×

Recensie

Eigentijds

07 oktober 2013

Samuel Blaser Consort in Motion – A Mirror To

A Mirror to Machaut

Geschreven door: Henning Bolte

Uitgebracht door: Songlines

A Mirror to Machaut Samuel Blaser Samuel Blaser Consort in Motion Eigentijds 4 Samuel Blaser Consort in Motion – A Mirror To Machaut Written in Music https://writteninmusic.com

De international succesvol opererende Zwitserse trombonist Samuel Blaser (1981) heeft met voornamelijk New Yorkse musici albums bij verschillende bekende labels zoals Clean Feed, Hat Hut, Between The Lines, Songlines uitgebracht. Dit door Benoit Delbecq uitstekend geproduceerde album is zijn eerste voor het Songline label uit Vancouver. Blasers Consort of Motion vertegenwoordigt één kant van zijn muzikale identiteit. Een andere kant van hem is bijvoorbeeld in zijn groep met de Franse top-gitarist Marc Ducret, drummer Gerald Cleaver en bassist Bänz Oester te vinden.

De bezetting van het eerste Consort-album met stukken van barok-componist Claudio Monteverdi is ingrijpend gewijzigd. In de plaats van de overleden slagwerker Paul Motian is Gerry Hemingway gekomen, Drew Gress heeft de bas-part van Thomas Morgan overgenomen en er is een tweede blazer aan het consort toegevoegd: Joachim Badenhorst uit Antwerpen is op (bas)klarinet en saxofoon te horen. Continuïteitsfactor is de New Yorkse pianist Russ Lossing.

WIMG_9893at maakt muziek van bijna 700 jaar geleden interessant? En hoe kun je daarmee interessante dingen doen waarvan het resultaat boeiend is voor luisteraars? Vragen die natuurlijk ook voor muziek uit alle andere voorbije tijdperken gelden! Maar naarmate de tijd en de wereld waaruit muziek voortkomt, voor ons vreemd, onbekend is, wordt de vraag nadrukkelijker gesteld waarmee het antwoord al gegeven is. En waarom zijn Hildegard von Bingen, Perotin, Machaut, Dufay dan nu nog grote namen? Alleen omdat ze vernieuwers waren? Of omdat ze vernieuwend sterke tijdloze muziek creëerden die doorwerkte en steeds weer zijn weg naar het heden vindt? Waarschijnlijk het laatste! Zodoende zijn via allerlei wegen melodieën, thema’s en technieken intra- en inter intraperiodisch, intra- en intercultureel doorgesijpeld. Zo kan de argeloze een sensatie van herkenning beleven bij de ‘oude’ melodie van het laatste stuk van het album: Complainte: Tels rit au main qui au soir pleure (ergens tussen Volare en Bella Ciao). Ook de melodie van Machauts bekende Douce dame jolie, hier grotendeels door Drew Gress op de bas uitgevoerd, zal eveneens voor velen onmiddellijk herkenbaar zijn. Tegen het eind voegt Badenhorst nog een clarinet-passage in die sterk op een bekend Middenoosters thema lijkt.

Teruggrijpen op de twee meesters Machaut en Dufay maakt het Blazer zowel mogelijk, met “vers” materiaal op bepaalde tonale kwaliteiten te focussen, zijn instrument in een ander licht te laten schijnen als ook interessante wrijvingen in de muziek te produceren. Allebei kanten doen zich rijkelijk voor in de muziek van dit album. Men hoeft dus geen gedragen, opgesmukt en gemoderniseerd Gregoriaans album te verwachten. Het kan er behoorlijk ruig en heftig aan toe gaan. Het stuk Color komt bij vlagen dicht in de buurt van Juan Tizols Caravan en Introït, gebaseerd op een thema uit Machauts beroemde Messe de Notre Dame, met zijn ruige Fender Rhodes partijen klinkt alsof we midden in Miles Davis’ Bitches Brew zitten.

Met zijn aanpak kan Blaser een muzikale ruimte creëren en een panorama laten ontstaan waarin hij vrij is van epigonale herhaal-exercities, stijl-imitaties e.d.. Heterogene elementen cirkelen als in een Calder-mobilé ‘vrij’ rond en verbinden zich tot niet toevallige maar wel free floating constellations. Terwijl het zich in het geval van een Calder-mobilé visueel simultaan en inzoomend afspeelt, gebeurt het in de muziek successief en heen en weer gaand. Niet alleen Blasers trombone neemt daarbij verrassende kleuren aan. Het geldt ook voor de andere instrumenten. Een mooi voorbeeld is Blazers compositie Saltarello. In Saltarello wordt een ostinato-patroon van Machaut compleet uit elkaar gehaald en over bas , drums en piano verdeeld hetgeen tot een opmerkelijk nieuwe samenklank van de drie instrumenten en opmerkelijke polytonale effecten leidt. De muzikale elementen van dit album zijn even vaak als vertrouwd herkenbaar als ze op volgende momenten nieuw, ongewoon, vreemd overkomen. Dat maakt tot een bijzonder album.

RADIO concertzender ART of the IMPROVISER, 19 oct, 18:00-19:00u, daarna ON DEMAND.

Foto Samuel Blaser © FoBo_Henning Bolte



  1. Hymn (Blaser)
  2. Douce dame jolie (Machaut).
  3. Saltarello (Blaser)
  4. Dame, Se Vous m’Estes Lointeinne (Machaut)
  5. Color (Blaser)
  6. Cantus Planus (Blaser)
  7. De Fortune Me Doy Pleindre Et Loer (Machaut)
  8. Bohemia (Blaser)
  9. Linea (Blaser)
  10. Introït (Blaser)
  11. Complainte: Tels Rit Au Main Qui Au Soir Pleure (Machaut arr. Blaser)