×

Concert

16 juni 2014

Indian Summer 2014: als het golft dan golft het goed

Geschreven door: Pieter Visscher

Helemaal vol is de weide voor het hoofdpodium niet wanneer de Haagse rockers van Taymir voor het eerste vuurwerk zorgen tijdens dag één van Indian Summer Festival 2014. Ze slagen er niettemin in de boel op gang te krijgen, met een overtuigende dosis rock en een knipoog naar de jaren 60. Dat Indian Summer wat traag op gang komt heeft natuurlijk alles te maken met de overwinning van Oranje op Spanje de avond ervoor: 1-5. Weet u nog, tegen de regerend Europees en wereldkampioen. De zon schijnt inmiddels, wanneer Di-rect, ook uit rockcity Den Haag, podium twee bestijgt. Muzikaal en vocaal is de band erop vooruit gegaan na de aftocht van Tim Akkerman, die solo aan de weg timmert momenteel. Di-rect is een geloofwaardiger band geworden met de komst van zanger en blikvanger Marcel Veenendaal. Ze wilden meer rocken en doen dat nou ook.

Het Haarlemse Chef’ Special is live een stuk rauwer dan op plaat en dat komt de sound van de Noord-Hollanders ten goede. De mannen hoeven zich eigenlijk niet eens al te gek in te spannen om het veld voor het hoofdpodium voor zich te winnen. Haarlemse funk rockt het huis. Indian Summer springt en meisjes zingen uit volle borst mee met Joshua Nolet. Chef’ Special schakelt moeiteloos over van funk en reggae naar een stuk dubstep. Skrillex eat your heart out, zou je bijna willen zeggen. ’t Is allemaal kinderspel, zo blijkt.

Jacqueline Govaert laat een podium verder andermaal zien en horen dat ze haar bandje Krezip niet meer nodig heeft. In de praktijk betekent dat muzikaal overigens geen enorme koerswijziging: andere liedjes en compositorisch geen slijtage. Die is bij de Britse Birdy, achttien lentes jong inmiddels, sowieso niet te bespeuren. Een stem van wereldklasse. Jong en oud gaat voor de bijl wanneer ze haar hit People Help The People zingt. Een aantal laat de tranen stromen bij al dat sentiment. Tom Odell krijgt dat op hetzelfde hoofdpodium ook voor elkaar, met zijn heerlijke instant klassieker Another Love. Wat een goed nummer is dat toch. Live wat steviger aangezet, hetgeen de song ten goede komt. Odell is live überhaupt wat venijniger. Indian Summer sluit hem in de armen.

Als afsluiter van de eerste dag is de organisatie erin geslaagd het geweldige Underworld (foto Jelmer de Haas) te programmeren. Karl Hyde mag dan 57 zijn, hij danst nog als een jonge god en bespeelt zijn gehoor bovendien nog als in zijn jongste jaren. Het is één grote dampende en swingende weide in Broek op Langedijk. ‘I feel like dancing!’, schreeuwt Hyde. De massa juicht. ‘Shouting lager, lager, lager, lager…’. Ja natuurlijk wordt Born Slippy gespeeld. ‘Have a fantastic summer! Great success in the world cup!’, geeft Hyde nog mee als hij en knoppendraaier Rick Smith het podium verlaten. Indian Summer had zich geen betere afsluiter kunnen wensen deze eerste dag.

14421420122_e6da14f3c3_o

Dag 2

‘This is the year of the rebel’, klinkt uit de speakers voorafgaand aan het optreden van Jett Rebel, de 23-jarige Hagenees Jelte Steven Tuinstra, die met zijn uitstekende band mag aftrappen op zondagmiddag, nadat hij dat een week eerder op Pinkpop deed. Sommige sterren rijzen snel en Jett Rebel heeft de vaart er zeker in. Net als in Landgraaf is het komen, zien en overwinnen. Er kan her en der misschien nog wat geschaafd worden aan de songs en niet alle materiaal is even sterk, maar het wordt met zo veel klasse en bravoure gebracht, dat ook de weg naar het buitenland open ligt. Jett Rebel heeft internationale allure. De funkrockliedjes worden frivool gepresenteerd en zijn vaak retedansbaar. Stilstaan is uit den boze.

Op podium twee constateert Niels Geusebroek dat iedereen er fris en fruitig uitziet. Beter kijken jongen, denk je dan. Komt natuurlijk door het zonnetje dat al weer zijn werk doet. In dat licht vallen de gitaarliedjes van de sympathieke zanger goed in de smaak. Hij covert Coldplays Magic op overtuigende wijze. Er wordt gezellig meegeklapt, er worden biertjes besteld, iemand loopt met een broodje kebab. Zaterdagmiddagmuziek waar je blij van wordt. Geusebroek is een prima opwarmer voor De Dijk, dat er zichtbaar zin in heeft. ‘Iedereen gaat maar dood’, zingt Huub van der Lubbe (61) in Niemand In De Stad. Gelukkig is de Amsterdamse band nog springlevend en krijgt de middag veel glans door het allesbehalve routineuze optreden van de meest constante Nederlandstalige groep die we ooit hebben gehad. Sinds JB Meijers bij de band zit is De Dijk bovendien alleen maar beter geworden. ‘Als het golft, dan golft het goed’, zingt Van der Lubbe. De Dijk golft eigenlijk altíjd goed. Een aaneenschakeling van birdies. Je zou je kunnen afvragen of de band de minder festivalfähige songs van recentere albums wel moet spelen tijdens een festival. Het zakt dan even in op het veld. Je kunt even gaan plassen. Ach, je weet dat het in de finale altijd weer goedkomt en jawel: wat een uitbarsting van vreugde is toch weer te bespeuren tijdens het onverwoestbare Dansen Op De Vulkaan. Een sterker Nederlandstalig feestnummer is bijna niet te vinden. Al denkt Arie Ribbens daar anders over. Tip voor de organisatie: De Dijk elk jaar uitnodigen. Huisband! Doen we Milow eens in de vijf jaar. Dat is meer dan genoeg voor de gezellige Belg. Af en toe een aardig liedje hoor, maar geen geweldige festivalact. Hoewel die cover van 50 Cent er natuurlijk best ingaat.

Kensington staat vol in de zon op het hoofdpodium en de extra energie die de innemende Utrechtse rockband daarvan krijgt wordt ten volle benut. Kensington heeft heel veel pure festivalliedjes op haar naam staan en ze komen allemaal voorbij. Er wordt meegebruld tijdens We Are The Young en natuurlijk met de hit Home Again.

Allemaal live gespeeld en dat valt te betwijfelen bij Crystal Fighters, de Spaans/Engelse elektropopformatie, die de massa wel behoorlijk in beweging krijgt met al die opzwepende beats. De bezwerende songs van het gezelschap vallen vrijwel allemaal in de smaak en een kniesoor die dan zeurt over het gebrek aan authenticiteit. Crystal Fighters zou een afsluiter kunnen zijn, maar we krijgen Lily Allen nog. Die heeft er ook al zin in. In haar oranje pakje. Ze weet dat het WK aan de gang is en dat het keurkorps van Van Gaal het vrij aardig heeft gedaan tegen de Spanjaarden (1-5, zei u?). Lily ziet eruit om door een ringetje te halen. Vrouw met allure, die blikvanger blijft ondanks het wel héél erg wulps om haar heen dansende kwartet dames. Lust voor het oog, zonder meer. Verwarrend dat ze zich bewegen op een podium dat is gevuld met grote, lichtgevende babyflessen. Een scherp contrast. De schat heeft recentelijk twee dochters op de wereld gezet en refereert daar fijntjes aan. Muzikaal, laten we eerlijk zijn, heeft het net zo veel om het lijf als de danseressen. ‘It’s hard out here for a bitch’, zingt ze in Hard Out Here, dat vrijwel net zo wordt neergezet als de bloedgeile videoclip die de track ondersteunt. Het zijn wel vaker expliciete teksten die ze uitkraamt, zoals Fuck you very very much, in de onherroepelijke meezinger Fuck You. Dat doet het publiek dan ook uit volle borst, terwijl we langzaamaan de nacht ingaan. Lily Allen is al met al een reteslimme (geen woordspeling) afsluiter van een festival dat steeds meer internationale allure krijgt en ook bezoekers van buiten Nederland trekt. Duitsers bijvoorbeeld. Gemütlichkeit kennt keine Grenzen.