×

Interview

23 juli 2010

Anders Trentemøller: “Mijn muziek moet organisch groeien”

Geschreven door: Bas Jansen

Label: In My Room

Na iedereen volledig op het verkeerde been gezet te hebben met zijn debuutalbum The Last Resort (2006) vond Anders Trentemøller het tijd om zijn diep gewortelde creativiteit andermaal de vrije loop te laten gaan. Het resultaat is zijn nieuwe album Into The Great Wide Yonder.

Tegen de achtergrond van een zonnige zomeravond in hartje Kopenhagen zet Written in Music met Anders Trentemøller een boom op over zijn nieuwe album, inspiraties, toeren en andere aspecten van zijn leven als muzikant.

WiM: Hoe krijg je het toch altijd voor elkaar om met iets totaal verfrissend op de proppen te komen en is dat je sterkste wapen?
Zelf zie ik dat helemaal niet zo. Voor mij is vooruitgang en verandering een basis bij het maken van muziek. Ditmaal heb ik gekozen om veel meer met instrumenten en vocalisten te werken. Ik heb zelf een brede interesse in muziek en probeer elke keer weer zo veel mogelijk elementen daarvan in te brengen in nieuwe dingen die ik doe. Ik begrijp wel dat mensen dat van buitenaf zo zien, maar als muzikant is dit voor mij vanzelfsprekend. Muziek moet zich blijven ontwikkelen.

WiM: Ondergetekende zag je vorig jaar zomer op het Roskilde Festival in Denemarken 40.000 man helemaal op zijn kop zetten met een weergaloos dj en live optreden. Het viel op dat je een aantal scherpe eigen bewerkingen draaide van platen die hun oorsprong kennen in de jaren tachtig en vooral in de alternative en wave hoek. Als ik dit nu terug koppel naar je nieuwe album zie ik duidelijk parallellen.
Klopt! In mijn tiener jaren was het vooral alternative wat de klok sloeg. Ik hield erg van shoegaze bandjes zoals b.v. Slowdive en Jesus And Mary Chain, maar ook grotere namen als The Cure, Joy Division en New Order spraken erg tot de verbeelding. Ik heb zelf in meerdere bandjes gespeeld op drums en toetsen, lang voordat ik me met elektronische muziek bezig hield. We speelden covers en later ook liedjes naar voorbeeld van Oasis en Inspiral Carpets. Uiteindelijk neem je dat toch allemaal mee als bagage en probeer ik dat zeker ook in mijn muziek en DJ sets door te laten klinken.

WiM: De eerste single Sycamore Feeling van het album heeft een prachtige video. Apart genoeg heeft deze wel een heel winters en mysterieus gevoel. Best opmerkelijk wanneer je je album in de zomer uit brengt.
Dat is een grappig verhaal. De locatie die we hadden uitgezocht om de video te schieten was twee dagen daarvoor overvallen door een, voor het seizoen, erg late sneeuwstorm. Dat was dus puur toeval! De Deense regisseur en ik hadden wel bewust de setting gekozen, nadat we een verhaal opgepikt hadden van een oud mijnstadje in de Verenigde Staten waar in de jaren 60 een brand was ontstaan in de mijnschachten. Omdat deze branden niet te bestrijden zijn en deze nog decennia lang ondergronds door kunnen blijven woeden komt er door scheuren in de bodem nog steeds rook naar boven. Het stadje is destijds per direct geëvacueerd en alles is nog precies zoals het destijds in allerijl is achtergelaten. Dit was natuurlijk een perfecte setting voor de sferische video die we in gedachten hadden! Verder heb ik het hele album afgelopen herfst en winter opgenomen en dat gevoel in Sycamore Feeling wordt door deze toevallige samenloop grappig genoeg wel verder versterkt.

WiM: Nu we het toch over het album hebben. Hoe ga je te werk bij een nieuw album. Sommige artiesten maken een enorme bundel van tracks en gaan dan wegstrepen. Anderen gaan weer met een bepaald idee of concept aan de slag. Hoe zit dat bij jou?
Ik begin gewoon met een wit vel papier en begin met schrijven. Pas halverwege dit proces werden de contouren van het nieuwe album zichtbaar. Mijn muziek groeit dus organisch. Mijn opzet was om een album te maken dat van begin tot eind blijft boeien en je als het ware, bij het sluiten van de ogen, mee neemt op een reis. Klinkt misschien een beetje cliché, maar dit album leent zich daar uitstekend voor. Ik besteed daarbij ook veel aandacht aan de volgorde in tracks, omdat ik vind dat de waarde van artiesten albums vaak wordt onderschat,  helemaal in deze tijd waarin veel luisteraars leven op track by track downloads. Het belang van samenhang en volgorde bepalen de waarde van het album en daarmee ook het succes. Bij The Last Resort was dat ook het geval en daarbij zag je duidelijk dat het even duurde voordat het album werd opgepikt in bredere kringen. Dit zal zeker ook gaan gelden voor mijn nieuwe album. Verder heb ik op dit album ook veel meer met vocalen gewerkt. De keuze van vocalisten lag voor mij erg voor de hand, omdat het vrienden zijn met wie ik in het verleden al een keer eerder had gewerkt in andere settings. Ik kon dus heel specifiek op hun stemgeluid schrijven. Het schrijven van de teksten heb ik overigens volledig aan hen over gelaten, omdat ik vind dat zij dezelfde creatieve vrijheid moesten hebben die ik ook voor mezelf had gecreëerd.

WiM: Kunnen we je de komende zomer nog gaan zien en horen op de festivals?
Ik heb heel bewust gekozen om pas na de zomer te gaan toeren voor het album. Zoals ik al aangaf heeft mijn muziek soms even tijd nodig om zich in mensen te nestelen. Ik probeer ze die dan ook te geven. Het album heeft ook een meer donkere en mysterieuze sfeer, welke beter past bij het najaar en de winter. Daarmee geef ik dan ook de voorkeur aan kleinere intieme podia om die sfeer in den beginne beter over te brengen. De Europese toer gaat dan ook pas in Oktober van start. Pas volgend jaar zomer, nadat het album zich meer heeft genesteld in mijn publiek, ga ik pas weer denken aan festivals.