfire niet beschaamden. Dit in tegenstelling tot nummers als Solidarity, I Am a Patriot, Bitter Fruit en Leonard Peltier, faux-reggae zoals die in de eighties wel meer werd bedreven. Beter nieuws was dat Until The Good Is Gone (zeer indrukwekkende onversneden soul was dat), Princess of Little Italy (een slow die iedereen toeliet even op adem te komen en zich in een zwoel New York te wanen), Angel Eyes (het eerste verzoekje van de tour volgens Steven) en Forever (een song die de tranen spontaan over mijn wangen deed rollen) na al die jaren gerijpt zijn en zo mogelijk nog indrukwekkender klinken dan destijds in Hof Ter Lo.

Mag ik tot slot ook nog even vermelden dat het absolute muzikale hoogtepunt van de avond zich midden in de set bevond. The City Weeps Tonight heette de song, een verbluffend stukje moderne doo-wop dat spontaan een glimlach op ieders gezicht wist te toveren. Onversneden magie.

Rekening houdend met het feit dat we 34 jaar lang hebben moeten wachten op de tweede Belgische doortocht van Little Steven and The Disciples Of Soul acht ik het zeer onwaarschijnlijk dat we Little Steven (buiten de E Street Band) ooit nog eens op een landelijk podium zullen mogen verwelkomen. Een reden te meer waarom we dit concert een extra warm plaatsje zullen toebedelen in dat rock-‘n-roll-heart van ons, net naast dat concert van 34 jaar geleden. Dank U, Roma.

P.S.: Hoe het mogelijk is dat kleine Steven songs als Under The Gun of Save Me niet heeft opgenomen in de setlist is, vrees ik, een raadsel dat me tot in mijn graf zal blijven achtervolgen. Tot het zover is blijf ik mezelf troosten met The City Weeps Tonight.