×

Concert

15 oktober 2018

Geslaagd #MJAZZ 2018 in het teken van improv

Geschreven door: Nausikaä de Blaauw

• fotografie door Nausikaä de Blaauw

Wat biedt Mondriaan Jazz dat andere festivals vaak niet of te weinig hebben? Eenmalige optredens van unieke samenwerkingsverbanden tussen hedendaagse en toekomstige jazzgrootheden. Zij brengen speciaal voor deze avond geschreven composities ten gehore of creatieve varianten op bestaande stukken, met zeer, zeer veel ruimte voor improvisatie.

Mondriaan Jazz Festival #MJAZZ is een samenwerking tussen Good Music Company en poppodium Paard, met steun van de Gemeente Den Haag en verschillende fondsen. Het vertaalt de liefde van Mondriaan voor jazzmuziek naar een internationaal, progressief jazzfestival.

De tweede editie van het Mondriaan Jazz Festival beloofde net als de vorige een focus op progressieve en vernieuwende internationale talenten. D.w.z. veel ruimte voor de zogenaamde supergroups, maar ook een podium voor ongekend talent op het punt van doorbreken, dit jaar met extra aandacht voor de verfrissende avant-garde jazzstroming uit Chicago. Het onderliggende thema: het bij elkaar brengen van great spirits.

Een unieke, maar misschien niet eens zo’n onlogische samenwerking leidt Mondriaan Jazz dit jaar in: Brooklyn Raga Massive en Eric Vloeimans samen op het hoofdpodium. BRM is een collectief van vernieuwende muzikanten uit New York, met een duidelijke achtergrond in de Indiase klassieke muziek. De leiders van de Raga-renaissance worden ze ook wel genoemd. De raga is een typisch Indiaas begrip uit de muziekwereld. Het is het raamwerk, een aantal vaste regels, waarbinnen de muzikant improviseert.

BRM lopen vooraan als het gaat om het smeden van vernieuwende muzikale samenwerkingen en verbanden en voor Vloeimans geldt dit natuurlijk ook; niet vies van ongewone, grensoverschrijdende muzikale en (culturele) combi’s is hij misschien wel de perfecte man om ook de Indiase klassieke muziek te integreren in zijn improvisaties. Op het podium aanschouwen we twee jazz-entiteiten die het aspect samenwerken en samenbrengen hoog in het vaandel hebben.

Het bewijst de perfecte opener van deze editie en resulteert in een performance die heerlijk ingetogen blijft, soms misschien iets te veilig (er mist wel wat pit vind ik), waarbij op een doordachte, maar soms juist spontane wijze werelden aan elkaar worden verbonden. Mooi om naar te luisteren én mooi om naar te kijken, want de trompet (Vloeimans) is geen verrassing voor de Nederlandse jazzganger, maar de bansuri (Jay Gandhi) natuurlijk wel.

_ndb3209_web

Sameer Gupta (drums, musical director) leidt de boel in vloeiende banen. Er worden heerlijke sferen de zaal in geblazen, er is voldoende (maar niet te veel) ruimte voor solisten en Ravi Shankar komt ook even ‘voorbij’. He would have been proud.

In het Koorenhuis, aan de overzijde van Paard, stroomt de theaterzaal snel vol. Trompettist en componist Ambrose Akinmusire is dan ook geen onbekende in jazzland. Hij leerde van de groten, zoals Herbie Hancock en Wayne Shorter, en heeft inmiddels drie albums uitgebracht met zijn kwartet waarin nu ook drummer Justin Brown (Flying Lotus, Thundercat) een stempel drukt op de sound die je het beste kan omschrijven als dynamische jazz met gedurfde, doordachte thema’s.

Een zeer virtuoos viertal speelt wat mij betreft de beste set van de avond. Geweldige opbouwen, subliem samenspel en briljante melodieën. Het publiek is duidelijk fan; de zaal verlaten is geen optie, de stoelen en vloer zijn gevuld met luisteraars die niet van plan zijn te vertrekken. Wij trouwens ook niet.

Opvallend is de rust die pianist Sam Harris uitstraalt. Hij lijkt buiten de groep te vallen, maar niets is minder waar; hij houdt de lijn, de basis van de nummers vast, terwijl Brown losgaat, steeds meer gedurende set die duidelijk een kop en staart heeft. Raghvan (bas) komt op met zonnebril, ‘incognito’, maar ook hij laat zich naarmate het spel vordert steeds meer zien, letterlijk en figuurlijk. Dit zijn authentieke muzikanten die dichtbij zichzelf blijven en daarmee samen iets bijzonders creëren. En wat een geconcentreerd spel. We horen het talent van Akinmusire, zowel in zijn briljante composities als in zijn solo’s.
_ndb3327_web

In de foyer kun je ondertussen onder het genot van een biertje aanschuiven bij een live-interview door schrijver en biograaf Ashley Kahn, met Makaya McCraven en Jeff Parker. Gitarist en componist Jeff Parker (o.a. Tortoise) is een topper uit de Chicagose scene. Wereldwijd wordt hij bewonderd als een van de meest vernieuwende gitaristen in het veld. Veelal gevraagd als gitarist maar ook als producent en componist, bijvoorbeeld door Joshua Redman, toch niet bepaald de minste. We schreven al eerder over zijn geweldige album The New Breed.

Naast hem in de loungechair zit Makaya McCraven. Beats-wonder, innovatief drummer, producent en multi-talent, de man met de zeer intuïtieve speelstijl. Met zijn optreden op Mondriaan Jazz geeft hij de Europese aftrap van de tour die rond zijn nieuwe album Universal Beings start. Het album dat op 26 oktober in de winkels zal liggen (lees hier meer!).

_ndb3357_web

McCraven wordt gezien als de leider van de Chicago-scene en vertelt ons vanavond meer over deze ‘stroming’ die de rode draad vormt die door deze editie van Mondriaan Jazz Festival loopt. Hij legt o.a. uit over de geschiedenis van en het verband tussen hip-hop en jazz en hoe hip-hop en jazz opnieuw samenkomen en versmelten met hedendaagse elektronische muziek. Hij wijdt uit over zijn muzikale doelen, dat hij mensen wil bereiken, verbinden. Jazz is voor en door iedereen en niet alleen de elite. Parker heeft er niet al te veel aan toe te voegen; het zijn wat dat betreft ook tegenpolen: McCraven heeft naast zijn muziek letterlijk heel veel te melden, maar Parker laat lange stiltes vallen en zegt het liever met zijn gitaar.

En dat doet hij dan ook. Nadat de boel flink is uitgelopen, gaat het zaallicht aan en worden de stoelen van het podiumpje verwijderd. Jeff Parker installeert zich, kondigt niets aan, maar begint eenvoudigweg te spelen. Achterin de foyer neemt het geroezemoes langzaam af. Parker improviseert zoals alleen hij dat kan en toont de zaal de eigenheid van zijn soms ongrijpbaar lijkende spel.

In de kleine zaal van Paard staan Ben LaMar Gay (cornet, effecten, gesproken tekst), Carlos Pride (percussie) en Mikel Patrick Avery (drums). Ben LaMar Gay haalt muziek en ruimte door een culturele mix heen en produceert zo elektronische/akoestische collages. Het samenbrengen van verschillende stijlen is voor Gay geen doel op zich, maar een middel. Met zijn internationale focus blijft hij tegelijkertijd bij zichzelf, zijn roots, want uiteindelijk is hij ‘gewoon maar een man’ uit het zuiden van Chicago. Met een trits van samenwerkingsverbanden op zijn naam is ook Gay geen nieuwkomer maar een gevestigd talent waar je niet omheen kunt. Het publiek weet dat en weet waarvoor zij hier is. En wordt op haar wenken bediend. Helaas komen wij net te laat binnen om er ten volste van te kunnen genieten.

Dus snel door naar Marc O’Reilly wiens stem het intieme café van Paard verwarmt. “Te klein deze zaal”, roept een mevrouw, maar ik denk dat het duo O’Reilly en Høiby hier helemaal op hun plek staat. We hangen aan de lippen van de charismatische O’Reilly (singer-songwriter, gitarist), terwijl Jasper Høiby (contrabas, Phronesis, Fellow Creatures) ogenschijnlijk ‘droog’ zijn ding doet. Een bijzonder tweetal om te zien, maar het werkt helemaal.

_ndb3536_web

De Ierse folkzanger brengt samen met de lange Deen nummers van zijn albums ten gehore, maar ze klinken niet zoals op de plaat, verre van. Originele versies, intense gitaarpartijen en wederzijdse blikken van verstandshouding. De lyrische klanken van Høiby vormen de perfecte omlijsting en een wervelend raamwerk voor de geweldige, overtuigende stem van O’Reilly. Hij geeft ons mooie, grappige inleidingen op de nummers, met genoeg luchtigheid en zelfspot; een geweldige afwisseling met de Chicago-jazz van deze avond en zeer de moeite waard.

Iets heel anders is er in de grote zaal aan de beurt: Frank Wienk, alias Binkbeats (samples, loops, percussie, speelgoed, elektronica, drums, bas en meer) heeft samen met Niels Broos (keyboards) en de Noorse multi-instrumentalist Lars Horntveth (steel guitar, bas, elektronica, saxofoons, basklarinet) het podium ingenomen met een weldaad aan elektronisch en akoestisch vernuft.

Binkbeats, de man die een intense drang heeft geluiden en objecten te exploreren, samplen en verbinden kreeg met zijn Beats Unravelled series wereldwijde aandacht: zijn eigen vertalingen van het werk van Flying Lotus, Aphex Twin en J. Dilla, een transformatie naar akoestische, tastbare sferen waarbij hij nooit het respect voor het origineel uit het oog verloor. Dat maakte indruk.

Zijn instrumentarium is vanavond het meest indrukwekkend en je vraagt je af of dat nou echt allemaal nodig is. Samen met Broos (The Kyteman Orchestra) en Horntveth (Jaga Jazzist) zet Binkbeats een indrukwekkende en veelzijdige set neer, waarbij Horntveth in het midden staat, als de solide pilaar van het trio. Ook muzikaal blijkt hij het geheel te lijmen en dienen.

_ndb3562_web

Gelukkig heeft Horntveth ook zijn basklarinet en sopraansax meegenomen en met name de sax zorgt voor een dromerige sfeer in het elektrische geheel. Het maakt het geheel organischer, terwijl Binkbeats en Broos los gaan als jonge honden. Deze ‘one-off’ blijkt een bijzondere formatie die boeit maar ons soms te weinig in beweging houdt, omdat de improvisaties helaas iets te veel blijven steken in de veilige regionen. Het blijft allemaal een beetje puzzelen, zo lijkt het, maar dat vinden wij niet erg.

En dan, in de kleine zaal, compleet uit zijn voegen barstend door alle aandacht die hij van het publiek krijgt komt Cory Wong met zijn gevolg het podium op gejogd. Muziek is entertainment, maar als je het doet, doe het dan goed (fout). Voor het eerst live te bewonderen in Nederland. Gitarist Wong komt uit Minneapolis en maakt onderdeel uit van de hippe Funkband Vulfpeck. Funk met de hoofdletter F. In matchende outfits straalt de band (Kevin Gastonguay op de toetsen, Petar Janjic op drums en Ryan Butler op bas) aangevuld met vrolijke en oplettende blazers een enorme energie uit en plezier in het spelen. Misschien wel iets te veel, als je het mij vraagt.

Tenslotte, de afsluiter(s) van de avond, waar we de hele dag naar hebben uitgekeken. De veelzijdige drummer/componist Makaya McCraven, toch wel een beetje onze held, leidt een speciaal voor deze avond samengestelde band en dat belooft natuurlijk wat. Een supergroup van het ‘nu’ rondom de veelgeprezen McCraven waar we het aan het begin van dit artikel natuurlijk al kort over hadden. In zijn interview toonde de man zich welbespraakt en had hij een duidelijke mening. Put your money where your mouth is? Nou dat blijkt geen probleem voor McCraven.

Ok, het lijkt allemaal wat onwennig op het podium, met al die muziekstandaarden en dat praktisch lege muzikale canvas dat spontaan gevuld moet gaan worden. Ik moet zelfs een beetje denken aan een schoolband waarbij alle ogen gericht zijn op de leraar die aangeeft wat er gaat gebeuren. En in feite is dat ook zo, al zijn de afzonderlijke leden van deze ‘schoolband’ natuurlijk muzikale helden op zich.
Zo is daar interviewmaatje Jeff Parker, gitaar. Hij helpt de Britse saxofonist Soweto Kinch (die naast een complexe improvisatie op zijn sax bovendien een niet onverdienstelijk rapmoment inlast) met het oprapen van zijn naar beneden gedwarrelde bladmuziek. Parker is ook later in de set de rust zelve wanneer hij als enige een stil moment uitkiest om een redelijk heftige noot te laten klinken, tot groot vermaak van zijn medemuzikanten én zichzelf. Als zijn solomoment dan eindelijk echt is aangebroken pakt hij dat moment gecontroleerd en maakt zich het compleet eigen.
_ndb3768_web

Violist Atwood Ferguson (Dr. Dre, J Dilla, Flying Lotus) beweegt met zijn spel ogenschijnlijk moeiteloos door de verschillende muzikale lagen heen, zorgt voor sfeer en dromerigheid en straalt puur geluk uit. Wat heerlijk om te zien! Helaas komt Brandee Younger (harp) in deze bezetting niet helemaal uit de verf; het is ook lastig om met dit verfijnde instrument boven al dat testosteron uit te stijgen, alhoewel het opvallend is hoe men op elkaar wacht, elkaar dient, elkaar de ruimte geeft; alleen Junius Paul lijkt hier en daar iets te veel op zichzelf gefocust en treedt wat mij betreft net te veel en vaak op de voorgrond, waardoor er te weinig improvisatieruimte overblijft voor de anderen. Ook jammer dat hij de heerlijke hiphop-beat van McCraven aan het begin van de set veel te laat in de smiezen krijgt; het blijft daardoor te lang houterig, voordat we in die geweldige groove komen waar we toch wel voor kwamen.

Die sound, soul en groove van McCraven zijn echt fenomenaal. Met zelfs een simpele beat zoiets neerzetten: wat een ongekend talent. Zijn hele zijn (en het is een beer van een vent) straalt uit anderen te willen laten groeien en het geheel boven het enkele deel te willen laten uitstijgen. Hij is integer maar vastberaden in zijn (samen)spel en een ontzettend goede muzikale leider.

Beat Scientist McCraven kondigt vervolgens aan dat dit een uniek moment is, dat ze ontzettend blij zijn hier te zijn en dat het best bijzonder is wat er nu gaat gebeuren, want het draait tenslotte om improvisatie. “We’re now going to make some shit up“.

_ndb3783_web

Wat volgt is een improvisatie van de groep waarbij hij subtiel aanstuurt en aftast. Helaas blijft het dan nét te lang iets te afwachtend vanuit de groep. Gelukkig breekt Gay uiteindelijk het muzikale ijs met een duidelijke melodie en daarna vloeit alles toch nog mooi samen. Mooie opbouwen volgen en de groep is in opperste concentratie als McCraven lastige accenten aangeeft op zijn bekkens en zij nauwkeurig moeten volgen.

Hier staan dan die great spirits waar men het over had. Verwante muzikale zielen komen samen en laten ons delen in een zeer bijzondere avond met een indrukwekkende line-up. Mondriaan Jazz is voor de tweede keer een groot succes gebleken!