Earth Mk. II
Music For Mammals
Hugo van der Poel heeft een gezonde obsessie voor psychedelische sixtiesmuziek. Hij bracht in 2010, samen met zijn beste vriend Jacco Gardner, als The Skywalkers, een opvallend retro-beat-album uit: Year One. Ook dit Music For Mammals voert een jaar of 45 terug in de tijd: melodieuze, poppy liedjes overgoten met een prettig bevreemdend pyschedelisch sausje. Hier en daar lekker fuzzy, dan weer zoeter.
De productie van de plaat was in handen van vriend Gardner, iemand die duidelijk uit een vergelijkbaar vaatje tapt als Earth Mk. II. Verdere bijdragen komen onder meer van Marina Tadic, die het artwork voor haar rekening nam en regelmatig de fijne tweede stem levert. Zo steelt ze de show in Memories, een nummer dat klinkt als een shoegaze ballad uit begin jaren negentig en daardoor des te meer opvalt op dit album.
De meeste songs liggen qua sound namelijk dicht bij elkaar. Music For Mammals is daardoor een coherent maar ook wat eenvormig klinkend album. Van der Poels vervormde stem doet lekker wegzweven maar ontneemt hem ook wat persoonlijkheid.
Prijsnummers zijn er echter genoeg: opener The Warden is robuuste, weelderige psyschedelische pop waarmee Earth Mk. II direct zijn visitekaartje aflevert. Only Human is puike stijloefening in sixtiespop. De band legt het er lekker dik bovenop, zoals het XTC-hobbyproject Dukes Of Stratosphear dat ook deed midden jaren tachtig. Timelapse is wat klaaglijker, melancholischer en blijft mede door het stemmige orgeltje zeker even hangen.
Het meer gedreven Friends geeft de plaat na een minuut of tien een lekkere slinger. Krassende ritmegitaar, lekker orgeltje: prima. Ook Together mag er wezen: relatief kaal in de coupletten en melodieuze rijkdom in de refreinen – met de elfenzang van Tadic op de achtergrond. Don’t Mind Me is tegen het einde nog een lekker van kleur verschietend werkje waarin de band wat heldere, akoestische passages toelaat. Fraaie samenzang en fluittonen geven deze song zijn karakter.
Earth Mk. II dompelt je regelmatig onder in een prettige sluimertoestand waarbij de gedachten teruggaan naar bijvoorbeeld Syd Barrett en zijn tijdgenoten. Het fuzzy karakter en de stemvervorming zorgen voor een lekkere rafelrand. De band kan nog niet dertien nummers lang overtuigen – een mini-album zou een mooie oplossing zijn geweest – maar kleurt de nazomer nog wel even lekker bij.