×

Concert

18 augustus 2015

Jazz is ook echt jazz op Jazz Middelheim

Geschreven door: Dick Hovenga

Waar de meeste festivals tegenwoordig Jazz in de naam voeren maar ook wel heel erg veel pop programmeren of zelfs met de grote popnamen als voornaamste naar buiten treden, is het op Jazz Middelheim, gesitueerd in het prachtige Park den Brandt in Antwerpen, wel degelijk jazz wat de klok slaat. Met een kleine uitzondering daargelaten zijn het de grote namen in de jazz die het programma zo interessant maken.

De keuze voor Jason Moran als Artist in Residence was al een mooi duidelijke maar de rest van het programma was al net zo bijzonder op voorhand. En het publiek werd over vier dagen met een fijne diversiteit aan muziek verwend. De eerste avond maakte Eric Legnini en zijn band al een grote indruk en Taxiwars sloot het programma op de eerste avond mooi af. Hoewel aangekondigd als ‘Taxiwars feat. Tom Barman’ is de band steeds meer om saxofonist Robin Verheyen gaan draaien en dat is terecht. Verheyen heeft met zijn composities de sound van Taxiwars bepaald en Barman, hoe goed ook in zijn rol, heeft over de afgelopen weken zijn zoektocht binnen de band, waarin hij nu meer als individu binnen de groep muzikanten dan als ‘frontale frontman’ aanwezig is, gevonden. Het maakt de combinatie van de vier muzikanten alleen maar interessanter. Met De Beren Gieren als grote trekker was ook de kleinere Club Stage goed voorzien.

De vrijdagavond was qua programma nog interessanter. Gizmo mocht met Chris Cheek de spits afbijten en deed dat naar behoren. Met het optreden van Jason Moran met trompettist Ron Miles en gitariste Mary Halvorson werd gelijk een eerste hoogtepunt bereikt (zie verslag). Tenorsaxofonist en jazzlegende Archie Shepp mocht daarna zijn vermaarde grote band project Attica Blues glans bijzetten met een grote band en zangeres Cécile McLorin Salvant als vocaliste. Het zeer belangrijke Attica Blues (1972), wat als politiek document (het verhaalt over het door de politie doodschieten van Black Panther George Jackson en de grote rellen in de Attica Prison die daarop volgden) helaas vandaag de dag nog net zo relevant is, kreeg in 2014 een complete make-over met een grote 26koppige band. De gedeeltelijk geslaagde remake vond een plek op het podium. Misschien wel doordat de band zo groot was en de muziek daardoor moeilijker zijn weg vond was het optreden minder indrukwekkend als gehoopt. Maar natuurlijk blijft het een geweldig gegeven dat Shepp nog steeds actief is en op zijn 78ste nog steeds dit soort projecten ter hand neemt. Vuurwerk kwam met de avondafsluiter Joe Lovano en Chris Potter. Met de geweldig spelende Lawrence Fields op piano, Cecil McBee op bas (!!!!) en Jonathan Blake op drums kregen ze de perfect basis om hun geweldige spel te laten horen. Onder het motto ‘It takes two saxophonists to honour one’ brachten de mannen een ode aan het A Love Supreme album van John Coltrane. Het werd een geweldig optreden waarbij zowel Potter als Lovano tot grote hoogten stegen. En waar Potter gelijk flink van leer trok en indruk maakte had Lovano, natuurlijk ook bijna 20 jaar ouder, even wat opstartproblemen maar blies vervolgens al net zo emotioneel geladen zijn partijen mee. Wat een feest deze twee mannen op het podium te zien staan en wat een geweldige band hadden ze mee.

De zaterdagprogrammering had zangeres Robin McKelle als opener die met haar band The Flytones een gedreven concert gaf. McKelle die enkele jaren geleden van jazz naar soul overstapte (en binnenkort zelfs met een popalbum komt) is een vrouw met een stem met een fijne rasp maar het repertoire dat ze met haar band speelt is, net als op het album, iets te voorspelbaar. Dat ze een prominente showperformance heeft is echter duidelijk en ze weet het publiek optimaal in haar show te betrekken. Het daarop volgende optreden had ook zangeres in de hoofdrol en wel Cécile McLorin Salvant, die de avond daarvoor ook al een prominente rol had in de Attaca Blues performance van Archie Shepp. Ze was ook al prominent in de programmering van Jazz Middleheim van twee jaar terug te vinden. Nog maar 25 jaar oud mag de zangeres als een groot talent worden beschouwd en met haar performance op de late zaterdagmiddag maakte ze dan ook indruk. Getooid met een dikke witte bril viel ze sowieso al extra op en met het repertoire, in een mix van jazz, blues en spirituals was goed gekozen. Dat haar stem nog jong is en soms nog wat weinig eigen kleur heeft bleek geen probleem voor het publiek die de zangeres met open armen ontving. Jason Moran’s All Rise: A Legacy for Fats Waller Show was daarna het grote feest van de zaterdagavond (zie verslag). Met een Dr. John in vorm werd de zaterdagavond in stijl afgesloten. Met een lekker uitgebreide band (met Nederlandse blazers) speelde hij een van jazz en southern blues doortrokken setlist die een ode bracht aan het werk van Louis Armstrong. Al jong klonk Dr. John oud dus nu de jaren echt gaan tellen (Malcolm John ‘Mac’ Rebennack is alweer 74!) klinkt hij nog steeds fris en levendig. Met de jonge Cécile McLorin Salvant als gastvocaliste (ze leek op Middelheim bijna de schaduw Artist in Residence) werd een fijn concert verzorgd die met een prachtversie van de Dr. John klassieker Such A Night een stijlvol einde kreeg. Over de dag waren er trouwens ook geweldige kleinere optredens op het terrein te zien. Als marching bands trokken zowel Broken Brass Ensemble als Die Verdammte Spielerei over het terrein met lekker enerverende optredens. Prima idee dat door het publiek met heel veel enthousiasme werd ontvangen.

Nadat de zondag met het optreden van Jason Moran, Bill Frisell en Moran’s vrouw, de klassiek geschoolde sopraan Alicia Hall Moran een wel heel briljante opening kreeg (zie verslag) kwamen de concerten daarna bij ondergetekende minder hard binnen. De set van Steve Kuhn was mooi en het drumwerk van Joey Baron bijzonder mooi maar miste vuur. Het trio klonk solide maar de extra stap om het publiek echt te veroveren werd niet gemaakt. Dan was de set die saxofonist Louis Sclavis, bassist Henri Texier en drummer Aldo Romano speelden behoorlijk wat levendiger. Met de geweldige Texier als fijne aanjager en Scalvis als fraaie melodiemaker was het optreden een fijne traktatie op de late zondagmiddag. Dat Frisell met zijn trio daarna een optreden zou gaan geven dat net zo goed was als datgene wat hij in de vroege middag met Moran en Hall-Moran had laten zien was niet te verwachten en gebeurde dus ook niet. Er werd een solide set gespeeld zonder grote verrassingen. Dan ging het er in de Club Stage heel wat spannender aan toe. Waar de Poolse pianist Dominik Wania eerst al een prachtige solo-set had gespeeld trof hij daarna in samenwerking met de geweldige slagwerkman Grad Nilssen volledig doel. In één langgerekte compositie vonden alle elementen die jazz spannend maken elkaar in volle glorie. Twee muzikanten in ultieme muzikale uitdaging en volledige harmonie in samenspel op de toppen van hun kunnen. Overweldigend!