×

Concert

12 november 2017

Oostende in de ban van STORM! (2)

Geschreven door: Philippe De Cleen

Oostende, koningin der badsteden, is de locatie waar het driedaagse STORM! Festival voor de derde keer plaatsvindt. Een coproductie BRAND, met wie STORM! (georganiseerd door KAAP) enkele namen op de affiche deelt. In Cultuurcentrum De Post was het alweer verzamelen geblazen voor een heerlijke festivaldag.

11 november. En dus Wapenstilstand. In zekere zin ging het op festivaldag 2 ook over vrede, harmonie en verzoening. Lees meer over dag 1 alhier

Verneri Pohjola

Eerst kregen we in de kleine zaal, goed voor een portie spanning, de Finse trompettist Verneri Pohjola te horen. Met Plays Pekka, een project dat volledig in het teken stond van Pekka Pohjola, zijn overleden vader. Die haalde zijn inspiratie destijds bij onder meer bij Frank Zappa en maakte golven in de progrockscène. Van progrock was hier echter geen sprake, veeleer uitgekiende jazz die, mede dankzij gitarist en zijn jazzy solo’s, te leen ging bij onder meer Zappa en Pat Metheny.

Een albumpremière (Pekka) bij ons en dat is ook een van de redenen waarom u festivals zoals STORM! in de gaten dient te houden. Pohjola, vriendelijk en beleefd, brak meteen de spanning: “gelukkig is er hier een bar, zodat als je het niets zou vinden toch iets kan drinken”. Met kwieke en drifterige composities als Dragon of Kätkävaara hoorde je een groep aan het werk die zijn ding deed met elektronica, al was het vooral gitarist Teemu Viinikainen die net als Pohjola zélf op trompet het groepsgeluid sterk mee bepaalde.

Pohjola’s groep speelde met dromerigheid (First Morning), Noordelijke intimiteit (dat een tweetje tussen contrabas en trompet!) en soms kadukke klanken uit een doosje. Veelal langere composities ook, die soms een eenzijdigheid en eendimensionaliteit in zich hadden, al was ook het gevoel van een zacht ontwaken aanwezig. Met composities als Inke And Me, Pinch en het zacht strelende Benjamin zette Pohjola en zijn band er een punt achter. Tof concert en we zagen nadien mensen aan de merch table opduiken. Missie geslaagd.

Octurn

Vervolgens trokken we naar de Grote Zaal om er de Belgische première van Jon Balke Siwan mee te maken. Veel instrumenten op het podium en een grote, maar liefst dertienkoppige band. Een groep die aan de slag ging met poëzie en exotisme, met barokke invloeden, jazz en een sound die je vooral zélf moet ervaren. Het ging in het project onder meer over verdraagzaamheid, over warmte en geborgenheid. En net dat is wat de groep de muziekliefhebbers bood.

We trokken naar het concert met grote verwachtingen en het dient gezegd dat deze allemaal ingelost werden. Een adembenemend concert, geleid en gedirigeerd door Balke, die talloze albums op ECM uitbracht en voor dit concert putte uit zowel een oudere als een nieuwere Siwan release (Nanou Houm). In het geheel viel bijvoorbeeld sterk de rol van de Turkse viool op, naast de Noordelijke strijkerssectie. Balke zelf leidde de ceremonie, speelde keys en synths en zorgde naast logge, donkere baslijnen onder meer voor ambientachtige soundscapes in het verlengde van Brian Eno (of zo u wil ook Gavin Bryars’ ‘The Sinking Of The Titanic’). Dé ster echter was niet zozeer Balke dan wel de Algerijnse vocaliste Mona Boutchebak wiens aangrijpende zang danig indruk maakte.

Tussendoor lichtte Balke toe dat ze de focus wilden leggen op de muziek, eerder dan op het toelichten of verklaren ervan. Ergens voelde dat aan als een gemis, hoe begrijpelijk de keuze ook was. Op zo’n festival zit je met een tijdsslot en dus koos de groep de vlucht vooruit door de hemelse muziek (zoals onder meer Duda) voor zich te laten spreken. Het concert was dus opgevat als een suite, met een zéér fraaie solospot op percussie die een zekere trance opleverde. Elders ervoer je ook die barokke uithalen van de strijkers, verrijkt met die aangrijpende vocals. Een gul en genereus concert. Niets dan blije gezichten in de zaal, die allen beseften dat ze hier deel uitmaakten van een héél bijzonder project.

Octurn

Vervolgens kregen we de Belgische jazzformatie Octurn, met in de geledingen onder meer drummer Dré Pallemaerts, Bo Van Der Werf op baritonsax, de Nederlandse Clemens Van Der Feen op contrabas en Magic Malik (fluit, zang). Al meer dan twintig jaar bezig en met talloze albums achter zich zag je hier een groep die hier zich vooral concentreerde op haar laatste worp. De nieuwe boreling is nog maar net uit op het W.E.R.F. label, maar zoals het ernaar uitziet wordt het een lastige en taaie klus.

Maar ook dat is jazz. Het is niet allemaal behapbaar. Je hoorde groepsleden op de tast af gaan en zich laten leiden door zowel partituur als instinct. Met als intentie bakens te verzetten en op zoek te gaan naar prikkelende uitdaging. Nee, écht toegankelijk was dit concert allerminst, maar de manier waarop elk van de groepsleden bijdroeg aan een groter geheel dwong niets anders dan bewondering af. Niet in het minst door de drumshuffles en tikjes van Dré Pallemaerts die als een ritmische meester het hele zaakje onder controle hield.

Iets verderop had je Jozef Dumoulin, verscholen achter een batterij knopjes. Daarnaast Van Der Feen, subtiel aanwezig. En dan had je nog Fabian Fiorini op piano en het duo Van Der Werf-Malik die zeer regelmatig het geheel mee inkleurden. Ja, je zou kunnen opwerpen dat het was soms wat bizar en abstract klonk. Maar dit waren composities waar vlees aan zat. Niet zomaar een partituur aframmelen, maar samen musiceren, op zoek gaan en de muzikaliteit botvieren. Deze groep liet het voor de hand liggende helemaal links liggen, waardoor je op zijn minst geïnteresseerd bleef kijken en luisteren. Kortom: complexe, gelaagde en door verandering gekenmerkte muziek met heerlijk prikkelende weerbarstigheid, vol uitdaging en experiment. Zoals het in de jazz ook hoort. Aan het einde kreeg je nét nog een versnellinkje meer, het zat er bijna op en dus konden ze nog even knallen voor het alweer voorbij was.

Flat Earth Society

FES of Flat Earth Society was dé uitgelezen kans om uw dansschoenen uit te testen. In het kort: ‘Boggamasta!’ Zo, en niet anders. Wat een feestelijke big bang bende zeg. U was duidelijk op de hoogte want de zaal was behoorlijk goed gevuld. Ook FES heeft een nieuw album uit en zij kwamen dat op de meest festieve manier mogelijk aan u voorstellen. Een bende zotten, zo bedachten we ons. Een bende ongeregeld die het voor elkaar krijgen om met een vijftiental muzikanten, aangevoerd door David Bovée op gitaar en Peter Vandermeersch met een ronduit spetterend en geweldig concert een streep te trekken onder de tweede festivaldag.

Fééééééést dus. Met heerlijke grooves en wellustig trompetspel (zo herkenden we onder meer Bart Maris en Michel Mast). Kortom: een viering van de jazz, die dan samen met ontelbaar vele andere genres en inspiraties wel helemaal door elkaar geklutst werd. Zappa maakt onmiskenbaar deel uit van het DNA van de groep, maar we hoorden ook streepjes hiphop (MC David Bovée, u moet dat maar eens meemaken), vééél funk, samba killer grooves en een attitude die niets dan zelfverzekerdheid uitstraalde.

De kubistische funk van Tom Waits, de sex drive van Lounge Lizards en Morphine, de trance van Tinariwen en Marokkaanse gnawagrooves, het zat allemaal in dat ronduit unieke universum  dat FES creëerde.  Onwaarschijnlijk straf. De groep had het publiek ook helemaal méé in dat door surrealisme gekenmerkte Boggamasta verhaal. Verder stelden we ook dat vast dat de vocals zodanig gemanipuleerd werden zodanig dat je met toenemende verbazing kennis nam van wat FES voor elkaar kreeg. Verbazend goed. Zodoende kon je eigenlijk alleen maar besluiten dat het een uitstékende keuze was van de organisatie om FES de boel te doen afsluiten vandaag, ook al omdat de connectie met Oostende (en dan meer specifiek Theater Aan Zee) goed in de verf gezet kon worden. Topband, topset.

Benieuwd naar wat de afsluitende festivaldag in petto heeft.

Foto’s: Tom Leentjes