×

Concert

18 januari 2016

Afterslag 2016: hypes maken het waar

Geschreven door: Natalie Polman

Groningen was afgelopen week weer even het epicentrum van talentvol muzikaal Europa. Honderden optredens, serieus gezellige netwerkfeestjes en… Liters bier. In Gigant (Apeldoorn) is het de zondag erna sinds vijf jaar traditiegetrouw tijd voor Afterslag; een selectie van acts die op Eurosonic Noorderslag speelden. Dit jaar is platenzaak Plato weer in Apeldoorn te vinden (in Mansion24) en ook daar spelen twee acts. Een echte minimini Eurosonic.

Foto’s door René Mathon Koele

Tears & Marble (NL)

Aan Tears & Marble de bescheiden eer rond half drie het festival te openen. Het elektronicaduo bestaande uit Bella Hay en Cris Kuhlen heeft zowel nationaal en internationaal al een behoorlijke status opgebouwd met hun dromerige composities. Er is een EP (Romance) en een cover van Haddaway’s What Is Love, waarmee de twee de set in het café afsluiten. Hay’s zalvende en bloedzuivere stem klinkt kraakhelder en de beats en ruimtelijke klanken van Kuhlen blenden perfect. Jammer genoeg lijkt het publiek (het staat al tamelijk vol) drukker met het bespreken van opwindende weekenden of andere koetjes en kalfjes dan met aandacht besteden aan de optredende act. Het doet Bella een paar keer bijna in lachen uitbarsten. Wanneer ze het laatste nummer aankondigt klinkt het dan ook “We zijn aangekomen bij het laatste nummer. Ik denk ik zeg het maar even voor de goede orde”, waarna ze het bijna uitproest. Niets dan lof voor zo’n sportieve reactie op een asociaal publiek. En niets dan lof voor het smetteloze optreden.

Tears & Marble (1 van 2)

Indian Askin (NL)

,,Het is meteen de laatste band die ik voor jullie ga aankondigen”, klinkt Gigant-programmeur Waldo Volmer schor, ,,want ik heb bijna geen stem meer.” Aan de gezichten van de muzikanten – en Gigant-crew – is dan ook te zien dat Eurosonic Noorderslag 2016 weer een feest was zoals Eurosonic Noorderslag bedoeld is. Zanger/gitarist Chino Ayala verwoord het zo: ,,We hebben gisteren zoveel gespeeld dat m’n vingers verschrikkelijk pijn doen”, waarna de rest van de band een glimlach niet kan onderdrukken. De naam Indian Askin galmt al weken, nee maanden, door het Nederlandse muzieklandschap. Single Answer leverde ze een ode op door de Volkskrant en Frank van der Lende (3FM) stak vele veren in hun achterste bij DWDD. Gelukkig maken de Amsterdammers de hype -ondanks de pijnlijke koppies- echt wel waar. En dan te bedenken dat het nog geen half vier in de middag is. Dat is bijna ochtend in de muziekwereld. Indian Askin verpakt zowel punk als shoegaze als psychedelische garage in heerlijk compacte catchy liedjes die tot een perfecte lengte worden uitgesponnen. De toetspartijen in Island doen iets wonderlijks met het brein, de samenzang is effectief, de baslijnen grooven heerlijk en de drums worden goed aangepakt. ,,Welterusten allemaal, we gaan nu de tent afbreken”, klinkt de brakke frontman gortdroog, waarna de band afsluit met het grandioze Answer. Een leeg bierblikje wordt van het podium afgesmeten en een ander blikje richting drumpodium. Zo breekt Indian Askin Gigant af. En het publiek stond erbij en keek ernaar.

Indian Askin (4 van 4)

Pink Street Boys (IS)

Pink Street Boys, een IJslandse formatie met maar liefst drie elektrische gitaren, ziet eruit als een bijeen geraapt zootje jongens. Zanger/gitarist met een onuittypbare naam heeft zijn ogen verstopt achter een grote zonnebril, zijn haar in een warrige kuif en zijn grote lijf in een zachtroze T-shirt. Een andere jongen bespeelt een rechthoekige gitaar. Muzikaal kun je ‘the loudest band in Iceland’ indelen in het garagerockgenre, maar dan met een stugge punksaus erover. In het café zo ruim voor etenstijd komt het gebeuk helaas niet helemaal tot z’n recht (om 2 uur ’s nachts in één of andere bunker maakt de vijfkoppige band ongetwijfeld meer indruk).

Go March (B)

Omdat lege magen gevuld moeten worden, slaan we Gallowstreet over en is de eerstvolgende halte het Belgische Go March in de popzaal. Deze driekoppige instrumentale formatie brengt het publiek in vervoering. Ook al wagen velen zich niet in de buurt van het podium, hoofden bewegen mee in de pulserende ritmes die de toetsen, gitaar en (keihard en loeistrak bespeelde) drums voortbrengen. Een bijzonder aanstekelijke combi tussen elektronica en rock. Tracks als Rise en Earthbound laten de zaal vibreren. De gitaarband (voorzien van de tekst ‘Daddy’s girl’ in sierlijke letters en een paar rode harten incluis) doet ons ook even gniffelen. Eén van de overduidelijke hoogtepunten van Afterslag.

Go March (3 van 5)

Iguana Death Cult (NL)

Iguana Death Cult vindt soundchecks maar onzinnig “Ah joh, als het niet goed klinkt, hoor je dat wel tijdens het spelen, toch?” (zanger tegen geluidstechnicus), doet dan toch een soundcheck en raast prettig energiek uit de startblokken. De band stond al in het voorprogramma van onder meer together PANGEA en in dat straatje past de muziek van de Rotterdammers. Net als bij genregenoten Double Veterans is er een twaalfsnarige gitaar aanwezig en de gitaren hangen opvallend hoog. Het is een dingetje. Niet alle liedjes zijn even sterk, maar het enthousiasme maakt veel goed. Als de heren nou een beetje proberen minder trendvolger en meer trendsetter te zijn…

Iguana Death Cult (1 van 2)

Lea Kliphuis (NL)

Lea Kliphuis zingt –zichzelf begeleidend op gitaar, soms met extra akoestische gitaar- liedjes van haar opkomende album The World Owes Me Nothing in platenzaak Plato. Een groot deel van het publiek grijpt het moment aan om te babbelen, maar het deert haar zichtbaar niet. De duidelijk door countrymuziek beïnvloede liedjes klinken helder en eerlijk. Je moet ervan houden, maar dan is het werk van Kliphuis echt de moeite van het mond even dichthouden waard.

OIJ (NL)

De elektronicaman van OIJ (Only In Japan) oftewel Valentijn, is omringt door een kooi van op de muziek verspringende ledlampen. Dat is meteen het meest – letterlijk – in het oog springende detail uit het optreden van de eenmansformatie. Met een enorme Spotify-hit op zak (Blinded werd al bijna 800.000 keer gestreamd) zou je denken dat het een groot feest wordt. Helaas wil de vlam niet in de pan. Wellicht had men toch liever ‘gewoon’ een bandje gezien. Of is de lichtkooi echt te intimiderend.

OIJ (2 van 2)

Echo Movis (NL)

Echo Movis, een jonge band gevormd op de Utrechtse Herman Brood Academie, was één van de meest geboekte acts op de Popronde en stond bij DWDD. Terecht: deze band is gewoon heel erg prima. Je ziet en hoort dat de bandleden graag en goed samenspelen, alles klopt. Zangeres Adura is de perfecte frontvrouw maar trekt niet alle aandacht op zich. De funky en licht psychedelische liedjes zitten vol soul en worden met de volste overtuiging gespeeld en overgebracht. Hou dit vast, alsjeblieft.

Echo Movis (1 van 4)

Max Meser (NL)

Max Meser is half Nederlands, half Spaans en dat is wellicht wat hem bepaalde vruchtbare connecties opleverde in ons land (Serious Talent, supportshows voor Douwe Bob). Met zijn hitsingle Weak For Love en zijn band brengt hij het publiek op zijn hand vanavond. Zijn sound en voorkomen doen trouwens eerder Brits dan Spaans aan (denk Jake Bugg en The Kinks), maar daar is weinig mis mee. Wanneer iemand in het publiek estatisch ‘Lekker!’ roept, reageert Meser in zijn beste Nederlands: “Jullie zijn een lekker publiek”, waarna de goed aangeschoten bezoekers het uitjoelen. Een vermakelijk optreden met gewoon goede liedjes.

Max Meser (1 van 4)

De Likt (NL)

En weer een gehypete act dient zich, vlak voor het einde van het festival, aan. De Likt, een rap/elektronicatrio uit Rotterdam, heeft al een aanstekelijk hitje op zak (Ja dat bedoel ik) en breekt met hun dreunende bassen en bizarre teksten moeiteloos het café van Gigant af. Er wordt zelfs een crowdsurfpoging gedaan. De hyperactieve gasten hebben het tijdstip mee (er zit genoeg bier in de mikkies) en daar maakt De Likt gretig gebruik van. De keytar maakt het geheel af. Feest!

De Likt (4 van 5)

La M.O.D.A. (ES)

Na een lange soundcheck en wachttijd begint La M.O.D.A. (La Maravillosa Orquesta Del Alcohol) rond kwart voor tien met zijn show. Een indrukwekkend instrumentarium (onder meer een accordeon, saxofoon en banjo), bespeeld door zeven opgewonden Spaanse mannen in witte tanktops, hier en daar een borst of arm opgeleukt met grote tattoo’s. Hun held is Bruce Springsteen (er prijkt zelfs een tattoo van op de arm van de zanger) en dat is wel te horen. Helaas is het duidelijk dat La M.O.D.A. maar een deel van de zaal te pakken krijgt. Dat deel danst en zwaait met de armen in de lucht. Het andere (grotere) deel voelt het temperament niet. Ergens voelt de groep als een grap. Met het spel is niks mis, met de oprechtheid en originaliteit des te meer. Met een lichte teleurstelling druipen we af.

Maar: het programma bood genoeg moois. Op naar Afterslag#6 2017!