×

Artikel

20 maart 2015

Grünen – Pith & Twig

Geschreven door: Henning Bolte

Label: Clean Feed

De aanduidingen ‘avontuurlijk’ en ‘verrassend’ laten we maar meteen achterwege. Omdat ze gratuit zijn of (inmiddels) nietszeggend. Desalniettemin, Grünen wat zo veel betekent als ‘welig tieren’, is een uitzonderlijk trio met een sterke bezetting van drie Duitse toppers: pianist Achim Kaufmann, bassist Robert Landfermann en slagwerker Christian Lillinger (zie Written In Music, HIER), allemaal niet onbekend in Nederland. Het is een horizontaal trio van gelijken met een piano erin.

Het drietal bedient zich van alle denk- en maakbare geluiden en klanken die in hun instrumenten zitten en brengt daarmee – opererend tussen energie, impuls/beweging en structuur – muzikale effecten in de ruimste zin voort. Het zal voor de luisteraar, vooral de ongeoefende, allereerst vreemd klinken en misschien vragen oproepen als ‘wie is hier wat waarmee aan het schoonmaken?’ of ‘uit welk biologisch mini-habitat komen deze geluiden?’. Het is vrij snel herkenbaar dat ze niet toevallig zijn maar op de een of andere manier muzikaal met elkaar verbonden zijn, op de een of andere manier op muzikaal elkaar afgestemd zijn of op elkaar afstemmen.

De albumtitel Pith & Twig, merg/energie en voelspriet, geeft een mooie aanwijzing met betrekking tot de nature van het onderhavige vormgevingproces. Het heeft soms iets van biofonische CF202geluidswerelden, geluiden in een biologische microkosmos die op de een of ander manier evenwichtig verdeeld zijn en een eigen flow hebben. Er is ook steeds sprake van wisselwerking tussen vooropgezette structuur- elementen, vorm-routines en klank. Klank in zijn volle materialiteit, het alert volgen ervan, krijgt een belangrijke rol. Dat wil zeggen dat de musici op klank als zodanig reageren, klank intensiveren, verschuiven of contrasteren.

Foliage Misconstrued, het langste stuk (van 17:38 minuten) heeft een bijzonder rijke dynamiek. Het is in zekere zin omgekeerd opgewouwd. Vanuit de uitbarsting en sprankeling valt het langzaam terug naar diepe kalmte. Mazeem, het zevende stuk, is minder gefragmenteerd en opent bijna conventioneel lyrisch. In de bebop-flaarden van stukken Fsinah en Corybrant komt duidelkijk een muzikaal model te voorschijn, nl. dat van Thelonius Monk. De wijze waarop de muziek ‘is monked-up by de-monking’ is opmerkelijk en fraai. De monk-beweging is zodanig tot de binnenste kern teruggebracht dat de luisteraar het duidelijk kan opmerken maar niet plat kan herkennen. In het laatste stuk met de mooie titel Schmach (schande) manifesteert zich door de naast elkaar staande of op elkaar botsende klanken inderdaad zoiets als een desolate schande-stemming.

De vraag willen beantwoorden tot welk genre deze muziek behoort, is vergebliche Liebesmüh. De album-cover geeft een goede indicatie welk soort klank-Gewächs (groeisel) de luisteraar kan verwachten. Schuilt in dergelijke bizarre woekeringen een esthetische waarde? Hoe bouw je er iets zinnigs, aantrekkelijks uit op – voorbij arbitrariteit, geklooi of nerdy geknutsel! En hoe spreekt het niet alleen tot onze verbeelding en verbaast het maar raakt het ook? Het antwoord is uiteindelijk vrij simpel: het heeft – samen bij elkaar – met een overtuigende vorm, een pakkende articuatie van deze vorm en een diepere, geloofwaardige dynamiek te maken. Sommige musici zoals deze drie kunnen brengen dat op een boeiende manier bij elkaar en over. Als het overtuigend, pakkend en geloofwaardig is, dan blijft het nog een kwestie van de eigen stemming en persoonlijke smaak hoe iets geapprecieerd wordt. Bijvoorbeeld dit in het waarnemingskader van “piano-trio”.

VIDEO

AUDIO

Tracklisting Grünen

  1. Präsenz – Zeichenz
  2. Toquesenz
  3. Foliage Miconstrued
  4. Fsinah
  5. Chitin
  6. Mobiliar I/Mooswerdung
  7. Mazeem
  8. Corybrant
  9. Schmach