×

Recensie

Jazz

18 maart 2012

Anders Jormin

Ad Lucem

Geschreven door: Henning Bolte

Uitgebracht door: ECM Records

Ad Lucem Anders Jormin Jormin Jazz 4 Anders Jormin – Ad Lucem Written in Music https://writteninmusic.com

Anders Jormin (1957) hoort tot de grote meesters onder de contrabassisten van het type singing wood. Wie ooit zijn solo in Charles Lloyd’s stuk Pilgrimage to the Mountain (uit 1991) gehoord heeft, weet wat ik bedoel. Men heeft Jormin door de jaren heen met Don Cherry, Charles Lloyd, Bobo Stenson, Tomasz Stanko, Kenny Wheeler, Marilyn Crispell en Sinikka Langeland en vele anderen kunnen horen spelen. Met zijn eigen albums, Xievi (1999) en In Winds, In Light (2003) heeft hij tot nu toe steeds iets ongewoons gedaan, zowel wat de keuze van partners als wat muzikale combinaties betreft. Het is muziek waarbij men niet op ingeslepen luistergewoonten terug kan vallen, niet omdat hij dingen flink overhoop haalt of deconstrueert. Het gaat steeds om het openleggen van het elementaire, om de kern – beyond rauw en verfijnd. De vormen en momenten van elementaire schoonheid die zich in zijn muziek voordoen, zijn niet om in te baden. Ze zijn deel van de beweging, de musici én de luisteraar. Men zou ook kunnen zeggen dat Jormin klanken en melodieën als natuurlijke fenomenen nooit een denkbeeldige of gewenste schoonheid oplegt of deze erin projecteert. Hij doorzoekt ze van buiten komend met de innerlijke dynamiek meebewegend. Dan valt er in zekere zin niets te vangen maar wel veel te ervaren.

Wat in de muziek van Ad Lucem gebeurt, lijkt bijna ondoenlijk. Twee vrouwelijke stemmen uit het experimentele popcircuit, Mariam Wallentin (van Wildbirds and Peacedrums) en Erika Angell (van Thus:Owls en The Moth) plus twee markante vrije improvisatoren op slagwerk, Jon Fält, en rieten, Frederik Ljungkvist, die twaalf, grotendeels Latijns gezongen stukken uitvoeren. Latijn is natuurlijk Europas oude lingua franca, een ‘dode’ taal die ‘los’ staat en heel geschikt als filter en projectiescherm kan zijn. Wat je te horen krijgt, is ver weg van geijkte patronen. Veel melodie, fraaie basklanken, veel drumming en percussiefs, veel samenzang, vocalen en drums even als vocalen en klarinet van bijzondere orde, veel wispelturige manoeuvres waar luisteraars op eigen wijze in meebewegen.De Latijnse zang biedt een wonderlijke houvast waarbij de kleuring van de taalklanken onmiskenbaar Scandinavisch is. In Clamor en Vigor gaat de zang over in pure, ‘woordloze’ klank. Nu voor dit moment komt voor mij alles het mooiste samen en uit in het negende stuk, Vesper est. Ongewoon, stimulerend, schoon(spelend).



  1. Hic et nunc
  2. Quibus
  3. Clamor
  4. Vigor
  5. Inter semper et numquam
  6. Lignum
  7. Matutinum
  8. Vox animæ
  9. Vesper est
  10. Lux
  11. Cæruleus
  12. Matutinum - Clausula