×

Recensie

Jazz

22 mei 2018

Jukwaa

Cushion

Geschreven door: Philippe De Cleen

Uitgebracht door: Smeraldina-Rima

Cushion Jukwaa Jazz 4 Jukwaa – Cushion Written in Music https://writteninmusic.com

Jukwaa, oftewel het Gentse trio met pianist Thijs Troch (Kabas, Keenroh,..), bassist Nils Vermeulen en drummer Sigfried Burroughs (Kapitan Korsakov, Onmens,..), levert met Cushion de opvolger van Harbinger Of Imminent Ruin (2015) af. Op dat album reikten ze de hand naar Jonas Van Den Bossche op gitaar en Otto ‘Dead Neanderthals’ Kokke op sax en zochten ze vooral het terrein van woeste, explosieve krachttoeren op. Deze keer ligt het net weer wat anders. Zo haalt het trio er deze keer bassist Laurens Smet (die ook instond voor de opnames) en drummer/percussionist Elias Devoldere (Nordmann, Kabas) bij.

Het trio, nu uitgebreid tot kwintet, voorzag tijd, en nam even afstand van alles en zonderde zich af in het Gentse Kraakhuis. Met de intentie om er te werken aan nieuw materiaal. Een heel proces van zoeken, voorzichtig aftasten, uitproberen, experimenteren en bediscussiëren. En tenslotte ook : registreren. Zodoende krijgen we op Cushion zes nieuwe tracks, drie op elke plaatkant.

De albumhoes is op zich al veelzeggend: een eivormige wereld. Elk stuk op dit album vormt een unieke, maar noodzakelijke schakel in het geheel. Cushion is zacht en intiem. De muziek fluistert, maar roept of schreeuwt niet. Integendeel. De klemtoon komt helemaal op de traag, maar gestaag ontwikkelende composities te liggen. Al van bij opener Feodorovna (meteen ook een hint naar het presentje van tsaar Alexander III aan zijn Feodorovna, de Russische tsarina, en de welbekende Fabergé eieren) hoor je de fluwelen, bedachtzaam gespeelde pianotoetsen van Troch. Heel erg minimal met her en der soms stiltes, maar net daarom ook des te meer pakkend. En dan komen bas en drum(s) erbij en vloeien de afzonderlijke elementen heel spontaan en organisch samen.

Het erop volgende Tatu is dan weer net anders. Taai en weerbarstig. Het spelen met percussie, met ritme en een handvol onconventionelere, exotische klanken maakt dat er een zekere vorm van zorgvuldig ingehouden frictie en spanning ontstaat. En toch heeft ook alles hier zijn functie: de gestreken contrabas gromt eens even en leidt zo tot een wat stemmigere sound. En ook in Yakhont, het sluitstuk van de eerste plaathelft, voel je dat de groep speelt met een tedere souplesse en poëtische zachtheid. Ruisende platen, zachte cymbaalroffels en ‘prepared’ piano noten vinden elkaar.

En dan is er de andere plaatkant, die aftrapt met het stampende marsritme van Vekselberg. Haast alsof de groep zelf beseft dat het voorlopig allemaal misschien té zacht en té stil is. Een tegengewicht, zeg maar. Een stuk ook waarin het repetitieve (met echo’s van een regisseur als Alfred Hitchock) een belangrijk element is. En als daar de piano bijkomt – eveneens hamerend zoals pakweg John Cale dat ten tijde van Velvet Underground al eens deed (en later ook: de monsterlijke bas), dan weten we: hiermee kan Jukwaa live écht mee gaan scoren. Een harde uithaal, een mokerslag. Daarop volgt Hen, waarbij alweer een zacht sluimerende onrust zich meester van ons maakt. Heel erg creepy en spooky als u het ons vraagt, met alweer zacht aangeslagen pianotoetsen die later achternagezeten wordt door zowel bas en drum(s). En dan is er nog toetje Trellis die de tweede plaathelft besluit.

Dat alles maakt van Cushion een fraai jazzalbum dat niet alleen indruk maakt omwille van die goudkleurige hoes en bijzondere zeefdruk (met dank aan Smeraldina-Rima). Op zoek naar jong, Belgisch jazztalent? Check Jukwaa.

Tracklisting Cushion (vinyl):

Kant A:

  1. Feodorovna
  2. Tatu
  3. Yakhont

Kant B:

  1. Vekselberg
  2. Hen
  3. Trellis