×

Artikel

06 maart 2015

Stravinsky to go

Geschreven door: Henning Bolte

Igor Stravinsky (1882 – 1971) is één van de bekendste componisten van de afgelopen eeuw, zijn stuk Le Sacre Du Printemps (1912) één van de bekendste en meest iconische werken van de 20e eeuw.

“We will never stop returning to Stravinsky’s savage, gleaming The Rite of Spring, and enterprising (or foolhardy) musicians will never stop reimagining it” (Jayson Greene, Pitchfork, march 27, 2014).

Stravinsky werd in 1882 in Oranienbaum (later Lomonosow) vlak bij St. Petersburg geboren en stierf 1971 in New York. De Parijse première van Le Sacre als muziek bij een ballet van de Russische choreograaf Vaslav Nijinsky (1888-1950) onder auspiciën jpstravinsky1-superJumbo van stichter/impresario van de Ballet Russes Sergej Dhiaghilev (1872-1929) veroorzaakte enige ophef maar dat is zeker niet de voornaamste reden dat het stuk meer dan honderd jaar lang zo’n markant spoor getrokken heeft. Stravinsky creëerde een voor zijn tijd volkomen nieuwe interrelatie van ritmiek, melodie en harmonie. In elkaar hakend, ruw, scherp, urgent, robuust en tegelijk vol raffinement. In de uitwerking heftig, intens en indringend. De muziek was (en is nog steeds) edgy. Met een heel eigen, aparte verstrikking van futuristische elementen met folk-elementen. De ritmiek is vaak de aanvoerder, melodie en harmonie intensiveren het geheel, zorgen voor diepte-werking. Het zijn klanken die als een huis stonden en een lange schaduw wierpen op de muziek die in honderd jaar erna kwam. Dat gaat door tot op heden, getuige de reactie van deze naïeve jeugdige getuige aan het begin van de 21e eeuw:

“I’m not really familiar with classical music in general, I’m into the more challenging kinds of metal/rock music, “progressive” as they call it. A couple of years ago someone told me about this piece and how he liked it, and played me a couple of minutes. I fell off my chair, as we call it in the Netherlands. Every now and then I listen to this piece and I really love it. In a certain way it’s very similar to some of the more technical death metal stuff. It has the same kind of overall dissonance, complexity, darkness and brutality.”

Stravinsky bood met zijn werk én persoon het materiaal voor een ideaal en populair icoon van de gecomponeerde muziek (van de eerste helft van de 20e eeuw). Om een idee ervan te geven c.q. te krijgen hier het beroemde “riff” van de The Augurs of Spring in uitvoeringen door de tijden heen, van 1921 tot op heden. Aan het begin staat de sterke, door Stravinsky zelf bezorgde pianola-versie. Stravinsky, die zijn eigen werken begin van de jaren 20 voor de Franse pianobouwer Pleyel voor hun pianolas inrichtte (zie HIER), gaf zelf aan dat de ‘mechanische’ pianola-versie iets had wat goed bij de werken paste.
 

 
Stravinsky trok ook daarna een diep spoor in de muziek en was met Stravinsky 2 de grote coryfeën in de kunst van zijn tijd van Pablo Picasso tot Coco Chanel artistiek en menselijk nauw verbonden. Ook had hij een niet geringe uitstraling op jazzmusici waaronder Charlie Parker, Lucky Thomson, Woody Herman, Neil Hefti, Alice Coltrane, Ornette Coleman, Wayne Shorter en Hubert Laws.

Een viertal actuele adaptaties komt van het piano-trio The Bad Plus, van gitarist Eric Hofbauer uit Boston, van de Deense drummer Stefan Pasborg en van de jonge Zwitserse groep Schnellertollermeier – ieder vanuit een andere invalshoek en met een andere signatuur.

Voor het jonge Zwitserse elektrische gitaar trio Schnellertollermeier (STM) lijken de thema’s van Stravinsky gefundenes Fressen waar ze met high speed en high volume doorheen raggen. HIER mijn indruk van een live-optreden van hun:

“Guitarist Andi Schnellmann, electric bass guitarist Manuel Troller and drummer David Meier brought music full of deep in- the-moment interaction, rhythmic complexity and stunning about-turns. The three musicians of STM, who are in full development, gradually built up heavily culminating stretches, moving with an ebb and flow but also like squalls, with their sudden turnabouts. They were able to go from serene hush to violent storm, from innocent tinkle or lullaby to high speed metal in convincing and touching ways. They worked their way through “Moonchild,” “White-Room” and “Albatros” modes, impressing with deeply into and out-of-moment dynamics, only to go further than where other noise groups have become stuck. They were the music they played and they nailed it, always pushing the envelope.”

VIDEO Schnellertollermeier – X

Hun net verschenen album X bevat één door Stravinsky geïnspireerd stuk dat er niet om liegt: Massacre du Printemps. a0027512112_2Het wordt gespeeld in Speed Metal modus. Dan kun je goed horen hoe ver de 100 jaar oude muziek van Stravinsky reikt c.q. waar alles begonnen is. Het levert een interessante vergelijking van de klank van een groot orkest en een trio met twee elektrische gitaren en een drumstel op. Allebei massief maar op heel verschillende manier. Het mooie is dat STM kraakhelder speelt en muzikaal zinnig met de gegevens van Stravinsky werkt. Het is niet alleen keihard amplified en distorted naspelen van Stravinskys ritmische figuren.

Ook de adaptatie van de Deense drummer Stefan Pasborg is het werk van een trio dat Pasborg samen met saxofonist Anders Banke en toetsenist Anders Filipsen vormt (zie HIER). Pasborg is buiten Denemarken waarschijnlijk het meest bekend van het orgel power trio Ibrahim Electric. Pasborg gaat terug naar klassieke thema’s die tijdens zijn kinderjaren in zijn omgeving rondwaarden. Hij vat het als een spel op waarbij markante onderdelen uit bekende stukken van Stravinsky gepakt worden en in een nieuwe, andere constructie in- en uitgebouwd worden.

“In this trio I get to fulfill a dream about playing classical music, which has been haunting me since my childhood, in my own way. It’s incredibly fascinating to capture a large and complex universe like Stravinsky’s, and study what happens when you make use of his compositions as a starting point for improvisation, and at the same time give it a new scaffolding and frame.“

VIDEO Pasborg Firebirds

Soms herken je bij Pasborg de oorspronkelijke elementen van Stravinsky maar bij andere passages zou je bij beluistering zonder enige voorinformatie waarschijnlijk niet op het idee komen dat de kern uit Stravinskys muziek geplukt is. Relevant is echter niet zo zeer dat hier iets verbouwd wordt. Relevant – en boeiend – is de wijze waarop het gedaan wordt en de mate van verbazing en geboeidheid die door de specifieke vervlechting van bekend en vreemd opgeroepen wordt. Pasborg kan daar behoorlijk ver in gaan en zet Stravinsky vaker als verwoedde funkateer neer. Gelukkig beeldt hij het een niet plat op het andere af maar gebruikt hij allerlei verschillende manieren om er telkens te komen. Voor Pasborg is het in eerste instantie een herlijk spel om met de nodieg humor te spelen.

”In Firebirds we can experiment by mixing pieces which the audience only knows as symphonies for large orchestras, ’zoom in’ and play parts of it for just three parties. We are using references from divergent musical styles such as jazz, surf, improvisation, blues a.o. It’s our agenda to discover what music can and cannot do: Can you play ’Sabre Dance’ as a medium-blues-shuffle. Yes, actually you can.”

De bekende Sabre Dance die ze op het eind van het album spelen, is trouwens niet van Stravinsky maar van de Armeense componist Aram Katchaturian (1903-1978).

De Noord-Amerikaanse gitarist Eric Hofbauer herinterpreteert Stravinsky met zijn kwintet in retro-manier a2014818508_10als een stuk jazz avant la lettre. Ook Hofbauer speelt in de opnamen weliswaar elektrischen gitaar maar Stravinsky wordt hier juist niet in wedstrijd met het grote orkest uitvergroot maar juist ‘teruggebracht’ naar samenspraak van ‘zuivere’ instrumentele stemmen. Het album opent een serie genaamd “Prehistoric Jazz”. Nr. 2 in deze serie is een integrale vertolking door hetzelfde kwintet van Olivier Messiaens Quatuor Pour La Fin du Temps. Messiaen (1908-1992) is eveneens een componist die als referentie en inspiratiebron de laatste tien jaar vaak in de jazz opduikt.

VIDEO Eric Hofbauer – Rite of Spring, Dances of the Young Girls

Het dichtst bij de oorspronkelijke partituur zit waarschijnlijk The Bad Plus maar ook zij moeten zich gezien de instrumentele beperking van een trio aanpassen.

VIDEO The Bad Plus – Stravinsky excerpts

“The end result … is largely loyal to what Stravinsky put on paper. The familiar graceful gestures from the “Introduction” are still there, the pounding accents of “The Augurs Of Spring” still make an impact, and the divinely 81JpgxIWDeL._SL1500_ nature of “Glorification Of The Chosen One” remains. But plenty of changes are also in the air; the pulsating heartbeat that ushers in the album and the steady groove that introduces “Dance Of The Earth” are but two of the many firm indications that this isn’t a paint-by-numbers reduction of the score.” (Dan Bilawski, All About Jazz)

“… the fiercest sections suggest that the Bad Plus just aren’t a match for the full blast of Stravinsky’s orchestra. “The Augurs of Spring” is one of the most menacing moments in 20th-century music, in which the orchestra lands on a tendon-crunching composite chord dozens of times, the thudding downbeat a throw rug constantly disappearing beneath your feet. In the Pierre Boulez recording with the Cleveland Orchestra from 1969, these hits feel stunning, inhuman, like steel hammers hitting dead flesh. Banged on the low-end of the piano with Dave King’s kick drum to support it, the section sounds almost…dinky. The Rite can be all kinds of things—breathless, lustful, pitiless—but “dinky” can never be one of them.” (Jayson Green, Pitchfork)

RADIO concertzender

Delen THE RITE OF SPRING

Part One – Introduction
The Augurs of Spring
Ritual of Abduction
Spring Round
Ritual of the Rival Tribes
Procession of the Sage
The Sage
Dance of the Earth
Part Two – Introduction
Mystic Circles of the Young Girls
Glorification of the Chosen One
Evocation of the Ancestors
Ritual Action of the Ancestors
Sacrificial Dance