×

Interview

21 augustus 2017

Interview: Beach Boy Al Jardine – Still Goin’ Strong at 75

Geschreven door: Rene Steenbergen

Al Jardine (Utrecht 2017)

(foto: Rudi Huisman)

Het lijken wel Californische toestanden in het centrum van Utrecht, op de eerste woensdagmiddag van juli. Het is warm, de terrassen zijn vol en voor het imposante pand van TivoliVredenburg zijn opvallend veel surfshirts te tellen. Maar voor het échte Westcoast-gevoel moet je toch binnen zijn. Want daar zal Beach Boys-genie Brian Wilson ‘s avonds spelen. En dat zullen dan niet alleen de zon-zee-strand-klassiekers uit de beginperiode zijn: het optreden staat vooral in het teken van Pet Sounds. Het legendarische album werd vorig jaar een halve eeuw oud. Deze mijlpaal wordt gevierd met een jubileumtour waarbij het album integraal wordt uitgevoerd door Wilson en zijn bejubelde band. In die band ook originele Beach Boy Al Jardine, die me ondanks de jetlag allerhartelijkst ontvangt in zijn kleedkamer. “Het voelt eigenlijk net alsof Brian en ik nog altijd die twee kwajongens uit Hawthorne zijn…”

Royalty

“Elf jaar geleden deed ik mee met het 40-jarig jubileum van Pet Sounds”, vertelt Jardine. “En toen voelde het al alsof Brian en ik nooit uit elkaar waren geweest. Zo is het balletje weer een beetje gaan rollen. In 2012 hebben we het 50 jarig bestaan van The Beach Boys gevierd met een hele intensieve tour. Toen hebben we elkaar weer helemaal gevonden. Daarna ben ik in Brian’s band gekomen.” Inmiddels tourt het gezelschap al ruim anderhalf jaar over de hele wereld en het einde is voorlopig nog niet in zicht: half oktober staat de laatste datum pas op de agenda. Behoorlijk pittig als je, zoals Wilson en Jardine, 75 jaar oud bent. “Ja, ik ben behoorlijk moe. Drie weken geleden waren we op Hawaii, daarna een paar dagen thuis, toen weer door naar Europa… Dus ik heb een behoorlijke jetlag. Maar we worden overal zo’n beetje behandeld als royalty, dus we mogen niet mopperen. En het is denk ik vooral de geweldige energie van de band die me op de been houdt. Ze zijn zó strak, ik hoef eigenlijk alleen maar aan te haken en te zingen. Weet je: ik vind mezelf helemaal niet zo’n goede zanger. Ik voel me meer een gitarist. Maar met deze band gaat het zingen me op één of andere manier heel gemakkelijk af. De band kent de muziek zó goed, het lijkt af en toe wel een Broadway-productie. Als de muziek zo goed gespeeld wordt, hoef je als zanger alleen maar bij de microfoon te gaan staan en dan gaat het verder vanzelf. In feite ben ik een soort zingende acteur. En ik heb er zo’n plezier in!”

Nederland

Dat de band er lol in heeft bleek eerder die middag al, toen Al’s vrouw Mary Ann zich kwam verontschuldigen omdat het allemaal wat langer duurde: de soundcheck liep namelijk zo lekker. Al: “Er is net weer een nieuwe Beach Boys-compilatie verschenen, 1967 Sunshine Tomorrow, met allerlei archiefmateriaal van de albums Wild Honey en Smiley Smile. Dan stoeien we tijdens de soundcheck met nummers uit die tijd, zoals Aren’t You Glad, Let The Wind Blow en I’d Love Just Once To See You In The Nude. Sommigen daarvan komen dan uiteindelijk in de show terecht. Dat is heel erg leuk. En we hebben Blondie Chaplin nu bij de band. Hij zat begin jaren zeventig in The Beach Boys en we doen met hem een paar nummers uit die periode. Zoals Long Promised Road, dat geschreven werd door Brian’s jongere broer Carl. Geweldig nummer. Blondie is een echte showman. Hij kan zo goed inspelen op het publiek. En dan met die Gibson Les Paul uit 1964, fantastisch! Hij woont trouwens een deel van het jaar hier in Nederland, hij kan je prachtige verhalen vertellen… Wacht maar even!” Al loopt naar Blondie’s kleedkamer om te vragen of hij er bij komt, maar Blondie blijkt ook een jetlag te hebben en wil liever op de bank blijven liggen…

Als we het dan toch over Nederland hebben, dan kunnen we natuurlijk niet om het album Holland (1973) heen. Kosten noch moeite werden destijds gespaard: de complete Beach Boys-studio werd hierheen gehaald en er werd zelfs origineel strandzand uit Malibu ingevlogen om de boel mee te isoleren. De periode staat Jardine nog helder voor de geest. “Het was een heel gedoe om hier alles voor elkaar te krijgen. We namen op in een verbouwde kippenschuur in het kleine boerendorpje Baambrugge. Het was charmant, schilderachtig, maar logistiek toch ook vaak wel erg lastig. We zaten met onze gezinnen door de hele regio: Hilversum, Heemstede, Haarlem… We hadden eigen huizen en auto’s, en we hebben heel veel Nederlandse kaas gegeten. Heerlijk! Wij woonden boven een bakkerij, met die heerlijke geur van vers brood. Het was geweldig! En we hebben hier in Nederland een aantal behoorlijk goede nummers geschreven. Zoals California Saga , dat is ontstaan uit pure heimwee. Door dat nummer kwam destijds het besef dat het langzaam maar zeker ook tijd werd om weer naar huis te gaan. Het staat nu trouwens weer op onze setlist. Brian zingt de eerste regels: “’I’m on my way to sunny Californ-eye-a…’”

Pet Sounds toen en nu

Nu, 44 jaar na Holland, zijn Wilson en Jardine samen terug in Nederland voor het jubileum van Pet Sounds. Door velen beschouwd als één van de beste platen uit de muziekgeschiedenis. “Ik denk zeker dat het bij de beste albums ooit hoort”, zegt Al. “Ik ben heel trots om daar onderdeel van te zijn. En het voelt behoorlijk fijn om dat materiaal nog steeds te mogen spelen. Mijn favoriete moment in de show zit zo’n beetje in het midden. Dan doen we Sloop John B, wat een oude folksong is die ik destijds bij Brian heb aangedragen. Er komt dan altijd zó’n energie los in de zaal. Daarna gaan we meteen verder met God Only Knows. Dat is elke keer weer een hoogtepunt vanwege de dramatische wending. Het gaat dan écht om Brian. En om dan de reactie van het publiek te zien… Daar krijg ik elke avond weer kippenvel van. Magisch.”

https://www.youtube.com/watch?v=eDZgl7H-coQ

Over Brian Wilson zelf was na de show in Carré Amsterdam (twee dagen voor Utrecht) nog wel één en ander te doen. Recensenten waren niet bepaald mals over zijn zangkwaliteiten en de man leek met zijn gedachten heel ergens anders te zitten. Toch vermaakt Wilson zich prima, volgens Jardine. “Hij vindt deze concerten geweldig om te doen. Door de jaren heen heeft hij geleerd om ervan te genieten. Dat was vroeger heel anders. Toen had hij vliegangst en paniekaanvallen, maar daar kan hij nu heel goed mee omgaan. Het is écht een groot wonder dat hij nog optreedt, na alles wat hij heeft meegemaakt. Hoe vaak we vroeger niet gedacht hebben: hij gaat eraan als we niet oppassen. Maar het is een hele taaie kerel. We hebben vroeger samen football gespeeld, daar is hij enorm sterk van geworden. We hebben nu een hoop plezier: het voelt voor ons beiden eigenlijk nog steeds een beetje alsof we die twee kwajongens uit Hawthorne van zestig jaar geleden zijn. Ons leven is nog steeds één groot avontuur. Maar het zou wat mij betreft het mooiste zijn als we weer met alle Beach Boys samen waren. Doen waar we goed in zijn. Dat zou ik ideaal vinden.”

Toekomst

Na het bittere einde van de Beach Boys-reünie in 2012, waarbij mede-oprichter Mike Love plotseling meedeelde weer met zijn eigen, compactere versie van de band verder te gaan, lijkt dat  een kwestie van “when hell freezes over”. Maar volgens Jardine weet je het maar nooit. “Er zijn vreemdere dingen gebeurd in de muziekwereld. En zeker bij The Beach Boys!” Vastomlijnde toekomstplannen zijn er op dit moment echter niet. Al: “Ik heb geen idee wat we hierna gaan doen. We zouden heel gemakkelijk het hele Friends-album live kunnen spelen. Dat zou te gek zijn. Maar ik weet het niet. Veel mensen willen natuurlijk alleen de hits horen, zoals Mike Love met zijn Beach Boys doet. Als wij dat ook zouden doen zitten we in elkaars vaarwater, dus wij moeten wat creatiever zijn. We zullen wel zien wat er gebeurt. En ik heb nog wel wat ideeën voor een nieuw soloalbum. Al ben ik nu zo gewend aan de hoge kwaliteit van Brians band dat ik eerlijk gezegd twijfel of ik dat solo ook kan waarmaken. Misschien moet ik die jongens bij Brian wegkapen!”

“It’s time to put Pet Sounds to bed”, zei Brian Wilson onlangs. Maar dat lijkt niet te betekenen dat het pensioen ook voor de makers van dat legendarische album in zicht komt. Als ik tegen Al zeg dat ik dus kan concluderen dat ze nog “still goin’ strong at 75” zijn, veert hij op uit de bank. “Ja! Dat is een goeie! Ze hebben me trouwens gevraagd om iets te doen voor het 75-jarig bestaan van Capitol Records, vind je het goed als ik deze kreet daarvoor gebruik?”