Adriana Miki
Mulata de arroz
Zonder meer een opvallende schijf van exquisiete kwaliteit is dit tweede album van Adriana Miki (1970, São Paulo). Miki moest eerst in Portugal terechtkomen om het zingen tot haar professie te maken. Terwijl ze pratend een donkere, ietwat hese altstem heeft, krijgt haar stem bij het zingen boven deze stevige bodem het voor Braziliaanse muziek typerende hoge, omfloerste randje. Dat geeft haar zang een speciale kleur, een bijzondere noot waarmee ze ook al op Nederlandse podia haar entree gemaakt heeft. En er is meer. Zij is met haar zang integraal bestanddeel van een viertal musici die duidelijk hoorbaar in de jazz geworteld zijn: pianist Paulo Barros, rietblazer Desidério Lázaro, drummer Joel Silva en als mastermind de Braziliaanse bassist Sergio Crestana die ook als producent van het album tekent. Crestana is een bassgitarist van het verende en melodische Steve-Swallow-type. Deze jazzbasis zorgt ervoor dat de muziek nooit kabbelt of te eendimensionaal mooidoenerig uit- pakt maar steeds kleurrijk en levendig met een sfeervol gevoelige in- slag. Dat zorgt voor de nodige gloed onder de stukken en op goede momenten voor percussief vuur zoals in Boca of voor de gave blazers- partijen zoals in Mãe Negra met een gastrol voor de Flügelhorn van João Moreira – misschien wel het mooiste stuk op het album dat bo- vendien een licht Cubaanse kleuring heeft. Miki zingt met veel gevoel voor zowel de instrumentale als de expressieve tekstuele lijn. Ze heeft een steadiness die mooi (ver)bindt en het luisteren tot een onverdeeld genot maakt. Er is nog een bijzonderheid: het laatste stuk is een Japans stuk dat Miki ook in het Japans zingt. Want? Zij is zoals haar achternaam al verraadt van Japanse afkomst. De Japans-Braziliaanse as dus een keer in omgekeerde richting. En dan valt de titel van het album ook op z’n plek. Sayonara!
VIDEO
Vigia