×

Concert

01 november 2014

Maalouf maakt van jazz show een variété voorstelling

Geschreven door: Richard Verbrugge

Label: Harmonia Mundi

Ibrahim Maalouf blijkt op 31 oktober de grote verzoener van het jazzgenre; studenten, bejaarden, rockers in leren jasjes, dames in mantelpakjes, arbeiders en intellectuelen staan gebroederlijk naast elkaar in de zaal en wachten tot om 20.15 de lichten doven voor een ruim 2 uur durende show. Op het podium van de uitverkochte, grote zaal in het muziekgebouw aan het IJ deze avond geen Halloween maskers of bloederige uitdossingen, maar zwarte t-shirts, broeken en een enkel colbert.

Het achtkoppig gezelschap bestaat naast Maalouf uit Martin Saccardy (trompet), Yann Martin (trompet), Youenn Le Cam (trompet), François Delporte (gitaar) Frank Woeste (toetsen) Laurent David (bas) en Stéphane Galland (drums) begint ronduit bombastisch met het intro en het openingsnummer van Illusions, de cd die men vanavond komt promoten. Het geluid is goed, al staan de drums wel erg prominent in de mix. Dat blijft helaas de hele avond zo waardoor het gezelschap tijdens de vele intensieve passages meer op een hardrockband met blazers lijkt dan op een jazzband met rockinvloeden. Toch is Maalouf op zijn best als hij zijn ingetogen kant toont zoals tijdens solostukken en rustige, Arabische getinte passages. Een kant die hij op de soundtrack van Yves Saint Laurent meer dan eens laat horen. Op het podium lijkt zijn voorkeur (en die van zijn band) echter uit te gaan naar de wildere stukken waarin verschillende stijlen door elkaar gegooid worden.

Het eerste half uur is er geen verbaal contact met de zaal en communiceert Maalouf via mimiek en met veel gebaartjes. Naarmate de show vordert krijgt de show meer en meer het karakter van een Tommy Cooper variété programma. Maalouf balanceert op het randje van flauw en kukelt ervan af als hij tijdens een solo een rits scheten uit zijn trompet tovert en een bromvlieg imiteert. Gelukkig compenseert hij al die rariteiten met een briljant stuk waarop hij het publiek vraagt een melodielijn te fluiten waarop hij fluitend improviseert. Een prachtig stukje engagement dat ondergetekende niet eerder meemaakte bij een concert. Wonderschoon en te oordelen naar het oorverdovende applaus vonden meer mensen dat.

Als Maalouf eenmaal begint te praten is hij lang van stof en verontschuldigt zich daar bij voorbaat voor. Tijdens de aankondiging van het nummer Beirut onthult Maalouf dat hij als 12 jarige jongen in 1993 voor het eerst vanuit Frankrijk naar Libanon reisde en zijn in puin geschoten geboortestad bezocht met Led Zeppelin op zijn walkman. De begenadigde trompettist blijkt dus vroeger een kleine Libanese headbanger te zijn geweest. Dat kweekt sympathie bij het publiek en geeft meteen een zekere verwantschap met uw recensent die ook de nodige uurtjes in het harde genre heeft vertoefd. Het rockkarakter wordt nog eens onderstreept met een (overbodige) drumsolo en een woeste bassolo. Dat laatste mag geen wonder heten met een bassist die eruit ziet als de jongere broer van Ian Hill (Judas Priest). De gitarist mag tijdens een eerbetoon aan Led Zeppelin Jimmy Page imiteren en schudt een lange solo uit zijn mouw. Hij doet het niet onaardig, maar als je giganten als Malmsteen, Satriani, Van Halen en Vai hebt gezien, ben je nu niet snel meer onder de indruk.

Het publiek wordt het grootste deel van de 9 kwartier prima vermaakt, al kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat met name oudere bezoekers graag meer van het album Wind of de YSL soundtrack hadden gehoord. Een dame op leeftijd liet zich ontvallen dat het publiek vanavond helemaal geen jazzpubliek is: “Veel moderne overhemden en trendy shawls.” Tsja, de tijden dat jazz concerten alleen werden bezocht door morsige types met grauwe koppen van het roken en zuipen zijn voorgoed voorbij. Maalouf is een veelzijdig artiest die een gemêleerd publiek trekt. Laten we hopen dat hij een nieuwe generatie jazzartiesten inspireert die zich niets aantrekt van genregrenzen.