×

Concert

13 augustus 2015

Fijne diversiteit op Festival Dranouter 2015 (deel 2)

Geschreven door: Dick Hovenga

Ook de zaterdag en zondag waren mooie dagen op Festival Dranouter 2015. Wederom een rijke programmering en veel te veel om allemaal te gaan zien en beluisteren. Wij maakten weer een keuze.

Festival Dranouter afficheert zich als ‘Festival of New Traditions’ en dat is een prima omschrijving. Het festival leunt enerzijds op klinkende namen en anderzijds op nieuwe, vooral Europese en Vlaamse acts.

Headliners waren tijdens deze 41ste editie onder meer Triggerfinger, The Magic Numbers, Jan de Wilde, Flogging Molly, Calexico, Asaf Avidan, Red Hot Chili Pipers (!), Bart Peeters, het Zesde Metaal en The Intergalactic Lovers. Tijdens eerdere edities zagen we hoofdacts als Richard Thompson, Paul Weller, Raymond van het Groenwoud, Boudewijn de Groot, Novastar, Zita Swoon, Laïs, Robert Plant, Arno, Will Tura, Guido Belcanto, Willem Vermandere, Loreena McKennit, The Levellers en The Waterboys. Maar de leukste dingen ontdek je meestal in de kleinere concerttenten. Onderstaand stuk is een vervolg van deel 1.

Zaterdag 8 augustus

Vroeg in de middag vonden Engelsman Louis Barabbas & the Bedlam Six het nodig om Dranouter eens flink wakker te maken met hun hyperenergieke en virtuoze mix van Tom Waits, Gavin Friday en Britse folk. Deze verzameling virtuoze malloten onthaalde het publiek op Britse humor en teksten over het leven aan de zelfkant, geldgebrek, drinken tot de laatste druppel en afwijkende seksuele gewoonten, veelal begeleid in driekwartsmaat. Terwijl Barabbas met rollende ogen, hyperkinetische waanzin en vreemde danspassen het publiek bezig hield, maakten de boomlange trompettist en de bassist rechts op het podium samen rare dansjes. De qua kledij, haardracht en spel aan Jethro Tull herinnerende leadgitarist liet zich flink gelden met razendsnelle gitaarloopjes en vreemde bokkensprongen. Tegen het einde klom Barabbas over het hek voor het podium en zette met zijn wilde bokkendans de tent helemaal op z’n kop.

Dan was het Letse Auli op de Mainstage van een totaal ander laken een pak. Gestoken in traditioneel ogende kledij, speelde deze grote band volledig instrumentale, maar sfeervolle, opzwepende Baltische volksmuziek. Terug naar de Mainstage zagen we daar het Britse viertal Spiro, een band die via Real World (het ooit door Peter Gabriel opgerichte platenlabel) furore maakt. Ook zij speelden volledig instrumentaal (gitaar, viool, mandoline, accordeon/piano), maar dan een mix van minimalistische muziek en de Britse folkinvloeden. De muziek van de uit Bristol afkomstige groep golfde en kabbelde, om soms ineens een vlucht naar voren te maken als de viool het voortouw nam en de groep een opzwepende dans inzette.

‘Folk bigband’ Treacherous Orchestra speelde daarna op het hoofdpodium en voldeed aan de cliché-ideeën over de Schotten: forse en woest uitziende kerels, met zwart haar en grote baarden. Deze band is zo groot dat een beschrijving van de bezetting niet zou volstaan. Virtuoos en opzwepend was het zeker. Jammer was wel dat deze band vrij hard stond, met flinke pieken in de hoge tonen.

Intergalactic Lovers draait alweer mee sinds 2008 en kan rekenen op een grote aanhang onder de Vlaamse jeugd. Hun sound klonk vanaf het hoofdpodium wijds en sferisch en werd sterk gedragen door de stem en verschijning van zangeres Lara Chedraouie en gierende slide- en steelgitaren.

De vakbekwame oudere folkrockers van Kadril deden Dranouter al vele malen eerder aan, vaak met gastmuzikanten en -vocalisten. Ze stonden voor de verandering in de Clubstage, in plaats van op de Mainstage zoals eerdere edities. Jammer dat het geluid hier niet zo super was.

De Engelse folkrockband Steeleye Span scoorde in 1975 een internationale hit met hun bewerking van de traditional All Around My Hat. Verrassend was hun klassieke folkrockgeluid niet echt meer. Toch brachten ze moeiteloos de Clubstage op stoom en niet in de laatste plaats door de nog steeds geweldige stem van de 68-jarige zangeres Maddy Prior.

Zondag 9 augustus

Een van de eerste acts op de zondagnamiddag was de Nederlander Thijs Maas. Zoals gezegd komen Nederlandse artiesten in België niet vanzelfsprekend aan de bak. De binnenlandse concurrentie is er enorm en kwalitatief zeer sterk. Vlamingen zijn chauvinistischer en zelfbewuster geworden. Als een Nederlandse band dan toch op Dranouter mag spelen, betekent dat dat ze goed zijn. Begin vorig jaar wonnen Maas en zijn begeleiders Thijs Cuppen, Olaf Meijer en Klaas van Donkersgoed de prestigieuze Nekka-wedstrijd in Antwerpen voor Nederlandstalige muziek, toch wel een unicum voor een Nederlandse groep. Maas presenteert zichzelf als de typische wat sullige en gevoelige jongeman (Ik Heb Vandaag Een Hond Gekocht), maar zijn tekstuele vondsten en observaties over de liefde en verlaten worden zijn ronduit schitterend. De combinatie met drie uitstekende jazzmuzikanten die geregeld ruimte kregen voor mooie solo’s is inderdaad zeer apart.

Jan de Wilde (71) is een van die typisch Vlaamse volkshelden. Hij werd bekend als provocateur in het conservatieve Vlaanderen van de jaren zestig en zeventig met schitterende nummers als Fanfare Van Honger En Dorst en Eerste Sneeuw. Begeleid door Vlaamse topmuzikanten, waaronder een blazerssectie, speelde hij de zondagmiddag op het hoofdpodium voor een aandachtig publiek, dat zijn nummers woordelijk kon meezingen. Samen met gitarist Eddy Peremans heeft hij het oude Australische volksliedje Waltzing Mathilda bewerkt tot een Nederlandstalige versie, die hij ook hier bracht.

Voordat we op huis aan moesten, zagen we in de Nekka-tent nog de Nijghse Vrouwen. Zoals de naam al doet vermoeden draaide dit om de in 2002 de overleden Lennart Nijgh, bekend van zijn teksten voor Boudewijn de Groot, Ramses Shaffy en Rob de Nijs. Eregast was Astrid De Backer, de ex-vrouw van Nijgh, en bekend als zangeres met het eveneens door hem geschreven Ik Doe wat Ik Doe. Samen met de Vlaamse zangeressen Amaryllis Temmerman, Riet Muylaert en Sabien Tiels en begeleid door cello en piano bracht ze een reeks Nijgh-klassiekers waaronder Meisje Van 16, Meneer de President, Malle Babbe en uiteraard Ik Doe Wat Ik Doe. De 66-jarige De Backer was zeer geroerd door de enthousiaste ontvangst, het applaus en door de locatie van de Nekka-tent. Vanuit de tent had je vrij zicht op de rijen witte kruisen van het oorlogskerkhof van Dranouter. Muziek is veel beter dan oorlog.

Kortom, Dranouter Festival 2015 was door de relaxte sfeer, het landschap en de overal weerklinkende folk- en wereldmuziek wederom een geweldige en overweldigende ervaring. De organisatie sprak van ruim 40.000 bezoekers. Complimenten wederom voor de programmeurs dat ze niet alleen voor de grote publiekstrekkers zijn gegaan, maar ook steeds weer bijzondere, minder bekende bands en artiesten weten te boeken.