Richard Wagner
Das Rheingold
Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner is een cyclus bestaande uit vier opera’s: Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung. Het is geschreven tussen 1853 en 1874, in augustus 1876 werd de Ring voor het eerst in zijn geheel uitgevoerd in het Bayreuther Festspielhaus. Dit theater in hellenistisch romaanse stijl is door de componist speciaal hiervoor ontworpen. Das Rheingold wordt opgevoerd aan de vooravond van de serie, die verder nog drie dagen beslaat. In deze opera wordt de basis voor de onderliggende conflicten omtrent macht en liefde gelegd, die in de hierop volgende opera’s verder uitgewerkt wordt.
Het verhaal is in het kort als volgt: drie waternimfen bewaken het goud in de Rijn. De dwerg Alberich steelt het en maakt er een ring van. De goden hebben de burcht Walhalla laten bouwen door de reuzen. Wotan, de oppergod, heeft Freia als onderpand aan Fasolt en Fafner gegeven. De reuzen eisen hun loon, maar Wotan komt niet meteen over de brug. De reuzen willen dat Wotan hen het goud en de magische ring bezorgd, pas dan krijgt hij Freia terug. Door een list weten Wotan en Loge het goud van de dwerg Alberich te stelen, die nog gauw even de ring vervloekt. De vervloeking word de reuzen fataal en de goden gaan hun burcht in, terwijl de waternimfen nog steeds het Rijn-goud bewenen.
Er is ongeveer een dozijn uitvoeringen op de markt door gerenommeerde orkesten onder leiding van de grootste en invloedrijkste dirigenten. Namen als Herbert von Karajan met de Berliner Philharmoniker, Wolfgang Sawalisch met de Bayerische Staatsoper, Karl Böhm met de Bayreuther Festspiele, hebben muziekgeschiedenis gemaakt. En dan heb ik het nog niet eens over de zangers en zangeressen: Dietrich Fischer Dieskau, Robert Hale, Kurt Moll, Gustav Neidlinger, Matthias Hölle, Birgitta Svendén, enzovoorts. Waarom dan nog een nieuwe Rheingold?
13 december 2010 bracht OEHMS Classics Das Rheingold uit in de uitvoering verzorgd door het Frankfurter Opern- und Museumsorchester onder leiding van Sebastian Weigle. De hoofdrol van Wotan wordt verolkt door de beroemde Noorse zanger Terje Stensvold. De opera is de eerste van een nieuwe cyclus onder regie van Vera Nemirova.
Het eerste wat opvalt is de loepzuivere opname. Hoewel het een live opname betreft is het publiek geruisloos. Dat zal natuurlijk ook wel met de huidige opnametechniek te maken hebben, maar toch. Het geluid op het podium is bijvoorbeeld weer wel te horen. Het orkest heeft een goed geluid en dirigent Sebastian Weigle zorgt voor een prima balans. Hij legt de accenten en climaxen waar ze horen en verschiet zijn kruit zeker in het begin niet. Meteen in de openingstonen wordt duidelijk hoe hij ervoor zorgt dat iedere noot voldoende aandacht krijgt. En aan het einde lekker knallen met dat orkest.
De zangers zijn allemaal van grote klasse. Terje Stensvold is een sympathieke bas en een zanger met veel ervaring. Dietrich Volle (Donner) heeft een mooi haast adel aandoend stemgeluid. Barbara Zechmeister (Freia) kan af en toe wat hysterisch klinken, maar dat werkt niet al te storend. Ze is per slot van rekening door reuzen ontvoerd. De mooiste rollen zijn weggelegd voor Jochen Schmeckenbecher (Alberich) en Hans-Jurgen Lazar (Mime). De dwerg en zijn hulpje hebben de meest expressieve zanglijnen en beide zangers brengen het er prima vanaf. Het enige waar ik me dan wel weer aan stoor is het armetierige gehamer op het aambeeld; dat klinkt veel te licht. Godzijdank kan Donner in de laatste scene wel weer hard slaan!
Deze nieuwe uitvoering heeft het karakter van een waar sprookje. En dat is het natuurlijk ook. Een verhaal over goden, nimfen en reuzen verdient sprookjesachtige muziek. Dit word door Sebastian Weigle en het Frankfurter Opern und Museumsorchester nooit uit het oog verloren. De kwaliteit en het geluid is consistent, wat zorgt voor een duidelijke cohesie. Een mooie nieuwe Rheingold die zijn plekje in de CD kast volledig verdient.